NIOZ blij met nieuw VN-verdrag oceaan

Onderzoekers van het NIOZ op 't Horntje zijn verheugd over het VN-verdrag over de bescherming van de oceanen dat afgelopen weekend na vele jaren van onderhandelingen is bereikt.

Volgens het internationaal verdrag moet in 2030 dertig procent van de zee en oceaan beschermd zijn. Tot nog toe is 1,2 procent beschermd gebied. Dan gaat het om de internationale wateren die buiten de territoriale wateren vallen. Lidstaten van de Verenigde Naties zijn er zeventien jaar mee bezig geweest om de tekst van het VN-verdrag definitief vast te stellen.


Volgens dr. Furu Mienis, oceanograaf bij het NIOZ, kunnen nu wereldwijd afspraken gemaakt worden om de biodiversiteit te beschermen en hebben landen straks de mogelijkheid om elkaar aan deze afspraken te houden. De bescherming kan volgens Mienis onder meer ten goede komen aan diepzeeriffen die een bron van leven onder water zijn. "We kunnen er nu voor zorgen dat soorten en populaties in stand gehouden worden. Dit zal er ook voor zorgen dat belangrijke ecosysteem-diensten die ze leveren, kunnen blijven bestaan." Dan gaat het onder meer om de leefomgeving die gevormd wordt voor andere diersoorten, de opslag van koolstof en het circuleren van voedingsstoffen.


Het aanwijzen van de dertig procent aan beschermde gebieden vereist volgens NIOZ-directeur en klimaatwetenschapper prof. Han Dolman kennis van het oceaansysteem. “Beschermde gebieden vormen de perfecte maatstaf om te bepalen hoe een goed functionerend systeem werkt en hoe een systeem zich kan herstellen na verstoring. Het zijn dus perfecte onderzoekslocaties.” Het VN-verdrag komt volgens Dolman op een uitstekend moment, omdat de onderzoekswereld de krachten al aan het bundelen is in de ‘VN Oceaan Decade voor Duurzame Ontwikkeling’. “Hopelijk kunnen we nu verder werken aan een beter begrip van de rol van de oceaan voor het klimaat en de koolstofcyclus en hoe we de oceaan duurzaam kunnen inzetten. Kortom: we zijn erg blij met het verdrag.”  


Het verdrag bevat nog geen (tijdelijk) verbod op diepzeemijnbouw naar grondstoffen als nikkel, kobalt en koper. Dr. Sabine Gollner, marien bioloog op het onderzoeksinstituut, wijst erop dat de diepzee – de zee dieper dan 200 meter - 95 procent van de leefbare ruimte op de aarde omvat. “In de 19e eeuw dacht men nog dat daar geen leven mogelijk is, maar nu weten wij dat er duizenden en duizenden verschillende diersoorten leven, en iedere dag worden er nog weer nieuwe ontdekt. Het verdrag speelt een belangrijke rol in het beschermen van de biodiversiteit in onze oceaan voor nu en de toekomstige generaties.” Tempo is geboden, omdat het over zeven jaar al 2030 is.