Dodelijk ongeval Hoofdweg draait in hoger beroep niet meer om 'appen'

Het is niet belangrijk of de 28-jarige Texelse die op 30 maart 2016 op de Hoofdweg in het pikkedonker een fietsster doodreed, op het moment van het ongeval aan het appen was. Dat stelde het Openbaar Ministerie (OM) maandag tijdens het hoger beroep bij het gerechtshof in Amsterdam, waar het appen uit de aanklacht werd geschrapt.

Bij het fatale ongeval kwam de 21-jarige Yannick Frijns uit Geldrop om het leven. De Texelse zag haar te laat en reed haar met een snelheid van ongeveer 80 kilometer per uur – de ter plekke geldende maximumsnelheid – van achteren aan. Het slachtoffer raakte zwaargewond en overleed een dag later in het ziekenhuis.

Ruim een jaar later eiste de officier van justitie voor de rechtbank in Alkmaar een half jaar cel en een rijverbod van twee jaar tegen de Texelse, die naar de overtuiging van de aanklager met haar mobiel had zitten appen tijdens het rijden en daardoor het slachtoffer en de naast haar fietsende vriendin veel te laat had opgemerkt. Maar de rechtbank zag geen bewijs voor het appen en veroordeelde de Texelse na extra onderzoek tot een taakstraf van 120 uur en een rijverbod van een jaar, waarvan de helft voorwaardelijk.

Verkeerd spoor

In hoger beroep zei de aanklager maandag dat de rechtszaak tegen de Texelse door de discussie over het appen "op een verkeerd spoor" is beland, uitmondend "in een verkeerd oordeel van de rechtbank". Tegen het hof zei hij "dat het er niet toe doet of de verdachte heeft zitten appen. Waar het om gaat, is dat zij onvoorzichtig heeft gereden en dat daardoor iemand om het leven is gekomen."

In het geval van de Texelse is de kern van de zaak dat zij haar snelheid niet heeft aangepast aan de omstandigheden. "Dat zij adequaat heeft gereden omdat zij tachtig ging op een weg waar je tachtig mag, is onzin", zei hij. "Je mag er tachtig, maar alleen als de omstandigheden dat toestaan. In dit geval, op deze weg, was dat niet het geval."

De Texelse zelf zei zich net als eerder bij de rechtbank weinig te kunnen herinneren. Wel werd duidelijk dat de vrouw sinds het ongeval met ernstige psychische problemen klampt. Ze is met haar nog jonge kind ingetrokken bij haar ouders en heeft de huur van haar oude huis opgezegd. Sinds begin dit jaar gebruikt ze opnieuw medicatie tegen de psychische klachten.

Twee minuten stilte

Maandag trok de film van 30 maart 2016 en de periode daarna opnieuw aan haar voorbij, net als aan de broer en ouders van het dodelijke slachtoffer. De broer zei dat "nog steeds veel vragen niet zijn beantwoord. Waar was je mee bezig in de laatste seconden voordat je Yannick doodreed?", beet hij de Texelse toe. De moeder plaatste een foto van haar overleden dochter op een van de tafels en vroeg "uit respect, maar vooral uit liefde" twee minuten stilte in de rechtszaal. Haar wens werd zonder meer gehonoreerd.

Het Openbaar Ministerie vroeg het hof 'Alles wikkend en wegend" de Texelse een taakstraf van 240 uur en een geheel voorwaardelijk rijverbod van een jaar op te leggen. Voor de aanklager was vooral een veroordeling wegens "aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag" van belang, een straf die de rechtbank in Alkmaar niet kon opleggen het appen niet als bewezen werd beschouwd. Een juridisch aanmerkelijke lichtere variant werd daarmee de enig denkbare uitweg. "Mocht voor het hof vaststaan dat de verdachte tijdens het rijden wel haar mobieltje heeft gebruikt, dan kan het dat meewegen in de straf", aldus de aanklager, die zei dat "alles erop wijst" dat van appen tijdens het rijden wel degelijk sprake is geweest. In zijn eis hield hij onder meer rekening met het blanco strafblad van de Texelse en het tijdverloop sinds het ongeval.

Raadsman Marco Berbee noemde de door de rechtbank Alkmaar opgelegde straf er een "waarin mijn cliënte zich goed kan vinden". Hij verzocht het hof het eerder opgelegde rijverbod geheel voorwaardelijk te maken. Volgens hem is er geen sprake geweest van onvoorzichtig rijgedrag, Met het OM vroeg hij het hof een streep te trekken door de schadeclaims van de vader en moeder van het slachtoffer. Beiden eisen 25.000 euro.

De uitspraak is 8 juli.