Peter Zijlstra was voorbestemd om de techniek in te gaan.
Peter Zijlstra was voorbestemd om de techniek in te gaan. Foto: aangeleverd

Techniek met paplepel ingegeven

Als zoon van een vader met ‘gouden handjes' was Peter Zijlstra voorbestemd om de techniek in te gaan. Hij werd verzekeringsadviseur, maar inmiddels produceert de oud-Texelaar geavanceerde apparatuur voor de hele wereld.

“Techniek werd ons thuis met de paplepel ingegeven. We konden nog maar net lopen of we kregen een spijker. Slik hem niet in en kijk maar wat je ermee doet, zei mijn vader erbij. Daarmee stimuleerde hij ons zelf aan de slag te gaan. Idee erachter was dat je met je handen je brood moest kunnen verdienen. Dat vond hij belangrijk.”


Tijdens ons gesprek refereert hij met regelmaat aan zijn vader. De inmiddels 87-jarige Sieb Zijlstra deed bijna een leven lang met de meest fantastische zelfgebouwde creaties mee aan Ouwe Sunderklaas. Peter heeft diep respect voor hem. “Hij had een schuurtje met een zelfgemaakte draaibank: de Matsebietsie. Een afkorting van alle gematste en gebietste onderdelen waaruit de bank bestond. Wij zeiden altijd: Wat je ogen zien, maken je handen. Dat ziet hij zelf niet zo, mijn vader vindt het zelf helemaal niet zo bijzonder wat hij kan.”


Als veertienjarige hielp Peter zijn vader met een bijzonder project. Het idee ontstond na het zien van een televisieprogramma over hovercrafts. Zijlstra senior – al eerder geïnteresseerd geraakt in het fenomeen van het luchtkussenvoertuig dat zich over land én water voortbeweegt – besloot er zelf een te bouwen. “We moesten eerst op zoek naar tekeningen. Een heel gedoe, internet bestond nog niet. Mijn vader heeft zelfs gebeld met de NOS, die het programma had uitgezonden. Uiteindelijk is het gelukt.”


Een verzekeringsadviseur met een eigen draai- en freesbank in de schuur

Op het motortje na maakten ze alle onderdelen zelf. “Ieder vrij uurtje waren we ermee bezig. Buren werden nieuwsgierig. Wat zijn jullie toch allemaal aan het maken, vroegen ze. We hebben de gekste suggesties gehoord: van een bar tot een zwembad. We mochten er niet over praten van mijn vader. Als het mislukte, dan wist tenminste niet iedereen ervan.”


Het mislukte niet. Na vijf maanden noeste arbeid maakte het drieënhalve meter lange object op een zondagmiddag in januari 1987 een korte maar succesvolle vlucht, zo’n twintig centimeter boven een stuk grasland langs de Marsweg. “Daarna hebben we er regelmatig mee gevlogen en demonstraties verzorgd. Een keer maakten we een vlucht over De Hors. Op een gegeven moment kwam er een politiejeep achter ons aan. Mijn vader werkte voor Rijkswaterstaat en kende er goed de weg, maar de agenten reden zich vast in het drijfzand. Een paar uur later stonden ze voor de deur. We kregen uiteindelijk geen boete. De hovercraft was geen rijtuig, geen vaartuig én geen vliegtuig. Daar golden geen regels voor.”


Enthousiast geworden door alle luchtavonturen ging Peter op les bij de zweefvliegclub en behaalde hij zijn brevet. Na de LTS meldde hij zich aan voor een vliegopleiding in Amerika. Een kennis waarschuwde hem voor het moeizame leven dat aankomende piloten er leiden, waarna hij besloot eerst de mavo en havo te doen, voordat hij een nieuwe poging deed. Pas in de allerlaatste fase werd hij afgekeurd, omdat piloten niet brildragend mochten zijn.


“Mijn droom lag in duigen. Wat nu? Ik heb gedacht over MTS vliegtuigbouw, maar ben lang niet zo handig als mijn broer, die in de bewapeningswerkplaats van de Koninklijke Marine in Den Helder belandde. Als hij een blokje moest vijlen, was het in één keer recht en glad. Bij mij moest het vaak nog een keer over. In Alkmaar ben ik een mbo-opleiding voor detailhandel gaan doen. Ik was geïnteresseerd in management en marketing en keek op tegen mensen met een eigen bedrijf. Misschien heb ik dat een beetje geromantiseerd. ”


Peter begon zijn carrière als assistent-bedrijfsleider bij woonwinkel Leen Bakker in Den Helder en verhuisde kort daarna naar Gamma, een paar panden verderop. In 1996 richtte hij zijn eerste eigen bedrijfje op. ‘Ik maakte internetpagina’s, toen een hype. Ik werkte nauw samen met een bedrijf dat netwerken aanlegde. Daardoor was ik best succesvol, ik had zelfs KPN als klant.”

Hij deed het een paar jaar, in combinatie met zijn werk voor Gamma. “Ik werkte dag en nacht. Toen er softwarepakketten op de markt kwamen waarmee je met drie muisklikken een eigen website bouwde, heb ik mijn bedrijf verkocht. Ook al omdat ik veel tijd kwijt was ondernemers ervan te overtuigen dat ze een website nodig hadden. Ik sta toch al in het telefoonboek, zeiden ze vaak.”


Het vervolg was verrassend. “De vriendin van mijn toenmalige schoonvader vond verzekeringen wel iets voor me. Ik heb een paar dagen kramp in mijn kaken gehad van het lachen. Maar ik deed het toch, omdat iemand van verzekeringsmaatschappij RVS me vertelde dat ik vooral adviseur zou worden en geen verkoper. Ik hoefde niemand iets door de strot te duwen. Contact met klanten leek me leuk, ik ben ook wel een mensenmens.”


Bijna tien jaar lang hielp hij klanten aan een hypotheek, maar de techniek bleef lokken. “Ik had ondertussen een huis in Anna Paulowna gekocht. Mijn garage was een kopie van mijn vaders werkplaats. Als verzekeringsadviseur liep ik in een knap pak, zodra ik vrij had deed ik mijn werkkleren aan en ging ik draaien en frezen. Ik maakte modelvliegtuigjes en ben aan een straalmotor begonnen. Ik bouwde ook mijn eigen bijkeuken. Als kind had ik allerlei soorten werk gedaan: kok, fietsverhuurder, bloembollen. Niet lullen maar poetsen, dat was bij ons thuis het motto.”


Peter besloot te solliciteren bij HGG Group in Wieringerwerf, die computergestuurde snijmachines produceert en gecompliceerd snijwerk uitvoert. Hij stuurde een paar foto’s van zijn werkplaats mee. Lachend: “Mijn latere leidinggevende vertelde me dat ze raar hadden staan kijken. Een verzekeringsadviseur met een eigen draai- en freesbank in de schuur, daar hadden ze nog nooit van gehoord.”


Hij werd aangenomen om de wettelijk verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie voor het bedrijf te maken – voor de veiligheid en kwaliteit van de omgeving van de werknemers – maar werd nog voor de koffiepauze gepromoveerd tot projectmanager. “Er was een prototype van een machine, die ik in de Filipijnen voor productie gereed moest maken. Dat was de enige boodschap. Veel succes!”


Voor zijn nieuwe werkgever reisde Peter naar China, Singapore, Maleisië en andere delen van Azië. In de jaren daarna ontwikkelde hij een nieuwe carrière, waarbij hij bewees een zoon van zijn vader te zijn. Hij begon met het zelf ontwikkelen en maken van geavanceerde meetapparatuur voor handige doe-het-zelvers. Toen hij in China een soortgelijk apparaatje tegenkwam dat vele malen goedkoper was, besloot hij het in Nederland te verkopen, om zo zijn eigen hobby te bekostigen. Hij bouwde een website en verkocht een zich gestaag uitbreidend assortiment, van roestvrijstalen linialen tot digitale meetklokken. "Vanaf 2014 deed ik dat fulltime. In dat jaar importeerde ik de eerste lasermachine uit China. Die werkt volgens hetzelfde principe als een vergrootglas. Door energie te bundelen kun je heel nauwkeurig diverse metalen snijden.”


Niet altijd tevreden met de kwaliteit ging Peter op zoek naar een alternatief. Dat vond hij in een zakenpartner in Griekenland. “Samen hebben we een hele lijn machines ontwikkeld. Kleine om te graveren, voor reclamewerk en de verpakkingsindustrie. Maar ook grote, voor scheepsonderdelen, gebruikt bij Damen in Oudeschild. We leveren ook aan Tata Steel. De prijzen lopen uiteen van zesduizend tot een half miljoen euro.”


Trabiss International is gevestigd in Anna Paulowna, op steenworp afstand van het treinstation. Peter heeft een vaste ploeg van vier medewerkers en werkt nauw samen met zzp'ers en een marketingbureau. Ook leidt hij stagiairs op. "Eigenlijk zijn het twee bedrijven: de meetapparatuur leveren we over de hele wereld, tot in Australië aan toe. Machines verkopen we alleen in Nederland en België. Verder gaan we nog niet, om een goede service te kunnen blijven leveren. Machines moeten worden geïnstalleerd en hebben onderhoud nodig. Dus moet je regelmatig naar zo'n bedrijf toe. Dat kan niet als ze heel ver weg zitten.”


Onlangs heeft Peter de productie in eigen handen genomen en nu wacht hem een nieuwe uitdaging. "De markt wordt overspoeld door machines uit China. Prijstechnisch valt daar niet tegen te concurreren. Wij moeten het hebben van kwaliteit, service en consistentie. Als je in China een machine koopt, zijn de elektriciteitsdraadjes de ene keer groen en de andere keer blauw. Bij ons is de uitvoering constant.”


Peter is getrouwd met een Braziliaanse en vader van twee dochters. Hoewel hij nog regelmatig op Texel is om zijn ouders bezoeken - en hij nog altijd de Texelse Courant leest die zij voor hem bewaren - heeft Peter maar een paar Texelse klanten. "We zijn een internationaal bedrijf, maar op het eiland zijn we relatief onbekend. Dat is jammer. Ik hoor wel dat oud-eilandgenoten de grens oversteken om een bepaalde machine te kopen. Terwijl wij bij wijze van spreken om de hoek zitten.” Lachend: "Misschien dat dit interview daar verandering in brengt.”


Joop Rommets

Samen met zijn vader maakte Peter als 14-jarige jongen een hovercraft.