Jan Lap met vrienden Kees Keyser en Kees Piet Witte op de solex.
Jan Lap met vrienden Kees Keyser en Kees Piet Witte op de solex.

Dichter op de trekker

“Waar begin je aan?”, vroeg Nettie Lap toen echtgenoot en akkerbouwer Jan uit de Prins Hendrikpolder ja had gezegd op de vraag om een gedicht te schrijven.

Jan van hoeve 'De Prins' is één van de Texelaars die door Eilanddichter Fiet van Beek is gevraagd een gedicht te schrijven, in de aanloop naar de Gedichtenmiddag op woensdag 17 mei in OSG De Hogeberg.

 

Hij had de vraag niet zien aankomen. “Afgezien van wat rijmen voor pakjesavond heb ik niet zo veul met gedichten schrijven”, vertelt Jan, die best even had geaarzeld voor hij toezegde. “Als je iets gaat doen waarvan je niet goed weet wat het is, voelt dat best kwetsbaar.”

Maar hij herinnerde hij zich ook het advies dat hij ooit kreeg van een leraar op de middelbare school. “Zeg niet te snel nee als mensen je vragen voor iets nieuws dat je niet eerder hebt gedaan. Ze vragen je niet zomaar.” Jan: “Dat heb ik altijd onthouden.” Zoals voor de Kerkenraad, waarin hij ook Eilanddichter Fiet van Beek tegenkomt, die hem wist te porren voor het gedicht. Aan creativiteit en originaliteit ontbreekt het niet bij deze Hoornder. Zo is hij vaste speuler met Ouwe Sunderklaas, waarbij hij op ludieke wijze in de huid van menig dorpsgenoot is gekropen.  

Maar zo’n gedicht schrijven over vriendschap, da's wat anders. “Ik heb er niet de rust voor om ’s avonds in de kamer te gaan zitten en diep te gaan zitten nadenken. Veel teveel afleiding.”

De trekker bracht uitkomst. “Als ik daarop zit heb ik alle tijd om rustig na te denken. Willem (‘Sjeik’) Bakker van Spyk zei al: ‘Als ik trekker rij, heb ik alle tijd om kattenkwaad te bedenken.”

Wijzend naar een akker verderop. “Toen ik daar feugeltjesgraan (zomergraan) aan het zaaien was, stond de GPS aan. De trekker rijdt dan vanzelf kaarsrecht, alleen tijdens het keren hoef ik te sturen. Alle tijd om na te denken. Ik had een papiertje en een pen bij de hand. Dingen die me te binnen schoten, schreef ik op. Zo heb ik dit gedicht gemaakt.”

Hij pakt een foto van de muur, waarop hij op de solex in bijpassende outfit poseert met Kees Piet Witte van Dordrecht (rechts) en Kees Keyser van Molenbuurt (midden). “We zijn al bevriend sinds de Landbouwschool. We kennen mekaar al zó lang. Ook al zien we mekaar een half jaar niet, dan pakken we het zo weer op. Het verwatert niet. Deze solexrit was toen Kees Piet 65 werd."


Vriendschap


Om vriendschap te verklaren

moet je het zelf voelen en ervaren.

Is ook niet voor even,

maar vaak voor de rest van je leven.

Je bent met elkaar begaan,

en deelt een lach en een traan.

Het is niet onderhevig aan slijtage of roest,

en na lange tijd in onbruik zo weer opgepoetst.

Vriendschap gaat boven geld en goed,

dat is het wat het ‘m doet.

Echt om elkaar geven.

Dat zijn de mooie dingen in het leven!


Jan Lap (1956), Den Hoorn, boer ‘De Prins'