'Paracommercie' in dorpshuizen en kantines: hoe zit dat precies?

Over 'commerciële' activiteiten in dorpshuizen, voetbalkantines en aanverwante accommodaties en 'oneerlijke concurrentie' voor de horeca is in het verleden het nodige te doen geweest. Naar aanleiding van enkele activiteiten stak onlangs die discussie weer de kop op. Hoe zit dat precies?


Horeca Nederland afdeling Texel sloot met verenigingen en instellingen destijds de overeenkomst Paracommercie. Afgesproken werd dat dorpshuizen en kantines zich zouden onthouden van commerciële activiteiten en het aantrekken van activiteiten die niet in overeenstemming zijn met hun doelstellingen.

In de Drank- en Horecaverordening staat dat in dorpshuizen en kantines wel bijeenkomsten zijn toegestaan waarbij geen sprake is of kan zijn van ‘oneerlijke mededinging’. Het komt er op neer dat bruiloften, feesten en dergelijke bij sportverenigingen, dorpshuizen, kerkelijke instellingen en dergelijke ‘in beginsel’ zijn toegestaan of wanneer er geen reguliere horeca in de omgeving aanwezig of beschikbaar is, die een reëel alternatief biedt.

Als voorbeeld wordt genoemd een thuiswonende 80+ oudere die zijn/haar verjaardag wil vieren zonder alle rompslomp thuis, maar de plaatselijke horeca heeft het druk of is gesloten. In de praktijk worden hiervoor, meldt de gemeente, tussen dorpshuis en horeca in het dorp met elkaar afspraken gemaakt.

De burgemeester heeft overigens de bevoegdheid om ontheffing te verlenen, onder meer voor sluitingstijden, zoals bij kampioenschappen.

Wijziging in de APV

Texel heeft op dit moment zeventien paracommerciële rechtspersonen met een alcoholvergunning. Het gaat om negen sportkantines, drie dorps- en buurthuizen en eentje in aanvraag. De overige zijn kerkelijke, culturele, welzijns- en maatschappelijke organisaties. Deze rechtspersonen hoeven geen exploitatievergunning meer aan te vragen als de raad de door b en w voorgestelde wijziging in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aanneemt.