College ziet niets in openluchtmuseum

Het college ziet niets in de plannen van Ericka Voortman om de Groeneplaats op te toveren in een openluchtmuseum. Dat laat wethouder Eric Hercules weten op vragen van D66. 

"De zand-in-zand sporen zijn niet te behouden en dus ook niet te exposeren; de baksteen resten waren van schamele kwaliteit en niet uniek; de waarde zat hem in de locatie (oude Raaksje) en bovendien is de bodem te nat om resten te exposeren." Dat zijn de argumenten die de verantwoordelijke wethouder aangeeft bij het afwijzen van het idee.

"De resultaten van de archeologische opgraving worden bewaard, alleen niet op de plek zelf. De archeologische opgraving gaat door tot het niveau dat er geen sporen meer zijn van menselijke activiteit. De onderzoekslocatie is dan "schoon" en wordt weer gevuld tot het maaiveld. Tijdens het onderzoek worden de verschillende tijdslagen voorzichtig "afgepeld". Recente lagen verdwijnen voor oudere lagen. Vondsten worden nader onderzocht, gedocumenteerd en deels opgeslagen. De waarde van de archeologische opgraving zit in de informatie die de zoektocht terug in de tijd oplevert. Tijdens het onderzoek heeft de archeologische dienst voor algemeen publiek een aantal keren uitleg gegeven over de voortgang. Een deel van de vondsten zal na het onderzoek tentoongesteld kunnen worden. De archeologische dienst verwacht begin volgend jaar een eerste presentatie te kunnen geven van de resultaten van het onderzoek."

In het antwoord van de wethouder wordt overigens niet ingegaan op het idee van Voortman om een deel van de vondsten middels zogenaamde straatvitrines op locatie ten toon te stellen. De kunstenares geeft voorlopig niet op. Op de website openluchtmuseumtexel.nl houdt zij iedereen op de hoogte van al haar plannen.