Vader en zoon Van der Star hebben zelden discussie.
Vader en zoon Van der Star hebben zelden discussie. Foto: Joop Rommets

Bijzonder door gewoon te blijven

"Soms word je bijzonder door gewoon te blijven.” Hij heeft ‘m niet zelf bedacht, maar de slogan is wel héél erg van toepassing op café-restaurant De Slufter, waar Henk van der Star al sinds 1976 op vertrouwde wijze zijn werk doet.

Hoeveel het er zijn, is moeilijk te zeggen, maar ze begonnen me plotseling op te vallen: de Texelaars die zelden uit eten gaan, maar als ze dat doen – bijvoorbeeld om een verjaardag of jubileum te vieren – voor ‘het Sluftercafeetje’ kiezen. Iedere keer hoor je dan dezelfde loftuitingen: lekker eten, ruime porties, redelijke prijzen, vriendelijke bediening en standaard bij het afrekenen een Juttertje als traktatie.


Geconfronteerd met deze constatering begint Henk van der Star te lachen. “Bij ons krijg je gebakken aardappelen en warme groenten bij je vlees of vis en niet alleen patat en sla. En wat bij Van der Valk de appelmoes met kers is, zijn bij ons de peertjes. Het is misschien ouderwets, maar mensen waarderen het. En zolang het loopt, moet je niet te veel veranderen. Hoe zeggen ze dat? Soms word je bijzonder door gewoon te blijven. Dat klopt wel, denk ik.”

Drijvende kracht

Vertrouwd zijn ook de medewerkers. Ron Junier is al vanaf het eerste begin in 1976 aan het bedrijf verbonden en ook Erik Dob en Emile Lamers werken er al meer dan drie decennia. “We hadden ooit een kok uit Bunnik. Iedere zomer nam hij een week vrij om aan de Nijmeegse Vierdaagse mee te doen. Een keer had hij zelf een vervanger geregeld. Dat was Emile. Hij is altijd gebleven en nu alweer ruim dertig jaar de drijvende kracht in de keuken.”


Ze lijken de uitzondering op de regel dat je in de horeca regelmatig van werkgever moet wisselen om je te blijven ontwikkelen. Henk heeft er zijn eigen gedachten over. “Na een tijdje ken je ook bij je nieuwe bedrijf het kunstje. De hoofdzaak is dat je het ergens naar je zin hebt en de sfeer goed is.”

“We zijn niet van de rangen en standen, je doet het met elkaar”


Daaraan probeert hij zijn eigen bijdrage te leveren. “Wij zijn niet van de rangen en standen. Je doet het met elkaar. Je moet gewoon goed zijn voor je mensen en ze goed belonen. Dan blijven ze vaak bij je. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Je kunt het niet iedereen naar de zin maken.”


Ook Henk zelf is tamelijk honkvast. Café-restaurant De Slufter, zoals het bedrijf officieel heet, en zijn woning erachter staan op een steenworp afstand van de plek waar hij werd geboren. “Mijn ouders hadden een boerderijtje aan de overkant van de weg. Het was klein en de grond waardeloos, zo vlak onder de duinen. Ze hadden twaalf koeien, wat kippen, een paar varkens en een beetje akkerbouw.”

Weeskinderen in de stal

’s Zomers werd de stal schoongeboend en maakten de koeien plaats voor een groep weeskinderen uit ‘de stad’. In 1959 bouwde Van der Star senior de eerste vakantiehuisjes en kort daarna verpachtte hij een deel van de grond rond zijn boerderij aan particulieren, die hetzelfde deden. Bungalowpark Slufteroord was geboren. “De mobiliteit nam toe, steeds meer mensen kregen een auto, het toerisme nam een vlucht. De huisjes brachten al snel leuk wat geld op.”


Henk werd in 1960 geboren, samen met zijn tweelingbroer Kees als jongste van een gezin van vijf kinderen. Hij groeide op het park op. “Ik heb een leuke, gezellige jeugd gehad en ging veel met kinderen van gasten om. Ik zat op school in Zuid-Eierland, met drie klassen in één lokaal. Twee leerkrachten hadden elk drie klassen. Dat was hard werken voor ze. Aan de andere kant, we gebruikten gewoon de leesplank en hadden niet elke drie jaar een andere lesmethode. Ze vergaderden vast ook een stuk minder dan tegenwoordig. Het was een klein schooltje. In onze eigen klas zaten vijf kinderen. Er was er ook een met drie. Twee jaar nadat ik van school ging, ging de school dicht.”


In 1976 kwam het café van buurman Kees van der Werff te koop. Of eigenlijk al eerder, want Van der Werff had bij een notaris in Den Helder een verkoopcontract getekend. Daarna veranderde hij plotseling van gedachte. “Het kwam tot een openbare veiling en toen heeft mijn vader bij het afmijnen gelijk mijn geroepen. Daardoor moest hij er nog aardig wat voor betalen. Mijn ouders hadden het wel eens over een eigen restaurantje op het park gehad. Maar dit was veel handiger. Horeca op een park trekt vooral eigen gasten, het café van de buurman bestond al sinds 1936 en was heel bekend.”

Een knakworst opwarmen

Net van de mavo werd Henk uitbater van het etablissement, waar het leek of de tijd had stilgestaan. “In het piepkleine keukentje stond een driepits gasstel, waarop Kees alleen af en toe een knakworst had opgewarmd. Meer dan bier, frisdrank en ijs kon je niet krijgen. Ook in mijn beginjaren hadden we een zeer beperkte kaart. In de eerste twee seizoenen draaiden we onder leiding van Frans Kaercher en heb ik de benodigde papieren behaald.”


Vervelend was dat de vorige eigenaar zich nooit met bestemmingsplannen had beziggehouden. Het was daardoor lastig om uit te breiden. “Pas toen halverwege de jaren tachtig de strandpaviljoens groter mochten, kregen ook wij eindelijk toestemming. We hadden net een kleine verbouwing achter de rug. De gevel moest weg. Kapitaalsvernietiging natuurlijk, maar we deden het toch maar.”


In een halve eeuw tijd groeide het horecabedrijf uit tot een trekpleister voor Texelaar én toerist. “We zitten natuurlijk op een hartstikke goede plaats. Aan een druk fietspad tussen De Koog en De Cocksdorp, met grote vakantieparken in de buurt en met het beroemdste natuurgebied van Texel aan de andere kant van het duin.”

Drukte in de vakanties

Het seizoen duurde in de beginjaren maar kort, met alleen veel drukte in de vakanties. Een paar maanden per jaar was het bedrijf dicht. “Duitsers en Nederlanders hadden in dezelfde periode paas- en herfstvakantie. Niet handig, want we konden onze huisjes maar één keer verhuren en regelmatig moesten we mensen teleurstellen. De vakantiespreiding is een supervondst geweest. Tegenwoordig zijn we het hele jaar in het weekend open en in de vakanties ook doordeweeks. We zijn niet alleen afhankelijk van toeristen. Het hele jaar door krijgen we heel veel Texelaars.”


Ondanks alle veranderingen veranderde er culinair niet zo gek veel. “Biefstuk, varkenshaas, schnitzel, verschillende soorten vis en uitsmijters hebben het al sinds het begin. Wel hebben we het assortiment langzaam uitgebreid met lamsvlees, garnalen, carpaccio en andere gerechten. Je moet goed kijken wat voor je bedrijf je bent. Voor veel mensen is het vooral belangrijk dat ze een beetje vlot worden geholpen. Een goed product tegen een redelijke prijs. Die zitten niet te wachten op eten waarvan ze drie keer moeten raden wat het is.”


Wie wel eens andere restaurants bezoekt, kan vaststellen dat De Slufter scherpe prijzen hanteert. “Dat kunnen we doordat de zaak al lang ons eigen bezit is en we het in het seizoen de hele dag druk hebben. Het scheelt of je tien man binnen hebt of honderd. Stoken moet je toch en met een volle zaak zelfs wat minder”, zegt Henk eerlijk. “Ik hoef in de winter ook niet naar de Caraïben of gelijk na de zomer een nieuwe auto. Het is een keuze, dat moet iedereen voor zichzelf weten. Maar is wel handig om een buffertje op te bouwen voor mindere tijden.”

Geleidelijk veranderen

Sinds zeven jaar werkt Henk samen met zijn zoon Geert, die na de hotelschool in Leeuwarden, een halfjaar stage in Zandvoort en een paar maanden werkervaring op Curaçao terugkeerde naar Texel. “Ik wist zeker dat ik op het eiland wilde wonen, hier voel ik me thuis”, vertelt Van der Star junior. “Bij mijn vader werken was een mooie kans.”


Hoewel Henk zijn werk nog vele jaren hoopt te doen, is het de bedoeling dat Geert het bedrijf uiteindelijk voortzet. Vader en zoon denken over veel hetzelfde, tot een discussie komt het zelden. “Veranderen doen we geleidelijk”, stelt Geert. “Binnenkort laten we wel de website te vernieuwen. Dat is ook belangrijk bij het werven van nieuw personeel. Een website is vaak het eerste dat je van een bedrijf ziet.” Henk: “We moeten steeds beter ons best doen om genoeg personeel te hebben. Veel mensen willen minder werken. Vroeger werkte je ’s zomers zestig uur per week, in de winter kreeg je het vanzelf rustiger. Het is nu eenmaal zo: als er hooi ligt, moet je hooien.” Geert: “’s Zomers hebben we dertig medewerkers nodig, vijftien per dag. Dat is nu nog goed te doen, maar als de oude garde straks afscheid neemt, wordt het een stuk lastiger.”


Of het nu vader of zoon is die aan het roer staat, in het contact met gasten zal weinig veranderen. Henk: "Het enige dat niks kost, is vriendelijkheid. Dat zeg ik ook tegen nieuw personeel. Niet iedereen is gelijk vakman, maar je kunt wel aardig zijn. Ga niet in discussie. Als een gast zegt dat de citroen zoet is, dan is ie dat ook. En heb je een probleem? Dan los je het op.” Geert hoort de uitleg van zijn vader aan en knikt: "Dan komen gasten terug.”


Joop Rommets

Een jonge Henk in het Sluftercafeetje.