Scheiding van methaan en ammoniak.
Scheiding van methaan en ammoniak. Foto: Piet Standaart

Ingezonden: Zin of onzin over stikstof

Algemeen Wat ik zeggen wou

Zijn de veehouderijen van invloed op de Kritische Depositie Waarden? Nee, stelt Piet Standaart uit Den Burg in een derde ingezonden brief over de stikstofproblematiek. De kritische depositiewaarde staat voor de hoeveelheid neergeslagen stikstof die een intact ecosysteem over langere tijd kan verdragen zonder dat er significante schade optreedt aan de structuur of het functioneren van dat systeem.

Wetenschap is steeds meer een specialisatie geworden, waarbij de samenhang en overeenkomsten soms uit het oog worden verloren! Het wetenschappelijke onderzoek over de “kritische stikstof neerslag waarden” (KDW) die de instandhoudingsdoelen in een Natura 2000 gebieden aankan, zullen wel kloppen. Echter de fout die gemaakt wordt is, dat ammoniak, de uitstoot door veehouderijen, niet neerslaat! Ammoniak is vluchtig en zal niet neerslaan! Het wetenschappelijk onderzoek is richtinggevend voor het kabinetsbeleid, waardoor de wetenschap bepalend en sturend is geworden. Ondanks dat wetenschappers het vaak niet met elkaar eens zijn, wordt het beleid in Nederland mede bepaald door een kleine groep natuur minnende wetenschappers. Bij het onderzoek en de conclusies naar de neerslag van stikstof, als ammoniak, door de veehouderij, wat de groei zou bevorderen, is geen enkele vorm van een contra expertise uitgevoerd, om alle facetten te belichten. Waarbij de effecten van de vluchtigheid van ammoniak op een mogelijke neerslag onderbelicht zijn gebleven!

De vraag die we ons echter moeten stellen is; zijn de veehouderijen van invloed op de Kritische Depositie Waarden? En het antwoord hierop is Nee, want de uitstoot van ammoniak door veehouderijen slaat niet neer, omdat ammoniak als waterstofdrager vluchtig is!

Door dit onbegrip over de neerslag van stikstof, staan natuur- en landbouworganisaties weer lijnrecht tegenover elkaar.

Voor het duingebied langs de Nederlandse kust wordt gesproken over een toename van de begroeiing ten gevolge van de stikstofdepositie, veroorzaakt door de uitstoot van ammoniak uit de veehouderij in Nederland. Hierboven is al aangegeven dat ammoniak als waterstofdrager vluchtig is en nooit neerslag van stikstof tot gevolg kan hebben.

Daarnaast is de neerslag van stikstofdioxide ten gevolge van verbranding van fossiele brandstof, zuur van karakter en zal de neerslag daarvan ook niet tot een toename van de begroeiing leiden.

Echter, er is wel degelijk een toename van de begroeiing in het duingebied waarneembaar. Wanneer je van Den Helder naar het Noordzeekanaal door het duingebied fietst, zie je de begroeiing steeds weelderiger worden. Waarbij met de afname van het aantal agrarische bedrijven en de toename van de verstedelijking van de Randstad, juist de begroeiing van het duingebied toeneemt! Volgens de theorie van de Nederlandse overheid zou met de afname van het aantal veehouderijen de stikstofdepositie juist moeten afnemen en daarmee de begroeiing in het duingebied! Maar ter hoogte van het stedelijk gebied van de randstad zien we in de Kennemerduinen juist de grootste toename van de begroeiing in het duingebied!

Zou het niet veel aannemelijker zijn wanneer er sprake is van een toename van kooldioxide (CO2) ten gevolge van verbranding van fossiele brandstof, wat de groei in het duingebied bevordert? Kooldioxide is zwaarder dan lucht, waardoor de CO2 tussen de duinen en in duinvalleien blijft hangen en de groei van bepaalde beplanting al daar zal doen toenemen. Bij een oostelijke wind is er sprake van CO2 neerslag vanuit het stedelijk gebied en bij een westelijke wind is er sprake van CO2 neerslag ten gevolge van de drukke scheepvaart langs de Nederlandse kust. Voor de Waddeneilanden zien we over de voorgaande jaren een lichte toename van de begroeiing, van voornamelijk grasachtige soorten, welke op eenvoudige wijze bestreden zou kunnen worden door begrazing met schapen, zoals dat in het verleden ook gebeurde. En niet door koeien en paarden welke nu in het duingebied de minnende plantjes vertrappen. In het gebied van de Kennemerduinen zou een kudde geiten wonderen kunnen doen!

Al met al kunnen we wel aannemen dat er geen sprake kan zijn van een toename van de groei in het duingebied ten gevolge van de stikstofdepositie door de veehouderijen. Maar de uitstoot van CO2, welke uitstoot wel neerslaat, zal de groei in het duingebied wel bevorderen.

Zo’n 100 jaar geleden moesten er langs de gehele Nederlandse kust, in de duinen dennen geplant worden, wat door de overheid gestimuleerd en gefinancierd werd. Na de tweede wereldoorlog is een hele generatie opgegroeid met het in de winter, in het kader van de werkverschaffing, planten van helm tegen verstuivingen, om het zand in de duinen vast te houden. Nu trekt die zelfde overheid, bakken met geld uit om weer verstuivingen in de duinen te creëren. Hoe gek kan het zijn! En nu moeten de Nederlandse boeren het ontgelden, want die zouden de oorzaak zijn van de groei in de duinen. Is hier sprake van een voortschrijdend inzicht door het kabinet?

Het papegaaien door het kabinet (politiek) over stikstofneerslag ten gevolge van de uitstoot van ammoniak door de veehouderij is pure onzin en een grove leugen! Het inkrimpen van het aantal veehouderijen zal hierdoor niet tot enig effect leiden!

Ten gevolge van de opgave aan Europa van het aantal habitat instandhoudingsdoelen binnen Natura 2000 gebieden en de bepaalde Kritische Depositie Waarden (kritische neerslag waarden) hiervan, moest er volgens de Nederlandse overheid een programmatische aanpak stikstof komen, wat later het programma aanpak stikstof is gaan heten. De Agro Stack berekening moest vervangen worden door een nieuwe stikstofberekening, Aerius genaamd. Een optelsom van alle door de overheid bepaalde uitstoot van stikstof. Waarbij de door de overheid bepaalde uitstoot van ammoniak en stikstofoxide bij elkaar wordt opgeteld als neerslag waarden. Een berekening waarmee getracht wordt ergens naar toe te rekenen, wat de overheid graag zou willen zien. Men zag deze stikstofberekening als een middel om de ontwikkeling van megastallen tegen te gaan, wat een doorn in het oog was van menig politicus en wetenschapper. Maar als we spreken over het verminderen van het aantal megastallen, mede gestimuleerd door die zelfde overheid en het bankwezen, zal de overheid nu over de brug moeten komen. De overheid zal met betrekking tot het mogelijk hebben maken van megastallen, zelf het boetekleed moeten aantrekken! In plaats van het aantal veestallen te verminderen op grond van de zogenaamde stikstof neerslag berekening voor ammoniak! Op Texel zijn geen megastallen en is de agrarische sector redelijk in balans met de natuur. Wat deels gecreëerde natuur is, gestimuleerd en gefinancierd vanuit de overheid.

Piet Standaart,

Den Burg

PS Dit is het derde en tevens laatste brief over de stikstofdepositie (stikstofneerslag).

De eerste brief van Piet Standaart van 21 juni.

De zin of onzin over stikstof - deel 1- 

De lucht die we in ademen bestaat voor 80% uit stikstof (N2) en voor 20% uit zuurstof (O2) Wanneer we een hap lucht en een slok water (H2O) nemen, hebben we alle ingrediënten om ammoniak (NH3) te vormen. 

Het basis principe bij scheikunde is, dat er sprake is van een reactievergelijking, waarbij zich links en rechts van de pijl zich het zelfde aantal atomen bevinden. Er kan nooit sprake zijn van dat er aan de andere kant van de pijl meer atomen ontstaan. Er kan dus geen toename zijn van de elementen.

Dus wanneer een koe een hap lucht en een slok water (H2O) neemt en via de spijsvertering ammoniak produceert, kan er geen sprake zijn van een toename van de hoeveelheid stikstof. Naar de redenering van de overheid zou je hiermee de stikstof uitstoot in de veeteelt wel circulair kunnen noemen. Overigens is de ontstane ammoniak van nature basisch van aard.

Ten gevolge van het eten van vast koolstof houdend voedsel kan er met de slok water (H2O) door de koe ook methaan (CH4) gevormd worden. Zowel methaan als ammoniak zijn ten gevolge van de hoeveelheid waterstof lichter dan lucht en daardoor vluchtig, waardoor methaan en ammoniak maar een beperkte invloed heeft op de omliggende omgeving (natuur).

Echter wanneer we koolstof houdende fossiele brandstof verbranden, ontstaat er ten gevolge van de verbranding primair kooldioxide(CO2) en stikstofdioxide (NO2), welke zuur van aard en zwaarder dan lucht zijn. Hierdoor blijven deze stoffen in de onderste luchtlagen hangen en zullen uiteindelijk neerslaan, waar bij regen er vaak sprake is van zure regen, wanneer de lucht veel CO2 en NO2 bevat. Deze zure regen heeft een negatief effect op de groei van planten, die in het ergste geval zullen afsterven. 

Bij onze scheikundelessen op school hebben we geleerd, dat er bij een base (ammoniak) plus een zuur (stikstofdioxide) een zoutje wordt gevormd. Wanneer de vluchtige ammoniak in de onderste luchtlagen het zure stikstofdioxide tegenkomt, kan er onder de juiste condities een zoutje (nitraat) worden gevormd. En een zoutje is een voedingsstof die de groei van planten kan bevorderen. Hierdoor kan het zure negatieve effect bij de verbranding van fossiele brandstof, worden verminderd. Met andere woorden de productie van ammoniak, door onder andere de uitstoot van koeien, draagt bij om verzuring van de natuur tegen te gaan. 

Om de hoeveelheid uitstoot van ammoniak en stikstofdioxide aan te geven, wordt door de overheid de hoeveelheid stikstof in beide stoffen bij elkaar opgeteld. Maar ammoniak en stikstofdioxide zijn stoffen met totaal verschillende eigenschappen, ammoniak is basisch en stikstofdioxide is zuur, ammoniak is lichter dan lucht, terwijl stikstofdioxide zwaarder is dan lucht. Door nu de hoeveelheid stikstof van ammoniak en stikstofdioxide bij elkaar op te tellen, ontstaat er een situatie, waarbij we twee appels en twee peren bij elkaar optellen en stellen dat we vier stuks fruit hebben. Maar het blijven twee appels en twee peren, die totaal anders van smaak zijn, gelijk ammoniak en stikstofdioxide welke totaal verschillende eigenschappen hebben en eigenlijk niet op te tellen zijn. Daar zowel ammoniak als stikstofdioxide haar stikstof percentage uit de lucht hebben verkregen, kan er door de uitstoot van ammoniak en stikstofdioxide nooit sprake zijn van een toename van de hoeveelheid stikstof in de lucht.

Voor TVL en TVO, later TOP kwam ik op voordracht van de Kamer van koophandel een aantal jaren in een commissie met betrekking tot de aanbevelingen van Europa tot de instandhoudingsdoelen in Natura 2000 gebieden op Texel. Waar later de programmatische aanpak stikstof (PAS) een onderdeel van werd. Met betrekking tot de PAS werd er een nieuwe stikstof berekening “Aerius” vastgesteld. Bij de presentatie van het rapport over stikstofberekening voor Noord Holland in het Provinciehuis in Haarlem, bleek er voor Texel nog ruim voldoende ontwikkelingsruimte was binnen de “Aerius” berekening. Na de presentatie van het rapport was er de mogelijkheid om door studenten een stikstof berekeningen te laten maken. Ik liet de stikstofberekening uit het rapport voor Texel bij twee verschillende studenten maken, die beide de zelfde uitkomst gaven als die in het rapport stond. Ik informeerde het toenmalige college van B&W over de ontwikkelingsruimte binnen de “Aerius” berekening en daarmee de mogelijkheden voor de toekomst van Texel. Twee weken later kwam er een bericht vanuit de Provincie dat er een fout was gemaakt en dat er voor Texel geen ontwikkelingsruimte volgens de “Aerius” berekening over zou zijn. Driemaal de zelfde uitkomst uit de “Aerius” berekening betekent toch blijkbaar, dat dit fout kan zijn volgens de provincie Noord-Holland! Overigens ben ik nooit een voorstander geweest en heb mij daar dan ook tegen verzet, om de Europese aanbevelingen over de PAS op te nemen in de Wet Natuurbescherming, omdat de “Aerius” berekening deels de zelfde tekortkomingen vertoonde als haar voorganger de “Aagro Stacks” berekeningen. En omdat ik van mening ben, dat je geen appels en peren met elkaar kunt vergelijken en dus ook niet kan optellen, zoals dit bij de “Aerius” berekening gebeurt met ammoniak en stikstofdioxide.

Als we de uitstoot van ammoniak (stikstof), ten gevolge van de ecologische voetafdruk door het leven in de Waddenzee, bij laagwater in ogenschouw nemen, een garnaal is immers met drie weken al volwassen, dan valt de uitstoot van stikstof door de veeteelt bedrijven op Texel daarbij in het niet.

Vroeger toen er nog veel fosfaten in de Waddenzee zaten, kon je bij de ijsfabriek de uitstoot van ammoniak al ruiken bij laagwater en oostenwind.

Met een overheersende zuidwesten wind wordt er vanuit het Verenigd Koninkrijk stikstofdioxide aangevoerd, waarbij ten gevolge van de ammoniak uitstoot door de Waddenzee bij laagwater er nitraat ontstaat. Wat misschien de weelderige planten groei van zout minnende planten op slikvelden voor de Friese kust verklaard.

Als we een keer op de razende bol bij zuidwesten wind en laagwater de hoeveelheid stikstofdioxide uit Engeland zouden meten, en uitrekenen hoelang de lucht er over doet om in St. Annaparochie te komen, zullen we uit metingen zien dat de hoeveelheid stikstofdioxide is af genomen ten gevolge van de uitstoot van ammoniak door de Waddenzee. 

Wanneer we de uitstoot van methaan en ammoniak bij veehouderijen willen beperken, kunnen we dat eenvoudig doen door het dak van stallen dicht te maken, waardoor de concentratie methaan en ammoniak in de nok van de stallen zal toenemen, omdat beide lichter zijn dan lucht. Beide stoffen bestaan uit stabiele moleculen, welke niet zullen mengen. Daarnaast wordt ammoniak bij 8 bar al vloeibaar, terwijl methaan pas bij 20.000 bar vloeibaar wordt. Deze eigenschappen hebben tot gevolg dat wanneer we de gassen uit de nok van stallen met een compressor comprimeren naar zo’n 12 bar, het methaan nog gasvormig blijft en de ammoniak vloeibaar geworden is. We kunnen nu het methaan van de ammoniak scheiden in een methaan/ammoniak separator, waarbij we het methaan middels een drukregeling en via een filter in het aardgas netwerk toevoegen.

Terwijl we de vloeibare ammoniak via een niveauregeling met zo’n 10 bar kunnen afvoeren naar een opslagtank. Via een ijzeroxide katalysator kunnen we de ammoniak vervolgens scheiden in stikstof en waterstof. Waarbij we de waterstof via een fuelcell (waterstofgenerator) kunnen omzetten in elektriciteit. De hoeveelheid stikstof kan bijvoorbeeld benut worden voor het maken van kunstmest.

Hiermee kunnen we de in een veestal geproduceerde stoffen ammoniak en methaan eenvoudig scheiden, waarmee deze hergebruikt kunnen worden als stoffen die we anders via een complexe techniek moeten produceren, laten we deze nu op eenvoudige wijze door het vee (koeien) produceren. Zie bijgaande principe schets (hoofdfoto bij dit artikel).


De tweede brief van Piet Standaart van 28 augustus.

De zin of onzin over stikstof - deel 2-

Al eerder werd er door de TC een stuk van mij met de zelfde titel op haar website geplaatst.

Je ziet nu een ontwikkeling, waarbij zelfs de wetenschappers gaan twijfelen aan de juistheid van de verkregen depositiewaarden (hoeveelheid stikstof neerslag)! In ieder geval is er onduidelijkheid, waar de gemeten hoeveelheid stikstof vandaan komt.

Wanneer er aangenomen wordt, dat 35% aan ammoniak uit de Noordzee komt, die de groei van de habitat in het duingebied beïnvloed, dan zou je verwachten dat deze ammoniakuitstoot, juist de groei van de eerste duinrand beïnvloed, maar daar is niets van waarneembaar. Doordat ammoniak (NH3) als waterstofdrager vluchtig is, kan deze verderop in het duingebied geen invloed meer hebben. Maar de wetenschappers twijfelen nu zelf of er wel ammoniak uit de Noordzee komt. Dit zelfde geld ook voor de uitstoot van ammoniak door de veehouderijen op het eiland, de invloed hiervan is ook zeer beperkt, omdat benedenwinds van de heersende windrichting er niet echt een toename van de groei van de habitat waarneembaar is. De vluchtige ammoniak kan redelijker wijs dus eigenlijk ook geen invloed uitoefenen op habitat in het duingebied. De heer Lindeboom stelt in zijn verhaal dat de invloed van een veehouderij hooguit 150 meter kan zijn! Maar waarschijnlijker is, dat de invloed van de ammoniak uitstoot door een veehouderij nog veel beperkter is. Maar bij een invloed van maximaal 150 meter van de ammoniak uitstoot, is er maar één veehouderij die bij een oostelijke wind van invloed zou kunnen zijn op de habitat in het duingebied. Maar van een gewijzigde habitat in het duingebied daar, is niets waarneembaar. Hoe komen de wetenschappers dan tot de conclusie dat de weelderige groei in het duingebied komt door de uitstoot van ammoniak? Is het niet veel aannemelijker, dat de groei van de habitat in het duingebied een geheel andere oorzaak heeft, dan die van ammoniak? Ook de uitstoot van stikstofoxide (NO2) door verbranding van fossiele brandstof zal de habitat groei niet bevorderen, omdat deze zuur van aard is en daardoor juist de groei zal tegen gaan. 

De vraag die we ons moeten stellen hoe komt het, dat de groei van sommige habitats toeneemt in het duingebied? Ook moeten we ons realiseren, wanneer we aan de eis van de landelijke overheid willen voldoen, het terugdringen van 70% aan stikstofdepositie, dat niet alleen het aanzien van ons eiland drastisch zal veranderen, maar ook die van onze gehele samenleving! En dat moet dan binnen 8 jaar plaatsvinden. Het lijkt mij een onmogelijke opgave! 

Als lokale politiek zou je aan de landelijke overheid en de provincie als uitvoerende macht, om een onderbouwing moeten vragen, waarop het is gebaseerd, dat de ammoniakuitstoot door de veehouderij op het eiland van invloed is op de habitat in het duingebied? Het wordt steeds aannemelijker, dat er sprake is van een dwaling ten gevolge van aannames. 

Het doet mij denken aan, het in der tijd door de overheid vaststellen van een legionella besmetting bij 5 kolonie vormende eenheden (KVE), de kleinst meetbare hoeveelheid. Terwijl in de rest van Europa voor drinkwater 1000 KVE en voor open water (bijvoorbeeld koeltorens), 10.000 KVE werd aangehouden. Pas toen Nederland zich hiermee belachelijk maakte in de rest van Europa, werd de besmettingsgraad in Nederland ook naar 1000 en 10.000 KVE gebracht.

Zou het niet verstandig zijn, dat met in achtneming van de Europese vogel en habitat richtlijn en de instandhoudingsdoelen binnen de Natura 2000 gebieden in Nederland, door de mogelijke invloed van stikstof, de zelfde maatstaf voor de habitat wordt aangehouden als die door de andere Europese landen wordt gehanteerd? Doordat er sprake is van een Europese aanbeveling, kan het toch niet zo zijn, dat Nederland hiervoor een andere interpretatie hanteert dan de andere lidstaten. De Europese instandhoudingsdoelen houden toch niet op bij de Nederlandse grens?

De nieuwe podcast van de Texelse Courant.
Podcast Texelse Courant 18 april 2024 Algemeen 2 uur geleden 1
Afbeelding
Opvangcentra werken samen voor verstrikte zeehonden Algemeen 4 uur geleden
Afbeelding
Texel '94 moedeloos door vernielingen Algemeen 5 uur geleden 7
Afbeelding
Voorkom maaislachtoffers Algemeen 7 uur geleden
Lopen voor de Avondvierdaagse.
Start inschrijving Avondvierdaagse Algemeen 9 uur geleden 1
Afbeelding
Markant huis in BinnensteBuiten Algemeen 17 apr, 17:00 3
Samen veilig fietsen
Veilig Verkeer Nederland organiseert de opfriscursus "Het Nieuwe Fietsen" Algemeen 17 apr, 14:22 2
Het Rode Kruisgebouw in de Jonkerstraat, waar Voedselbank Texel gevestigd is.
Open ochtend bij Texelse voedselbank Algemeen 17 apr, 14:00