Afbeelding
Foto: Eva Groot

"Die jongens weten amper waar ze moeten zitten"

“Na schooltijd spreek ik graag buiten af met vrienden”, vertelt Widalson (12), kleinzoon van Rita de Wit (82), beiden uit Den Burg. “Dan lopen we maar wat door het dorp. Want met een bal spelen, dat kan eigenlijk nergens. Bij de Stayokay worden we weggestuurd, bij de Fontein zijn de baskets kapot, en we hebben vaak geen zin om helemaal naar Oudeschild te fietsen.” Rita: "Er is hier steeds minder aanbod voor ze.”

“Ik zat in de leerlingenraad van de Skool”, vertelt Widalson. “Er zouden stembussen komen, en een voetbalveldje op het plein. In De Koog en in Oudeschild hebben ze dat, maar hier is er geen plek om na schooltijd te voetballen, volleyballen of basketballen. Voor de velden van Texel ’94 heb je voetbalschoenen nodig, op het schoolplein mag je qua balspelletjes alleen tafelen. Dat zijn we inmiddels wel zat. Verder is het alleen leuk om met elkaar te praten op de trampoline of de schommels.”

“Er is steeds minder aanbod voor ze”, vindt ook oma Rita. “Terwijl er steeds meer grote, vaak buitenlandse gezinnen hier in de buurt komen. Die kinderen houden ook wel van een balletje trappen: het zou fijn zijn als er meer ruimte voor gemaakt werd. Want ze komen nu vaak allemaal hier, bij de speeltuin aan de Buytengors, dan lopen ze elkaar ook wel eens in de weg. Veel ruimte is er niet en de speeltoestellen zijn bovendien verouderd. Die praatpalen staan hier al eeuwig en zijn al tijden stuk, maar er gebeurt niets mee.”

Waar dan wel ruimte is? "Bijvoorbeeld op de ijsbaan”, oppert Widalson. "Daar staat nu alleen twee doeltjes. Terwijl er nog van alles omheen kan: zoals een basketbalring en een volleybalnet.” Rita: "Daar is wel ruimte voor bijvoorbeeld Johan Cruyff-courts. Of op de twee plaatsen waar nu de stenenopslag is voor de Emmalaan, of bij de sporthal. En er ook mag meer ruimte komen voor jongeren. De broer van Widalson, Widlem, is 17, die jongens weten amper waar ze moeten zitten en worden overal weggestuurd. Vroeger was dat anders. Toen was er meer saamhorigheid. Dan hielden we net z'n allen een markt, maakten we gebakken vis voor de hele buurt. En met Pasen eieren verstoppen, we maakten een buurtkrantje. Dat heb je hier nu niet meer.”

Rita: “Waar hopen we op? Meer betaalbare huizen. Mijn kleinkind Fèz van achttien wil hier graag wonen. Maar dat moet wel kunnen. Hetzelfde geldt voor Widlem.”

“En ik wil later ook op Texel wonen”, zegt Widalson. “Ik ben niet zo’n stadsbewoner, ik houd niet van zo veel mensen. Ik woon liever met m’n vrienden op een klein eilandje. En ik houd van de natuur en van dieren: ik wil graag bioloog worden.”