Fiets


(voor Joke)

Op haar fiets waai ik langs het wad,

wind en zon, schapen en zee

Ik knipper

tegen het licht

Je gaat met me mee op de bagagedrager

                 wat weegt een ziel

                 ze zeggen 21 gram

voor jou is de wind niet meer tegen

je stem klinkt in mijn hoofd

Kijk, een bergeend

                 jouw lievelingsvogel

Kijk, een lepelaar

                 de mijne

Kijk, een wulp

                 die kijkt naar z’n gulp

Kijk, in de verte, Vlieland

                 daar is altijd mist

Wat ik mis:

lachen tot we buikpijn

zingen tot we schor

praten tot we het snappen

de puzzel van het leven leggen

er is altijd een stukje zoek

Geertje de Vries (1969), Oosterend, 

dominee Waddengemeente