Aad Bakker in een vriendschappelijk onderonsje met clubvoorzitter Jaap Dros.
Aad Bakker in een vriendschappelijk onderonsje met clubvoorzitter Jaap Dros. Foto: aangeleverd

Onvermoeibare schaakpromotor

Boerenzoon, Indië-veteraan en biologie- en scheikundeleraar Aad Bakker van Spyk was een man met vele passies. Als onvermoeibare promotor van de schaaksport organiseerde hij de meest bijzondere evenementen.

Schaakclub En Passant werd opgericht in 1959, maar kwam pas echt tot bloei nadat Aad Bakker in 1971 na diverse omzwervingen naar Texel terugkeerde. Op zijn initiatief sloot de vereniging zich aan de bij de landelijke bond. Bovendien zette hij een populaire cursus voor beginners op touw. Een paar jaar later al behaalden vierentwintig jeugdleden het pionnen-, toren- of koningsdiploma, volgens het door de bond ontwikkelde lessysteem. Daarmee legde hij de basis voor een bloeiperiode, waarin wekelijks talloze schakers de clubavonden bezochten.


Razende Bol

In het promoten van zijn liefde voor het schaken was Aad onvermoeibaar. Bovendien had hij een creatieve geest. Bij zijn uitvaart memoreerde clubvoorzitter Jaap Dros de wedstrijd tussen Texel en Den Helder, met als inzet de Razende Bol, waarvan het eigendom in die jaren werd betwist. “Het was de bedoeling om er met een boot naar toe te varen om daar de match te spelen. Hij wist het te regelen dat de beide burgemeesters aan het eerste bord zouden spelen. Voor Texel was dat burgemeester Engelvaart. En Passant en de Helderse club MSC leverden beide een delegatie van hun tien sterkste spelers. De winnende gemeente zou de Razende Bol mogen opeisen. Helaas was het op de bewuste dag zulk noodweer dat een tocht naar de zandplaat niet verantwoord was. Maar Aad had al een alternatief geregeld: hoofdonderwijzer Van Wolferen uit Den Hoorn stelde zijn woning, die de naam Razende Bol droeg, beschikbaar. Uiteindelijk speelden we dus niet op, maar in de Razende Bol. In de woonkamer zaten de schakers schouder aan schouder. Hoewel we niet tussen de zeehonden zaten, was de match een succes, al beet Texel helaas in het zand.”

Daarnaast trok Aad de aandacht met een wedstrijd op de TESO-boot, waarbij schakers van Texel en uit Den Helder het al heen en weer varend in estafettevorm tegen elkaar opnamen. Velen dachten aan een grap, omdat het 1 april was, en de Texelse wethouder Westdorp liet daarom verstek gaan. Het evenement kreeg een paar jaar later een vervolg op de Dageraad van schipper Leo Visser, die naar Terschelling en terug voer, met aan boord schakers van En Passant en zusterverenigingen uit Den Helder, Aartswoud en Bolsward.


’s Zomers trok Aad een boerenkiel aan en speelde hij op de folkloremarkt tegen toeristen. De opbrengst was voor de clubkas. Ronduit spectaculair waren de massaal bezochte simultaanwedstrijden die wereldtoppers Jan Timman en Hein Donner op diezelfde markt gaven.

Een jarenlange strijd om op 4 mei over Nederlands-Indië te mogen vertellen


De meeste tijd stak Aad in clubblad Eppie, dat hij goeddeels in zijn eentje vulde met wedstrijdverslagen, commentaren, reportages en andere zaken. “Hij verzorgde zelf de financiering door op de fiets door Den Burg te karren en bij alle winkels en bedrijven binnen te lopen om de ondernemers een advertentie aan te smeren. Aad bedacht de advertenties zelf, vaak met een verwijzing naar het schaakspel.” Om nooit te vergeten was de slogan 'Uw lopers staan sterker op schoenen van Hoogerheide'.


Spyk

Aad Bakker werd op 15 juni 1926 geboren op boerderij Spyk, even buiten Den Hoorn. Als oudste zoon was hij voorbestemd om het bedrijf over te nemen, maar hij koos voor het onderwijs en ging in Alkmaar naar de kweekschool. Vlak daarvoor was hij in november 1944 als een van de jongste van honderden Texelaars door de Duitse bezetter te werk gesteld in Assen.


In 1949 werd hij als dienstplichtig soldaat uitgezonden naar Nederlands-Indië, waar een onafhankelijkheidsoorlog tussen Nederland en de lokale bevolking woedde. Die uitzending zou de rest van zijn leven bepalen. Tijdens een herdenkingsbijeenkomst in 2015 vertelde Aad hoe hij als ‘argeloze nieuwkomer’ meeging op patrouille en getuige was hoe een gevangengenomen Indonesische vrijheidsstrijder zonder pardon werd geëxecuteerd. Geregeld waren ook dode en gewonde kameraden te betreuren. “Ik heb gelukkig nog de kans erover te vertellen. Maar er zijn ook Texelse jongens die dat niet konden, zij hadden te veel meegemaakt”, memoreerde hij.


Jarenlang streed hij ervoor om op de Dodenherdenking over zijn belevenissen in Indië te mogen vertellen, maar het 4/5 Mei Comité hield dat tegen. Samen met andere veteranen organiseerde Aad uiteindelijk een alternatieve herdenking in het Hoornder kerkje. “Het hield hem zo bezig, dat hij vlak voor zijn dood zei dat hij was benaderd om alsnog op 4 mei te spreken. Maar hij had het misschien ook wel gedroomd, dacht hij. Het gebrek aan erkenning vond hij frustrerend”, vertelt dochter Loes.


Aad bouwde een enorme boekenverzameling over Nederlands-Indië op. Zijn kinderen hebben besloten die te doneren aan de Stichting Halin, die zich al sinds 1955 het lot aantrekt van voormalige landgenoten in Indonesië die door de oorlog hulpbehoevend zijn geraakt. Halin verkoopt de boeken. Vijfentachtig procent van de opbrengst gaat naar de slachtoffers.


Biobak

Schaken en Indonesië waren niet de enige zaken waarin veel van Aads tijd en aandacht ging zitten. Hij was een bevlogen biologie- en scheikundeleraar, die zijn leerlingen - die hem liefkozend biobak noemden - buiten lestijd De Muy, Korverskooi en andere natuurgebieden liet zien. Excursies begonnen soms al om vier uur ’s ochtends. Samen met collega Simon Dros stapte hij ’s zomers op de trein naar Oostenrijk, waar ze met scholieren hoog in de bergen huttentochten maakten.


Met Matthijs – één van de vijf kinderen die hij en zijn vrouw Riet Reij kregen – deelde hij de liefde voor zeilen. Met eigen boten Tjakker I, II en III maakten ze verre reizen, zelfs een keer over de Oostzee naar Finland. In Denemarken kwam een zwerfkat aan boord, die ze tot scheepskat bombardeerden en Vrijdag noemden. Een keer werd Aad zeeziek en verloor hij het bovenste deel van zijn kunstgebit aan de golven. Tijdens zijn laatste vaartocht was hij al tachtig. Bij een plotseling opkomend noodweer op het IJsselmeer sloeg de boot om en werd Aad onderkoeld uit het water gehaald.


Ook zijn liefde voor muziek gaf hij door. Dochter Loes studeerde fluit aan het conservatorium en geeft les, onder meer aan de Texelse muziekschool. Zelf speelde Aad kerkorgel, blokfluit en fagot. Hij maakte deel uit van diverse muziekgezelschappen en arrangeerde zelf muziek op de computer. Familie en vrienden verblijdde hij met compilaties van Telemann, Bach, Haydn en andere grootheden van de Barok, die hij brandde op cd.


89 potjes jam

Tot op hoge leeftijd had Aad achter het zwembad in Den Burg een moestuin, waar hij groente en bijzondere bloemen teelde. Als tuinder kon je hem uittekenen: op de fiets, op klompen en over zijn schouder - al naar gelang het seizoen - een vork, emmer of gieter meevoerend. Vermaard was zijn zoetzuur van courgette, dat hij zelf bereidde. Een paar jaar geleden nog fabriceerde hij maar liefst 89 potjes jam, gemaakt van pruimen en Aronia-bessen.


Voor al zijn inspanningen benoemde schaakclub En Passant hem tot erelid. Hij was toen al jaren geen actief lid meer. “Hij verruilde het schaken voor bridgen omdat hij het rookgordijn dat schakers elke clubavond in de zaal optrokken niet kon verdragen. Hij was een pleiter voor een rookvrije competitie avant la lettre, maar kreeg daarvoor destijds vrijwel geen bijval. Tja, ondank is ’s werelds loon”, erkende Jaap Dros schuldbewust.


Later maakte Aad af en toe toch weer zijn opwachting achter het bord. Onvergetelijk was de prestatie die hij op 89-jarige leeftijd in Hoogwoud leverde, als invaller tegen Aartswoud. Bij een stand van 3½-3½ waren alleen hij en zijn tegenstander nog bezig en dromden alle anderen om hun bord. Na uren zware strijd stond Aad beter, maar vermoeid vergat hij meermalen zijn klok in te drukken, waardoor hij ‘op tijd’ dreigde te verliezen. Maar Aad hervond zich en twaalf seconden voordat zijn vlag viel, slaagde hij erin zijn tegenstander mat te zetten.


Ook in verpleeghuis Westhoek in Den Helder, waar hij zijn laatste jaar woonde, bleef hij de schaaksport trouw. Hij speelde nog regelmatig tegen een vrijwilliger, op wie hij zijn kennis en enthousiasme wist over te brengen. 

Op 9 maart overleed Aad Bakker, 96 jaar oud. "Corona heeft hem uiteindelijk schaakmat gekregen”, vertelden zijn kinderen bij de uitvaart.




Joop Rommets

Aad Bakker (links) speelde in de jaren zeventig en tachtig een hoofdrol bij En Passant.