Anders bekeken...

Leven en laten leven


Ik loop in een bevroren Bollenkamer, in de zon die opkomt en in een blauwe lucht het wit van de heide weerkaatst. Een hof van Eden, een heidehof. De honden liggen te wachten op een stok, maar ik gooi niets, het is te mooi om te doorbreken, die vennen, die spiegels van ijs.

Ik heb wat medereizigers op de achterbank, ik heb ze een plek gegeven, daar waar het er leeg gerooid uitziet. Kabouters zoeken een paddenstoel. IJzige Ans bleek toch niet zo ijzig. Bij de buren staan stapels stenen, een vrachtwagen vol is er gebracht. Zand bij de kraan.

Wist u dat er vroeger aan de overkant van de weg zandwinning was? Grote vrachtwagens af en aan, over veiligheid gesproken.

Ik heb je brief gelezen Ans en ik voelde me weer 28. Op een bakfiets over Texel van markt naar folklore. Weerbaar en oersterk. Tenminste, dat dacht ik. Toen de meubelmakerij ging lopen, kwam er bezwaar. Geen overkanters, nee, 'collega’s' vroegen om handhaving. En dat is een lelijk woord, inderdaad slapeloze nachten en zorgen. Terwijl de hele raad indertijd vóór had gestemd, kwam daar het zwaard van Damocles.

Ik hoor je zeggen: ”De lol is eraf, ik ga workshops geven." Grappig, dat deed ik ook. Naast de verpleging. Buffelen. Jarenlang, hordes dames, prachtig werk. Goede inkomsten. Creatief zijn overwint altijd.

Maar nu wat anders: ik wil je toch de hand reiken, want dingen zijn niet altijd zoals ze lijken.

Het is februari 70 jaar geleden, het water brak door en mijn ex-schoonvader Tromp toog op zijn motor de polder in. De bus was gestrand, er waren mannen in nood. Het water kwam en in no time was er niet meer te zien wat weg, dijk, sloot of prikkeldraad was. Het verhaal van hem was altijd: ”Het was een verschrikking, de mannen verdronken voor mijn ogen.”

Maar het was niet het hele verhaal: jouw vader, vader Van Strien, redde een grote, zware politieman uit het water. Hij liet zich zakken aan een touw en wist vader Tromp weer omhoog te krijgen. Een ijzige daad van heldenmoed.

Je zus Thea vertelde het me een paar jaar geleden. Het is ook opgenomen op een speciale CD over de watersnood. De reikende hand was cruciaal voor zijn voorbestaan, en dat van de drie jongens die na ‘53 zijn geboren. De goudsmid, de meubelmaker en de klokkenmaker.

Nu staat het water je niet tot aan de lippen, maar toch komt er straks een moment dat je verlangt naar dat ijs, naar mooi weer, en jouw plek daar vlakbij de hof van heide.

Weet dan dat daar voor jou kabouters klaarstaan, boerin, de familie Pluis valt gerust mee.

Ze hebben de boodschap begrepen.


Jozien