De Skool blijft in ontwikkeling
Bijna alle basisscholen kampen, in lijn met de verwachting, met een dalend leerlingenaantal. Maar zorgen over het verdwijnen van de kleinere scholen? Dat is volgens de schoolleiders in de Skool niet nodig.
Volgens de cijfers daalde het totaal aantal leerlingen op de vijf basisscholen in Den Burg van circa 825 in 2011- 2012 tot ruim 600 in 2021-2022. Er zijn wel onderlinge verschillen. Vrije School Stella Maris had in 2011-2012 circa 110 leerlingen, maar is inmiddels gezakt naar 65. De cijfers zijn de afgelopen jaren redelijk stabiel. Ook het leerlingenaantal van de Jac. P. Thijsseschool daalde: van ruim 200 leerlingen in 2013-2014 naar 69 dit jaar. “Dat is vooral te wijten aan een grote uitstroom in de afgelopen jaren”, verklaart waarnemend schoolleider Monique van Gaalen. “De nieuwe instroom daarentegen, was niet hoog. Inmiddels stabiliseren we: ik ben sinds maart 2022 betrokken bij de school, en heb al aardig wat nieuwe leerlingen mogen inschrijven.” De Jozefschool stond in 2011-2012 op 246, daalde in enkele jaren naar 210 en steeg daarna gestaag tot 263 in de jaren 2021-2023. De Fontein daalde van circa 215 in 2011 naar 160 in 2015-2016. Dit schooljaar is het aantal gestegen naar 177. De Kompasschool blijft al een aantal jaar stabiel op pakweg 27 leerlingen.
Minder leerlingen
Ook op de scholen in de buitendorpen daalde het aantal leerlingen. In De Cocksdorp vertoonde het leerlingenaantal van Durperhonk in de periode 2011 tot 2014 een sterk dalende lijn van bijna 90 naar ruim 60. Dit aantal was de afgelopen jaren nagenoeg stabiel, maar nam dit schooljaar een verdere duik naar 56. Bij de Lubertischool in De Koog van 2011 tot 2015 een daling van 112 nu op 57. De Bruinvis in Oudeschild telde in 2011-2012 140 leerlingen. Sindsdien daalt het aantal leerlingen, maar met een dip van 76 in 2021-2022 is het de afgelopen jaren redelijk stabiel rond 85. De Vliekotter echter, zit in een stijgende lijn. In 2018 waren er 88 leerlingen, vorig schooljaar 98 en bij de start van dit schooljaar al 113 en de groei zet door. Volgens Van Gaalen, die reageert op de vraag of ouders liever kiezen voor een kleine school dan het grote De Skool, is dat niet per se te wijten aan het samengaan van de scholen in Den Burg: “Er zijn meer kinderen in Oosterend komen wonen.” Volgens de cijfers wonen 29 leerlingen niet in postcodegebied Oosterend.
Genoeg te kiezen
Met acht reguliere basisscholen op het eiland, hebben de Texelaars volgens de schoolleiders aardig wat te kiezen. Zorgen over het verdwijnen van de kleinere scholen in de Skool, is volgens hen niet nodig. “Er is een afspraak met de schoolbesturen: we zijn sámen verantwoordelijk voor goed onderwijs voor álle kinderen op Texel. Dat betekent dat de scholen hun eigen identiteit behouden en dat alle opties blijven bestaan. Van in het geding komen van bestaansrecht, is bovendien geen sprake”, benadrukt Van Gaalen. “De grens ligt op 23 leerlingen.”
De handen ineen
De schoolleiders kijken – samen met werkgroepen van leraren en ouders – waar de scholen de handen ineen kunnen slaan, bijvoorbeeld op het gebied van feestdagen. “Sinterklaas hebben we samen gevierd, op een manier die bij iedereen paste.” Alleen vrije school Stella Maris liep tegen de uitvoering van de festiviteiten aan. Inge Lekkerkerker, waarnemend schoolleider van Stella Maris: “Sinterklaas op de vrije school is klein en ingetogen: dat was hier niet het geval. Het is een leerproces, nu weten we dat we het volgend jaar anders aan gaan pakken.” Bas Neutkens, schoolleider van de Jozefschool, vult aan: “We evalueren de feesten, kijken hoe het beter kan, maar het is mooi om ze samen te kunnen vieren. Ook financieel: kijk bijvoorbeeld naar de eindmusical. De Thijsseschool, de Fontein en de Jozefschool hebben allemaal dezelfde (de Kompasschool heeft een schoolverlatersdag, Stella Maris een eindtoneelstuk, red.). We hoeven bijvoorbeeld maar één keer een decor aan te schaffen.”
“Trots op wat we hier neerzetten”
“Het is een aanname dat Stella Maris het ‘meest anders’ is”, vindt Lekkerkerker. “Het is gewoon ontzettend goed gelukt de identiteit naar de buitenwereld uit te stralen. Als je in ‘ons’ deel van de Skool komt, ademt het antroposofie.” En waar het eerder soms bleef bij aannames, komen collega’s of ouders van andere scholen nu kijken. “Bijvoorbeeld bij euritmie (een antroposofische dans-/bewegingsvorm, red.): collega’s en kinderen van andere scholen hadden daar zo hun gedachten over, maar konden nu komen kijken. ‘Oh, is dát het. Dat is helemaal niet zo raar!’ Er komt meer begrip voor elkaar.”
Korte lijntjes
Samen onder één dak betekent ook: gezamenlijke afspraken. “Zo lopen we in de gangen, wijzen de leerlingen elkaar op afval. En buiten spelen de scholen soms met elkaar: daar vragen ze ook naar”, aldus Neutkens. Hoe zit dat dan met pestgedrag tussen kinderen van verschillende scholen? Van Gaalen: “Een klas gaat nooit naar buiten zonder pleinwacht. De lijntjes zijn kort, dat is nodig: zo waarborgen we de veiligheid en houden we overzicht.”
Andere zorgen vanuit ouders betroffen volgens de schoolleiders vooral de verkeersbewegingen. “Verder zijn ze overwegend positief: ook omdat ze na corona eindelijk de school weer in kunnen”, aldus Neutkens. “Daaruit merk je dat ook volgens de ouders bij het samengaan in één gebouw geen concessies zijn gedaan in identiteit van de scholen.”
Van elkaar leren
Ook op onderwijsinhoudelijk gebied leren de scholen van elkaar. Lekkerkerker: “Vijf scholen bij elkaar onder één dak, dat is uniek in Nederland. Als Texel mogen we trots zijn op wat we hier neerzetten. Soms kijkt de buitenwereld negatief naar de Skool, maar wij zijn heel trots op wat we samen aan het neerzetten zijn.”
Natasja Angevare, schoolleider van de Kompasschool: "De kracht van één gebouw is ook: naar elkaar kijken en gebruikmaken van elkaars expertise. Wat werkt en wat niet? Het biedt een kans om van elkaar te leren. Hoe heb jij de gymopstelling voor de kleuters? Heeft de ene leraar van groep 8 tips voor de andere? Dan lopen ze even bij elkaar het lokaal in. Dat komt het onderwijs ten goede.”