Zwaar weer dreigt opeens voor OSG

De OSG in Den Burg dreigt financieel in zwaar weer te geraken als gevolg van een nieuwe bekostigingssystematiek van het rijk voor het voortgezet onderwijs.

Dat liet burgemeester Michiel Uitdehaag dinsdagavond weten tijdens een commissievergadering van de politieke partijen. Het is momenteel zelfs even alle hens aan dek voor de OSG: de Tweede Kamer heeft vandaag (woensdag) algemeen overleg over de nieuwe bekostigingssystematiek.

De school voor voortgezet onderwijs in Den Burg dreigt als gevolg van de veranderingen over een paar jaarlijks bijna drie ton van het rijk mis te gaan lopen. Volgens burgemeester Uitdehaag, tot voor kort voorzitter van het schoolbestuur, zou dat gevolgen kunnen hebben op het onderwijsaanbod van de OSG.

Volgens de burgemeester hebben gemeente, school en de nieuwe raad van toezicht van de OSG afgelopen vrijdag een zienswijze ingediend bij het ministerie van Onderwijs met het verzoek de OSG tegemoet te komen, zodat de school er niet op achteruit gaat.

Gisteren werd volgens de burgemeester bij verrassing ontdekt dat er vandaag overleg in de Tweede Kamer zou zijn, waarna ogenblikkelijk Kamerleden werden benaderd om de situatie van de OSG onder de aandacht te brengen.

De nieuwe bekostigingssystematiek is niet nieuw, maar speelt al een paar jaar. Aanvankelijk leek het erop dat de OSG er jaarlijks vier ton op achteruit zou gaan. Volgens de burgemeester ging het de afgelopen dagen opeens snel, waardoor er actie moest worden ondernomen.

De betrokken partijen hopen dat er mogelijk een oplossing kan worden gevonden in de zogeheten Waddentoets die uitzonderingen voor de Waddeneilanden mogelijk maakt. Er wordt ook hoop geput uit het gegeven dat de OSG op het ministerie van Onderwijs is genoemd als een systeemschool die essentieel is voor het eiland.

De burgemeester wees er gisteravond op dat de afgelopen jaren veel werk is verzet is om het onderwijsaanbod op de OSG in stand te houden en dat het zonde zou zijn als het onderwijsaanbod door een gewijzigde financiering van het rijk alsnog minder zou worden.