Henk Spigt.
Henk Spigt. Foto: TESO/Pieter de Vries

Man van principes die niet snel opgaf

De gebeurtenissen van 6 april 1945 bleven altijd scherp in zijn geheugen. Met zijn moeder en oma zocht hij tijdens het bombardement een veilig heenkomen in een kelder bij familie Van Heerwaarden in de Gasthuisstraat.

“We zaten daar hutjemutje, wel met z’n tienen. We hebben daar gezeten tot de beschieting een beetje ging luwen”, vertelde hij in 2021, toen hij na 76 jaar voor het eerst terug was in de kelder. “Het is nog precies zoals toen.” Hij vertelde er over tijdens de Herdenking in de Burght.

Herdenking

Later hoorde hij over de tien jongemannen die op 6 april 1945 op De Mok waren vermoord. Na verloop van tijd ging hij naar de herdenking op De Mok. Hij kwam op latere leeftijd steeds meer tot het besef dat 6 april een dag is die nooit mag worden vergeten. Toen werd besloten dat die herdenking onderdeel zou worden van 4 mei, trok hij zich dat aan. Samen met Fridt Kortenhoeven en André Ran bleef hij op 6 april bloemen leggen bij het monument op De Mok. “6 April is de dag dat Texel voor het leven werd getekend. Zo’n dag hoort geëerd te worden en te blijven.” Bij zijn uitvaart kreeg zijn familie de toezegging dat dit zo zal blijven.

Op z’n negende werd Henk doelman bij de voetbalclub Texelse Boys. Ambitieus als hij was stapte hij zeven jaar later over naar het grotere SV Texel. Niet iedereen nam hem dat in dank af. Maar nadien werd die stap hem vergeven. In 1977 viel hem zelfs de eer te beurt consul te worden. In 1981 werd hij ook consul van SV Texel.

Consul

Hij nam zijn rol als toezichthouder op de kwaliteit van de voetbalvelden bijzonder serieus, maar voelde ook de druk. Want soms lieten bestuurders wel eens doorschemeren dat er veel zieken waren en dat het wel goed uit zou komen als de wedstrijd niet door zou gaan. “Jammer dan! Als het veld het toelaat, wordt er gespeeld”, reageerde hij. Cees Schermer zei: “Je kan lullen wat je wilt, maar bij Henk maakt het toch niet uit.” Na dertig jaar als consul trad Henk terug. Bij die gelegenheid kreeg hij een erespeld van de KNVB.

Henk was een paardenman in hart en nieren. Hij was als kind aangestoken door zijn ome Henk en later door zijn schoonvader Jan Witte van Bloemwijk. Als koetsier was hij op de bok in zijn element. Een menner van groot kaliber die wist hoe hij zich moest presenteren. Hij ging voor de punten. Want voor spek en bonen deed hij niet mee. Meerdere keren won hij op het Concours Hippique de felbegeerde Zilveren Zweep.

6 April is de dag dat Texel voor het leven werd getekend

Ook een vaste deelnemer aan de ringsteekwedstrijden. Met echtgenote Tineke naast hem op de bok, die menig ring aan de speer reeg. Ze werden ze een keer of drie Texels Kampioen. Met Corina Brussaard tijdens de nationale wedstrijden in kasteeltuin Arcen zelfs Nederlands kampioen.

Landauer

Blikvanger was de antieke Landauer uit 1895 waarmee hij rondreed. Ooit ingezet bij het inhalen van de bisschop van Haarlem, maar ook om bruidsparen naar de kerk te brengen. Hij trouwde er zelf met Tineke in, en tientallen jaren later, ook zijn zoon Pascal met Nathalie. En vorig jaar nog beklom hij nog éénmaal de bok op een Landauer van een vriend om zijn jongste zoon ook te rijden met zijn huwelijk. Gedenkwaardig was hoe hij samen met zijn zwager Aad Stiggelbout zijn schoonvader in een antieke lijkkoets naar diens laatste rustplaats bracht.

Zes jaar voer hij in zijn jonge jaren op de kotter bij de familie Krijnen. Hij noemde het zijn “mooiste tijd” en hield altijd een bijzondere band met de Krijnens. Geen zee was Henk te hoog, slecht weer of niet, er op uit. “We gaan stomen”, zei hij dan.

De Zwaan

In 1971 ging hij van de kotter en huurde De Zwaan van de familie Dernison. Nadat hij in december ’71 was getrouwd met Tineke kochten ze in ’73 de herberg. De hotelkamers gingen er al snel uit, het café werd de hoofdzaak. Tineke: “We vonden het werk allebei erg leuk. Maar het was ook intensief. We hadden bruiloften, partijen en noem maar op. We hadden eens drie dagen achter elkaar een feest. Eerst een 25-jarig huwelijk, de volgende dag veertig en daarna zestig jaar getrouwd.”

Henk was ook een sfeermaker. Later op de avond, als de stemming er goed ik zat, wilde hij op zijn tuba nog wel eens een deuntje spelen.

Tineke: “We hadden het graag nog jaren willen doen. Maar Henk kreeg last van jicht en het werd te zwaar. Toen hebben we De Zwaan in 1980 verkocht.” Henk bleef in het vak en ging nadien als beheerder van de kantine van het NIOZ aan de slag.

Autocrossen had hij ook nog een blauwe maandag gedaan. Maar toen zijn oudste zoon Pascal met zijn eerste crosswagen het erf van De Grie op reed, wees hij naar zijn voorhoofd. Maar daar bleef het bij.

Toen zowel Pascal als Jeroen enthousiaste autocrossers werden, ontpopte Henk zich als hun steun en toeverlaat. Pascal: “Hij was enorm betrokken en hielp ons met van alles. Zo zorgde hij altijd dat onze crossbrillen netjes schoon en bijgehouden werden. Zoals hij vroeger ook onze voetbalschoenen netjes hield.”

Grappen en grollen

Jeroen: “Als we ergens wedstrijden reden, ging pa ook mee. Ook als hij zelf jarig was, ging hij vaak met ons mee.” Pascal: “We hebben zóveel mooie dingen met hem beleefd. We zaten in Engeland eens aan de bar, toen hij zei: Ik ga naar de hotelkamer. Maar even later kwam hij, tot vermaak van de Engelsen, terug in zijn pyjama. Hij zat vol grappen en grollen en op de tribune wilde hij zijn tuba er nog wel eens bij pakken. Achtvoudig wereldkampioen John Lund is hier meerdere keren Henk komen opzoeken bij een cross in Engeland. Steevast kreeg Lund een kruik Jutter van Henk. En op zijn begrafenis waren vijf coureurs uit Engeland. Dat zegt wel genoeg.”

Zijn oude voetbalhart ging sneller kloppen als Henk zijn kleinzoons Mika en Owen onder de lat in actie zag. Hij volgde hun verrichtingen op de voet en glom van trots toen Mika werd opgenomen in de selectie van het Nederlands zaalvoetbalteam.


Ontroerend moment deed zich voor bij zijn uitvaart, toen hij aan het eind van de dienst een staande ovatie kreeg.


Henk Spigt overleed op 15 februari. Hij werd 84 jaar.


Gerard Timmerman