Randverschijnselen

Skitterend


Ik ken wel janke só mooi, só skitterend as dut ik 't hier vind: Anna Trap zong het al in haar nummer Skommelnacht. Dat ging dan weliswaar over ‘Strend’, maar ik denk dat dit gevoel van trots alle Texelaars zo nu en dan overvalt. Hoe we bij tijd en wijle ook af kunnen geven op het toerisme, op de gemeente en andere kaderstellende instanties: het is hier eigenlijk best prima toeven. Zeker met onze eigen feesten, zoals afgelopen weekend de meierblis. En sindsdien gaat het liedje van Anna niet meer uit mijn hoofd. 


Met twee van de drie kinderen (nummer één begint haar eigen ‘tradisies’ te ontwikkelen) ging ik voor het eerst naar de meierblis in onze nieuwe woonplaats Den Hoorn. Tot nu toe schoven we altijd aan in Den Burg. Dan hield ik het na een half uurtje liever voor gezien. Te massaal, te heet, te koud, te veel rook, te veel wind, hoesten, jeukende ogen, jengelend grut, verkoolde broodjes, warm bier. Kortom: doffe ellende.


Mijn verwachting was nu dan ook niet anders. Na het eten iedereen in wol en katoen hijsen, gauw even heen, een paar foto's, want dan zijn we er geweest en kunnen we 'm weer afstrepen. Naar huis, drie keer haren wassen en de wasmachine aan. Maar toen kwam er bericht van een andere ouder uit het dorp: “Ga jij morgen nog met de kids naar de meierblis? We willen rond 5 uur heen, kunnen ze nog lekker spelen. Wij broodjes bakken.” 


Vijf uur heen? Spelen? Broodjes bakken? Dat betekent: verwachtingen bijstellen, of misschien mijn eigen 'traditie' loslaten. Voor ik het wist stond ik aardappels in zilverpapier te vouwen en komkommer te snijden. Plantenstokken voor broodjes, check. Water, check. Handdoek om op te zitten, check. Zonnebrilletjes en zakdoeken, check. En tegen vijven zaten we met ons hele hebben en houwen in de bakfiets.


Als een van de eersten schoven we aan in een hoekje met andere Hoornders. De kinderen waren al gauw los en vermaakten zich met eten, hutten bouwen, fietsen en broodjes bakken. (Dat laatste is eigenlijk niet waar, want wie ging er uiteindelijk met verschroeide armharen naar huis? Juist. Het grut heeft slechts geduld voor een lauwwarme marshmallow.) Een beetje vrijlaten, een beetje loslaten, een beetje genieten. Dat blijkt op zo'n avond gewoon te kunnen, en meer is helemaal niet nodig - behalve uiteraard stralend mooi weer.


Eenmaal (voor het donker!) thuis, de kienders skóón te bèèd en een fles shampoo later werd ik overvallen door een gevoel van euforie: dit is toch hoe je je kinderen wil opvoeden? En wat je wil dat je kinderen hun eigen kroost straks kunnen meegeven? Buiten ravotten, fikkie stoken, mooie herinneringen maken. Waar ik het gros aan lokale politieke onderwerpen (uitzonderingen daargelaten) me persoonlijk niet zo aantrek en maar wat langs me heen laat gaan, besefte ik die avond opeens dat óók ik me hard wil maken voor het behoud van ons cultureel erfgoed.


En nu kan het nog. Nu de gemeente ‘ons’ – alle Texelaars – vraagt om mee te denken over de toekomst van Texel, moeten we dat verdorie ook doen. Want wat als er straks geen meierblis meer is? Geen opvlammende gekte om vraag naar de laatste overalletjes in maat 116 of 134 op Wat je maar kwijt wilt? Geen misgrijpen naar blikjes knakworst in de supermarkt? Geen ‘nog even snoeien want dan hebben we ook wat voor op de blis en oh dit stoeltje kan er ook wel op’? Geen huis dat – ondanks deuren en ramen dicht – nog een week naar fik stinkt? Geen zwarte poriën zonder mee-eters?


Op Instagram zag ik dat de oud-Texelse Anna voor de meierblis ook de overtocht naar het eiland had gemaakt. "Het kan nog", schreef ze bij een van haar story's. En laten we alles op alles zetten om dat zo te houden (red.: meedenken over de toekomst van Texel: ikgeefomtexel.nl). Ik vraag me af of ze zaterdag haar eigen liedje in haar hoofd had. Want in welk dorp dan ook: de meierblis is skitterend


Eva