Anders bekeken...

Open staldeuren


Ik zit op de fiets, de warme maaltijd in de buik, en ik heb een heel rijtje adressen dat ik in het donker langs moet om enveloppen op te halen. Bij velen ligt het keurig klaar naast de deur, een klein gesprek, een vraag, een opmerking, een hartelijke groet en tot ziens. Het zijn de vaste vrijwillige bijdrages die de Protestantse gemeente, de Waddengemeente, ondersteunen in hun bestaan.


Het waait pittig, aan het eind van de Achtertune vervolg ik mijn weg op de fiets naar 'De Nes'. Er brandt licht bij de achterdeur, en ik kijk verrast in een stal rijkelijk opgestrooid met kostelijk hooi, waarin grote zware dames klaarliggen voor een bevalling. “Geen zwangerschapsgym maar verwennerij”, grap ik tegen Jannie, de boerin die naar de deur komt. “Nou, deze koeien staan droog en ze liggen en skarrelen hier heerlijk bij elkaar”, antwoordt ze.


Het geeft een knus gevoel, door de kleine stalraampjes komt het buitenlicht, en een van de koeien komt nieuwsgierig op me af. “Ze wordt voor de zesde keer moeder”, zegt Jannie, “een geweldige lieve koe”. Ik aai over de glanzende, zwarte huid en Jannie vraagt of ik mee wil kijken in de grote stal - ze moet toch nog een rondje. Ik denk aan al mijn enveloppen, maar ben eigenlijk ook wel nieuwsgierig naar deze prachtige, grote koeien, die met hun koppen omhoog gaan als we binnenkomen. Er ligt een rand vers voer voor ze, waar ze heerlijk van nemen. Een paar lopen naar achteren, daar is de robot, legt Jannie uit. Deze scant de koe en weet precies wat zij nodig heeft aan voeding en het ritme waarin deze gemolken wordt.


Ik denk terug aan 'Buitenlust', waar ik dagelijks heen liep om melk te halen met een ijzeren bokkertje, het geld gepast in mijn jaszak. De warme melk werd er ter plekke in gedaan uit de melkbus en de koeien stonden allemaal op een rij te dampen. Er is veel veranderd, de boer heeft zijn huiswerk goed gedaan. Als ik dit zie, vraag ik me af waar alle onrust om te doen is. De heerlijke zuivel uit onze achtertuin, de prachtige gewassen zo van het land, die wil je toch niet inruilen voor Argentijns vlees of sperzieboontjes uit Egypte? De vaste bijdrage van dit prachtige erfgoed, de vrijwillige uren van de boer en de boerin, die met liefde dit beroep uitoefenen, die verdienen toch meer ondersteuning van ons allen?


Als we teruglopen, geeft ze me de envelop, hij staat op het randje naast de deur. "Daar kwam je toch voor?”, zegt ze lachend. De deur zwaait open en Marcel groet hartelijk. Ik knik: “Jazeker, bedankt, en succes met de bevalling in de verloskamer, zuster.”


Jozien