Will van Hintum, "een man met een verhaal".
Will van Hintum, "een man met een verhaal". March Heijnen, archief Texelse Courant.

Iedereen voelde zich thuis bij Will

Man of vrouw, jong of oud, kottervisser of advocaat, iedereen voelde zich thuis bij horecaman Will van Hintum. “Mensen aten niet bij Loodsmanswelvaren, maar bij Will. Hij was een rijk man met veel mensen om zich heen.”

Heel horeca-minnend Texel heeft van je genoten en wenst je nog heel veel plezier aan de Bovenbar met onze collega’s en vrienden die je voorgingen op je reis. Eén ding is zeker: binnen een half uur na binnenkomst sta jij er de boel te regelen, de drankjes in te schenken en de hele tent te animeren, maar wel op niveau natuurlijk.”


In een paar rake zinnen nam collega Rein Stam op de Facebookpagina De Koog zoals het was afscheid van Will van Hintum. Een horecaman pur-sang, die een leven lang gasten welkom heette en van lekker eten, drinken en gezelligheid voorzag. “Mensen zeiden me op straat dat hij de liefste man van De Koog was. Hij was goed voor iedereen, dacht mee en had voor alles een oplossing”, vertelt Wills dochter Martine trots.


Will van Hintum werd op 29 juli 1951 geboren in De Koog, op de plek waar later restaurant Talk of the Town verrees. Een groot deel van zijn leven woonde hij in Den Hoorn, waar moeder Bep Smit café en midgetgolfbaan De Loods had. Vader Frans van Hintum runde samen met zijn broer Harm een slagerij in Oudeschild.


Wie bij Loodsmanswelvaren wilde eten, moest weken van tevoren reserveren

Op jonge leeftijd kwam Will in aanraking met de horeca. In 1998 was hij vijftien jaar eigenaar van restaurant Loodsmanswelvaren en vertelde hij Gerard Timmerman van de Texelse Courant: “Mijn oom had een wegrestaurant tussen Nijmegen en ’s Hertogenbosch. In de vakanties hielp ik altijd. Ik was dertien toen ik bij Arie Bakker hier in Loodsmanswelvaren achter de bar kwam.” Al op zijn zeventiende werd Will bedrijfsleider van De Oranjeboom, toen een bekend café-restaurant aan de Groeneplaats in Den Burg. Martine: “Hij was nog heel jong toen hij er met grote bladen bessenjenever liep te sjouwen.”


Als twintigjarige kocht hij een oude bollenschuur in de Herenstraat in Den Hoorn en begon er samen met zijn (eerste) vrouw Gré van den Berg een café: Het Kompas. Een echt dorpscafé, met alles erop en eraan, inclusief de meest bijzondere stamgasten. Bekend is de anekdote over de politieman die in functie aan de bar zat, toen hij bericht kreeg over een kudde ontsnapte koeien op de Hoornderweg. “Hij had al te veel gedronken om nog te kunnen rijden. Mijn vader zei: Ik breng je wel. Hij zette de pet van de agent op en kroop achter het stuur van de politieauto. Eenmaal ter plekke had hij geen zin op zijn witte laarsjes het weiland in te gaan. Jij moet het verder doen, ik ben alleen chauffeur, zei hij tegen de agent.”

Dorpsgenoten Ad en Jo Verlooij die langskwamen en het tafereel verbaasd aanschouwden, vertelde hij: Ik ben aan het bijbeunen op vrijdagavond. "Mijn vader ten voeten uit. Hij was in voor een geintje en nam mensen graag in de maling. Maar hij hielp ook graag. Later is dat nog gespeuld met Ouwe Sunderklaas.”


Na een jaar of vijf verruilde hij het café voor Hotel Op Diek, ook in Den Hoorn. Hij verwelkomde er niet alleen vakantiegangers, talloze Texelaars vierden er bruiloften en partijen. Bekend op het hele eiland was dat je met Ouwe Sunderklaas bij Will moest zijn voor de lekkerste halve kip. Zo maakte hij van Op Diek veel meer dan een hotel. Toch vertrok hij er weer. “Het sfeertje van hotel/pension was me toch te rustig”, vertelde hij de Texelse Courant.


Samen met zijn oom Harm van Hintum runde hij enige tijd eetcafé De Koffiepot in de Binnenburg. In die periode ook bood Willem ‘de Sheik’ Bakker De Spyker te koop aan, een roemrucht café-discotheek, gevestigd in het pand van de vroegere dorpsherberg Loodsmanswelvaren. Will hapte toe en haalde direct de reusachtige spijker van de gevel, die hij verving door het oude naambord dat nog op zolder lag. “De Spyker paste wel voor een discotheek, maar niet voor wat ik wilde.”


Trammelant over geluidsoverlast en problemen met de Hinderwet, in combinatie met teruglopend cafébezoek, deden hem besluiten de snackbar te sluiten en het biljart weg te doen. De zaak werd in fases verbouwd en uitgebreid met hotelkamers. Loodsmanswelvaren groeide uit tot misschien wel het meest succesvolle restaurant van het hele eiland. Wie er wilde eten, moest weken van tevoren reserveren. Kwam je onaangekondigd binnen, dan stuurde Will je niet weg, maar ‘parkeerde’ hij je met een drankje aan de bar, in de hoop dat er later op de avond toch nog een tafeltje vrijkwam.


Legendarisch waren de enorme hoeveelheden eten, geserveerd in koperen pannen en helemaal passend in de maritieme sfeer die Will met het restaurant wilde uitstralen. “Nouvelle cuisine? Je bedoelt héle kleine porties met grote bokalen er bovenop? En dan daarna voor een halve kip naar de buren? Da’s niks voor mij, ik ben een slagerskind. Laat maar wat staan als je het niet op kan”, verklaarde hij zijn formule in de Texelse Courant.


Het succes was in belangrijke mate te danken aan de gastheer zelf, die alle gasten persoonlijk welkom heette, ervoor zorgde dat het ze aan niks ontbrak en ze bij het afscheid niet alleen in hun jas hielp, maar ook een hand en vaak zelfs een zoen gaf. Martine: “Mijn vader was een man met een verhaal, mensen hingen aan zijn lippen. Dat is een gave. Man of vrouw, jong of oud, kottervisser of advocaat, Texelaar of toerist, iedereen voelde zich bij hem thuis en genoot van een avondje uit. Mensen gingen eten bij Will, niet bij Loodsmanswelvaren.”


Dat wil niet zeggen dat hij zoete broodjes bakte. Als gasten zich niet gedroegen, dan moesten ze het pand verlaten. Daarbij vertrouwde hij op zijn natuurlijk overwicht. Martine: “Hij kon mensen zonder al te veel woorden de zaak uitzetten. Hij sloeg niet en schold ze ook niet verrot, maar ze gingen wel.”


Will hield niet van roddelen en oordelen deed hij ook niet snel. Wel kon hij zich behoorlijk storen aan mensen die in zijn ogen moeilijk deden en niet altijd slaagde hij erin dat verborgen te houden. Dat overkwam hem zelfs nog in zijn laatste jaren in de horeca, nadat hij Loodsmanswelvaren had verkocht en gastheer werd bij Proeflokaal Onder de Pomp in De Koog. “Al die verschillende soorten bier van de tap vond hij maar onzin, maar die hoorden er nog bij. Maar als mensen om cappuccino vroegen, antwoordde hij: Ik heb alleen koffie. Hij had gewoon geen zin om het te maken. Soms kreeg hij te horen dat ze dan liever ergens anders gingen kijken. Dat moet u maar doen, zei hij dan. Als ze de deur uit waren, gevolgd door: Ouwe kut…

Specialitietenrestaurant

Joke de Boer, betrokken bij de PR van de Ronde om Texel, herinnert zich de consternatie nadat er een typefout in het programmaboekje was geslopen en Loodsmanswelvaren een specialitietenrestaurant werd genoemd. “Will was woedend. Ik geef helemaal niks om tieten, tierde hij. Hij wilde niet betalen. Totdat bleek dat mensen het er op straat over hadden. Door die fout viel de advertentie veel meer op. Toen belde hij me: Joke, stuur me de rekening maar, iedereen vindt het alleen maar leuk.”


Will genoot ervan in de belangstelling te staan. Hij was Prins Carnaval bij de carnavalsvereniging van Den Hoorn en speelde toneel bij De Vriendenkring. Spreekwoordelijk was zijn voorliefde voor mooie spullen, kleren en sieraden. Toen de schrijver van dit stuk eens een snelle zakenjongen moest spelen en Will vroeg of hij iets mocht lenen, kreeg hij direct diens halve garderobe aangeboden en bovendien een dure schakelketting, ringen, armbanden en een kostbaar polshorloge. Zijn (tweede) echtgenote Thea vond dat toch wat eng en stelde voor schriftelijk vast te leggen wat hij precies uitleende, maar Will vond dat onzin: “Welnee, dat komt Joop echt wel terugbrengen.”


Martine lacht bij de herinnering: "Hij was gul en goed van vertrouwen en daar werd ook wel misbruik van gemaakt. Dat maakte hem niet eens zoveel uit. Leuk vond hij het niet, maar ook die mensen mochten later gewoon weer binnenkomen. Ze komen zichzelf nog wel eens tegen, dacht hij waarschijnlijk. Ik herken dat wel, zo zit ik ook in elkaar.”

Een rijk man

Privé kende Will zijn ups en downs. Hij trouwde tweemaal en had drie keer een lange relatie, maar hield met vrijwel iedereen goed contact. Dat bleek ook op zijn druk bezochte uitvaart, waar een van de sprekers zei: "Hij was een rijk man met veel mensen om zich heen.”


De meest bijzondere band had Will met Martine, zijn enige kind. "Ik ben verwend tot op het bot. Mijn vader zei altijd: Beter verwend dan verwaarloosd. Ik mocht alles van hem, maar ging nooit te ver. Ondanks dat hij heel hard werkte, was hij er altijd voor me. Ook later. Tot aan zijn dood zagen we elkaar bijna iedere dag. We praatten over alles, privé, maar hij gaf ook advies op zakelijk gebied. Hij was supertrots op wat ik had bereikt met mijn eigen bedrijf. Bij de uitvaart zei iemand tegen me: Als hij over je praatte, gaf hij licht.”


Will van Hintum overleed op 21 januari, 71 jaar oud.



Joop Rommets

Will stond graag in de belangstelling en speelde meermalen mee bij De Vriendenkring.
Afbeelding