De 'Digilozen' vormen een kleurrijk geheel op het podium.
De 'Digilozen' vormen een kleurrijk geheel op het podium. Foto: René Pop

Een weekend lang H@ir

"Prachtige muziek”, “Verrassend mooi gezongen”, “Ongekend voor Texel”: de Texelse uitvoering van de musical Hair kreeg afgelopen weekend veel lovende reacties.

Drieënvijftig jaar na de eerste opvoering van rockmusical ‘Hair’ in Nederland, presenteerde Muziekproducties Texel afgelopen weekend ‘H@ir – Digiless Evolution’: het verhaal in een modern jasje, door regisseur Quinten van Katwijk en muzikaal leider Mathieu Vulto. “De thematiek en muziek van Hair zijn universeel en tijdloos – de context is anders. Net als toen, maken groepen mensen zich zorgen en voelen ze zich te weinig gehoord. Meegesleurd in een ontwikkeling waar ze geen controle over hebben. Toen was dat de Vietnamoorlog, in deze tijd spelen andere zaken: H@ir gaat over onze maatschappij in het tijdperk van digitalisering”, zo viel te lezen in het programmaboekje.


Na de generale repetitie op donderdag, waarbij sponsors en speciale gasten waren uitgenodigd, werd de voorstelling op vrijdag- en zaterdagavond en op zondagmiddag opgevoerd in Evenementenhal Texel. De redactie was aanwezig bij de opvoering van vrijdagavond.


De Digilozen en Digifielen, de twee groepen in de voorstelling, liepen bij aanvang door de zaal. De kleding maakte het verschil tussen de groepen duidelijk: de Digilozen droegen prachtige broekpakken in verschillende felle kleuren; de Digifielen waren gehuld in zwart en grijs. In de Texelse versie van Hair gaat Claude (Roos Tijssen) werken bij een techbedrijf, maar wordt ze door Berger (oud-Texelaar Wout Kliek) verleid zich aan te sluiten bij de Digilozen. Ook Donna (Eline Jongejan) sluit zich aan bij de groep. Wanneer de Digilozen een LAN-party van de Digifielen crashen, belanden zij in de gevangenis. Uiteindelijk worden Donna en Claude herenigd, terwijl Berger zich laat veranderen in een marionet van de digi-industrie.


In het programmaboekje werd deze vertaling van het verhaal uitgelegd, maar toch was een veelgehoorde reactie dat de verhaallijn uit het optreden niet duidelijk werd. De nummers volgden elkaar in rap temp op; tussen de liedjes door werd niet gesproken. Wel werd gebruikgemaakt van een beamer met daarop soms wat tekst en uitleg. Het decor was verder simpel - een leeg podium met een steiger - maar volstond zeker. De grote groep spelers en de felle kleuren zorgden ervoor dat er op het podium al veel 'gebeurde'.

 

Desalniettemin was de zaal vol lof over het optreden, en dan met name over de kwaliteit van de solisten en zang in het algemeen. De muziek was voor velen, ondanks de tekstuele aanpassingen hier en daar, een feest van herkenning. De cast bestond uit ruim twintig Texelaars - allen met zangervaring - die in de repetitieperiode extra werden bijgespijkerd door Mariken Stoverinck. Het muzikaal talent zorgde meermaals voor kippenvel bij de toeschouwers. Helaas werden sommige solisten overstemd door de band, waardoor niet precies kon worden verstaan wat er werd gezongen. Leuk detail was dat medewerking van het publiek werd gevraagd onder meer bij ‘Black boys/white boys' - voor deze versie omgetoverd tot 'Green socks/red socks'. Vulto dirigeerde het publiek vol enthousiasme. Bij de uitsmijter 'Aquarius - Let the sunshine in' klapte en zong het publiek uitgelaten mee.

Afbeelding
Afbeelding