Denise in het telgebied.
Denise in het telgebied. Foto: Eva Groot

"De hommel verdient meer aandacht"

Het gaat niet goed met de hommel: leef- en nestelgrond versnippert of wordt te strak onderhouden, en er worden veel bestrijdingsmiddelen gebruikt, wat de voorplanting niet ten goede komt. "De hommel verdient meer aandacht", vindt Denise Willemstein uit Den Hoorn. Denise schreef een kinderboek over hommels - Bobo en Hommeles, is eigenaar van de website welkehommelisdit.nl én loopt maandelijks een route vlakbij haar huis om hommelsoorten te tellen voor het Meetnet Hommels van EIS Kenniscentrum. 

De redactie loopt een ronde met Denise mee. Gewapend met een vlindernetje, fototoestel en windmeter. De route is verdeeld in meerdere vakken. Zo kan Denise goed bijhouden waar ze welke hommels heeft gespot. De wandeling telt slechts een paar honderd meter, maar duikend tussen de bloemetjes zijn we daar wel even zoet mee. Oranje kontjes, witte kontjes, diverse kleuren borststukken en strepen: het is opletten geblazen en goed kijken om de juiste soort te kunnen noteren.

Om de vinger aan de pols te houden voor de hommel, is het meetnet in 2018 opgericht. Denise meldde zich dit jaar aan om hommels te tellen. De eis van EIS is dat 'hommeltellers' één keer per maand een vaste route lopen. Tellen kan op aantallen of op soortniveau. "Als je je aanmeldt, krijg je eerst een vragenlijstje. Dan wordt beoordeeld of je genoeg kennis hebt om op soortniveau te tellen. Ook krijg je een cursus om je soortenkennis te vergroten."

Er zijn dertig soorten in Nederland bekend, wij tellen er vijf: we treffen vier steenhommels (zwart met oranjerood kontje), twee aardhommels (witte kont, één gele streep op het borststuk), vier tuinhommels (witte kont, twee gele strepen op het borststuk) en een akkerhommel (oranje kontje, oranje borststuk). "We zien al veel tuinhommels", concludeert Denise. "Meestal is de aardhommel eerder." Een bijzondere waarneming doen we ook: de moshommel (geel met oranjerood borststuk - zie inzet). "Die wordt in heel Nederland maar weinig gezien, behalve op Texel. Hetzelfde geldt voor de langhoornbij. Die is extreem zeldzaam en komt alleen hier in dit gebied rond Den Hoorn voor, en in Limburg. De langhoornbij nestelt in de dijk, dat is lekker warm, en voedt zich graag met nectar van de blauwe ossentong, die hier in de duinen spaarzaam groeit."

"Vroeg in het jaar zie je vooral koninginnen", vertelt Denise. "Die verzamelen een grote hoeveelheid voedsel en gaan dan op zoek naar een plek om een kolonie te stichten. Vaak in een holletje onder een graspol of in het mos. Daar leggen ze eitjes, waar dan werksters uit komen. Pas later in het jaar vliegen de mannetjes uit." Nestelen wordt de hommel steeds lastiger gemaakt, zegt Denise: "De hommel heeft ruige grond nodig om te nestelen. Als alles netjes gemaaid wordt, kan de hommel geen beschermd holletje maken tussen hoog gras. Een strak gazon, dat is niks voor ze. De paardenbloem is essentieel voor de hommel: die bestaat uit allemaal kleine bloempjes met ieder een eigen nectarbuisje: heel veel voedsel in één bloem. All you can eat, dus."

Ook bestrijdingsmiddelen vormen een uitdaging voor het voortbestaan van de hommel. "Ze vallen niet direct dood neer als ze bestrijdingsmiddelen binnen krijgen, maar gif slaat op het reproductievermogen", legt Denise uit. "Ze leggen dus minder eitjes. En bovendien gaat het gif in het hele systeem zitten. Dus óók biologische honing, bevat bestrijdingsmiddelen."

Texel telt momenteel één hommelteller, en dat is Denise. Wie ook minimaal één keer per maand in een zelfgekozen gebiedje een ronde van 350 tot 1.000 meter wil lopen om te tellen, om zo in kaart te brengen hoe het gaat met de hommel, kan zich aanmelden via vlinderstichting.nl.

Afbeelding