Afbeelding
Foto: Gerard Timmerman

Randverschijnselen

Geschiedenis

                     

“En jij? Schrijf jij nog steeds de achterkant van de advertenties vol?” Een vraag met een knipoog, gesteld door een oud-Texelaar die een jaar of 25 geleden van het eiland vertrok om elders in de marketing carrière te maken en met wie ik zoveel jaar later aan de praat raakte.


Tja, zo kun je mijn loopbaan ook bekijken. Het deed me denken aan Joop Rommets sr., die ooit werd geïnterviewd naar aanleiding van zijn 40-jarig jubileum bij het NIOZ. Hij vroeg zich af of dat wel een felicitatie waard was: “Het kan ook als een gebrek aan initiatief worden aangemerkt dat ik ben blijven zitten.” Vooralsnog ziet het er niet naar uit dat ik de vier kruisjes bij de krant ga halen, tenzij ze de pensioenleeftijd nog verder oprekken.


Als je er maar lang genoeg bent, word je vanzelf geschiedenis. Neem TESO, opgericht in 1907 en waarvan de bijzondere historie nu treffend in beeld is gebracht in het paviljoen op Flora. Beslist de moeite waard om een kijkje te nemen. Met je aandelenpas en/of Texelse Museumpas kan je er als Texelaar nog gratis naar binnen ook.


Nog meer geschiedenis? Die van de energietransitie op Texel? Tja, daarover bekruipt mij het idee dat die zo ongeveer nog moet beginnen. Texels bier kent wel een rijke historie. In 1994 begon Harry Bonne met het brouwen van de eerste Skuumkoppe. Nu zit heel Nederland er aan en staat de teller op vijf lokale brouwerijen. Als het daar bij blijft. Sinds het boekje 'Int Texel gebrouwen' weten we dat Texelse monniken zich zeven eeuwen geleden al ongans dronken aan hun zelf gebrouwen gerstenat. Zelfs het recept dook weer op en ‘Ruuge Monnik’ begon aan een tweede leven.


“Doet u mij maar een Skuulkoppe”, plaatste iemand vorige week een bestelling. De serveerster keek haar grijzende gast niet begrijpend aan. Het valt haar, net begonnen en met nog minimale kennis over het eiland, niet kwalijk te nemen dat ze de verhaspeling van Skuumkoppe 0.0 en De Skuul, het centrum voor ‘herstelondersteunende verslavingszorg’ op ’t Horntje, niet vatte.


Misschien komt dit voorbij in de binnenkort te starten gastvrijheidscursus 'Welkom op Texel' voor nieuwe medewerkers. Deelnemers krijgen ook enige basiskennis over Texel mee. Gastvrijheid op Texel kent een lange geschiedenis. Al zo lang als we hier aan toerisme doen. ‘Vreemdelingenverkeer’ noemden ze dat vroeger, het kwam rond 1900 op gang. Of al veel eerder, getuige het gedicht 'Het baden in zee' van Pieter Leonard van de Kasteele, die al in 1790 dichtte over hoe hij hier een duik in zee had genomen.


“Is de grens bereikt van het toerisme en moet de rem er op?”, was de vraag waarmee collega’s van NH Nieuws vorige week het eiland over gingen. Eindconclusie: “Dat ligt aan wie je het vraagt.” En waar je bent: “Op sommige plekken barst Texel uit z’n voegen, op andere plekken zie je geen kip”. En: “Al ben je er in grote of in kleine mate aan verbonden of wellicht helemaal niet, toerisme raakt iedereen.” Zoals iedereen er ook wel een mening over heeft. Die kun je trouwens nog, verpakt als zienswijze over het ontwerp-paraplubestemmingsplan Verblijfsrecreatie, tot maandag 13 maart indienen.


Over geschiedenis gesproken: deze krant, opgericht in 1887. Tweemaal per week verschijnend, al 136 jaar. Aan de ene kant van de pagina stukjes, aan de andere kant advertenties. Nog altijd een sterke combinatie. Het één gaat niet zonder het ander. Ieder z'n vak. 


Gerard