Zaak drugslab: eisen tot vijf jaar cel

De officier van justitie heeft vrijdag voor de rechtbank in Alkmaar celstraffen tot vijf jaar geëist tegen drie mannen die in De Koog een drugslab zouden hebben gerund. De aanklaagster sprak van "zware en professionele georganiseerde criminaliteit", met een "groot risico voor de samenleving".

De drie – twee Colombianen van 49 en 41 jaar en een Spanjaard van 43 jaar – werden op 11 maart van dit jaar opgepakt. Dat gebeurde nadat in de woning aan de Pijpersdijk waar ze volgens het Openbaar Ministerie (OM) hun lab hadden ingericht brand was uitgebroken. De drie namen – getuigen spraken van "gehaast en schichtig" – de benen, met rolkoffer en al. De politie vond ze later gestrekt op de grond liggend, verstopt achter een hek.

In de woning trof de recherche bijna 15 kilo cocaïne aan, erbuiten nog eens ruim 1 kilo. Daarnaast was het huis tot de nok toe gevuld met brandgevaarlijke chemicaliën voor de productie van cocaïne en het terugwinnen van de drug uit zogenoemd dragermateriaal, in dit geval volgens de officier van justitie vermoedelijk Colombiaanse Juan Valdez koffie. Tussen de materialen bevonden zich tientallen liters van goedjes als zoutzuur, zwavelzuur, aceton en bio-ethanol. "Het enorme risico van brand en voor het milieu liet deze mannen volledig koud", zei ze.

De verdachten ontkennen, maar hebben tijdens het onderzoek nauwelijks helderheid verschaft. Ze hebben in de ogen van het OM slechts "ongeloofwaardige verklaringen" afgelegd over hun rol en positie "in een wereld waarin enorme sommen geld worden verdiend". Een van de drie heeft voornamelijk gezwegen, een tweede zei dat hij op een loods kwam passen en een derde zei dat hij was ingehuurd om een huis schoon te maken.

"Totaal onaannemelijk" vond de aanklaagster het dat de mannen als nietsvermoedende oppasser en schoonmaker werden ingevlogen "en zomaar in een drugslab van deze forse omvang" werden gelaten. "Deze mannen bewoonden en bewaakten een woning waarin bijna 15 kilo coke lag. Ze wisten precies waarvoor ze kwamen en wat er in de woning gaande was."

Dat de drie vermoedelijk niet de grote organisatoren zijn en elkaar bovendien niet of nauwelijks kenden, doet volgens de officier van justitie niets af aan de ernst van de zaak. "Deze mensen zijn met achterlating van vrouw en kinderen afgereisd naar Nederland om hier aan de drugsproductie te verdienen. Ze wisten precies waarmee ze bezig waren."

Verder onderzoek naar opdrachtgevers heeft niets opgeleverd. De woning waarin het drugslab was gevestigd, stond te koop en werd regelmatig verhuurd. De eigenaar – geen verdachte in de zaak - kreeg begin dit jaar een contante vooruitbetaling van 3.000 euro en haalde het huis vervolgens tot 24 maart uit de verhuur. Hij wist alleen te melden dat het geld kwam van een buitenlandse man en vrouw. Verder wist hij niets over hun identiteit. Op het moment van de brand was het volgens hem een kleine drie weken verhuurd.

De officier van justitie eiste vrijdag vijf jaar cel tegen de beide Colombiaanse verdachten. De Spaanse verdachte hoorde een jaar minder eisen. Hij kwam naar eigen zeggen pas de avond voor de brand aan en zei dat hij was ingehuurd voor schoonmaakwerkzaamheden. Hoewel het OM geen snars van zijn verhaal gelooft, kon de officier van justitie in zijn geval een deel van de aanklacht niet bewijzen.

Advocaten Henk Koopman en Herman Teunisse toonden zich verontwaardigd over de hoogte van de strafeisen. Grote delen van de aanklacht vonden zij niet bewezen. Koopman karakteriseerde een van zijn twee cliënten – de 41-jarige Colombiaan – als een "in Spanje geronselde illegaal, die alleen heeft toegehapt om zijn zoon te kunnen helpen".

De werving van de mannen was volgens hem niets meer of minder dan "moderne slavernij". "Dit zijn 'onderknuppels', mensen in een uitzichtloze situatie die hopen een beetje geld te verdienen." Hij kon rekenen op de instemming van Teunisse, die benadrukte dat de straf voor zijn cliënt ten opzichte van de eis "sterk moet worden gereduceerd". De rechtbank doet 29 september uitspraak in de zaak.