Afbeelding
Foto: Eva Groot

"Burgerlijke ongehoorzaamheid is soms geoorloofd"

Joost Lap (bijna 10) komt uit Den Hoorn en zijn opa Pieter Jan Kooger (60) uit De Waal. Beide dorpen hebben al een tijdje geen basisschool meer: de Redmer IJska verdween 20 jaar geleden, de Jan Drijverschool bijna 10 jaar geleden. "Ik weet dat er geen keuze is, maar ik had het graag anders gezien. Op deze manier krijg je slaapdorpen. De gemeente moet zorgen dat alle buitendorpen leefbaar blijven, bijvoorbeeld met woningen voor verschillende doelgroepen."

Pieter Jan woont al zijn hele leven in De Waal. "Ik ben geboren op het Hogereind en woon er nu nog. Wat ik vooral heb zien veranderen, is de samenstelling van de bewoners. Vroeger was het dorp kleurrijk en jong, nu is het vooral grijs. Er zijn nog maar een paar kinderen. Gevolg: de biljartclub is groter dan de club die je wekt met luilak. Nu kun je dat niet erg vinden, maar eigenlijk ís dat het wel." Ook in Den Hoorn is inmiddels de school verdwenen. "Ik weet dat er geen keuze is, maar ik had het graag anders gezien. Op deze manier krijg je slaapdorpen. De gemeente zou de buitendorpen moeten voorzien van woningen voor verschillende generaties, want er zijn genoeg jonge gezinnen die graag in de buitendorpen wonen. De visie ontbreekt nu."

Dat Joost in zijn eigen dorp op school zou zitten, kan hij zich dan ook niet voorstellen. Elke dag gaat hij heen en weer naar de Skool in Den Burg. Na school gaat hij graag gamen, fietsen of stenen zoeken. Hij zit 'op' metaalbewerken en scouting en speelt graag met Lego. Ook later wil Joost graag op Texel wonen. "In een groot huis, in Den Hoorn, net als nu. In de stad heb je ook supergrote huizen, maar als je die dan koopt, blijkt dat het allemaal kleine huisjes zijn. En het is er heel druk. Later wil ik archeoloog worden en ga dan af en toe heen en weer naar Egypte. Maar niet op de fiets. En dan neem ik opa mee, dan gaan we daarna naar Spanje, daar houdt hij van."

Behalve zijn verjaardag, vindt Joost de meierblis het leukste Texelse feest: "Het is leuk om dingen in de fik te zetten." Daar is Pieter Jan het mee eens: "En mocht het voortbestaan in het geding komen, dan ga ik op m'n zestigste voor het eerst in een actiegroep. We moeten zorgen dat dat soort cultureel erfgoed blijft bestaan. Een beetje burgerlijke ongehoorzaamheid is dan geoorloofd."

"Sowieso vind ik dat er meer maatwerk mag komen voor Texel. Dingen die in Den Haag werken, werken hier niet - en andersom. Wanneer de lokale politiek en de burgers dichter bij elkaar staan, komt er bovendien meer begrip als er eens iets niet goed gaat. Dan kun je zeggen: 'We hebben ons best gedaan, op lokaal niveau, maar het is niet gelukt'. Maar dan zie je in elk geval dat iemand zich inzet. Dat hoop ik voor de toekomst van mijn kleinkinderen: de politiek dichter bij de samenleving, een lokale aanpak, verantwoordelijkheid pakken." Zoals bij de Jurk, vult Joost aan: "Ik heb de documentaire gezien en verwacht dat de Jurk nu altijd op Texel blijft. Anders moeten we in de auto zitten om 'm te zien, terwijl 'ie uit de Texelse zee komt. Dat vind ik een mooi verhaal."