"Wie was toch die Jan Aye", vroeg Ab Luiting Maten zich af. Foto: Joop Rommets

Moeizame zoektocht naar Jan Aye

Die Jan Aye moet wel een bijzondere man zijn geweest. Want wie op Texel krijgt het voor elkaar dat er zowel een weg, als een sloot als een strandslag naar hem wordt vernoemd?

Dat concludeerde Ab Luiting Maten, al bijna vijfendertig jaar fervent Texelganger. “We komen ten minste één keer per jaar. Op het moment wonen we hier zelfs. We hebben ons huis in Oosterhout in Noord-Brabant verkocht en laten een nieuw huis bouwen. Totdat dat klaar is, zitten we in een bungalow op ’t Hoogelandt.”


Luiting Maten is verknocht aan het eiland en roemt het strand, de natuur, rust en ruimte. “Eén stoplicht en dan ben je er. Heerlijk toch? Vooral Oosterend en De Waal en omgeving zijn prachtig. En ook de mensen hier zijn best vriendelijk.”


Kritiekloos is hij niet. “Werklui rijden hier wel héél hard in hun busjes. Ik ben blij dat ze nu eindelijk de fietspaden opknappen en ook eens rekening gaan houden met de aantallen gasten. ’s Zomers is het hier zo druk, dat we het eiland dan mijden. Het is wel weer leuk dat de rommel rond de boerderijen nu eindelijk wordt opgeruimd.”

Madagascar

Meer dan gemiddeld is Luiting Maten geïnteresseerd in de historie van het eiland. “Als ik naar een stad ga, bereid ik me voor door me in te lezen. Ook van Texel wil ik graag zoveel mogelijk weten.” Geïntrigeerd door de naam Jan Aye, zocht hij eerst via Google. Met verrassend resultaat. “Een aye is een vingerdier, dat alleen op Madagascar voorkomt. Ook een eiland. Zou dat toeval zijn?” Hij laat een foto op zijn telefoon zien en lacht. “Het is niet zo’n mooi dier. Ik veronderstelde dat er ooit een Texelaar is geweest die op hem leek en naar hem is vernoemd.”

“Wel: dit moge zo zijn, maar dan is die benaming toch historisch fout”

Op een gegeven moment begon Luiting Maten er een gewoonte van te maken bij willekeurige Texelaars te informeren. “Dat leverde leuke reacties op. Iemand zei dat haar moeder jarenlang aan de Jan Ayeweg had gewoond en dat die het wel zou weten. Anderen dachten dat het een jutter of een beroemde redder moet zijn geweest. Maar niemand wist het precies.”


Ook bij redactie van deze krant kreeg hij geen antwoord op zijn vraag. Een zoektocht in het digitale archief leverde een opvallend vondst op. In de Texelsche Courant van 4 juni 1938 stond in de rubriek Vragenbus: “Wie weet, naar wie de Jan Ayeweg (op Texel) genoemd is?” Maar zover na te gaan, kwam ook hier geen antwoord op.

Raadsbesluit van 1975

Op het gemeentehuis trof Luiting Maten een behulpzame medewerker, die uit het archief een raadsbesluit van 16 september 1975 opdiepte. Een officiële vaststelling, dat de “weg die van de parkeerplaats nabij het strand bij paal 12 door de duinen in oostelijke richting gaat en tot aan de splitsing Rozendijk/Rommelpot loopt” Jan Ayeslag heette. Het besluit ging vergezeld van een summiere toevoeging: “Deze weg dankt zijn naam vermoedelijk aan een zekere Jan Aye: Arieszoon? die hier in vroegere tijden gewoond zou hebben en/of land had. Deze weg werd vroeger ook Jan Asjeslag genoemd en is tijdens de 2e wereldoorlog verhard.”


De ambtenaar bracht Luiting Maten ook in contact met Irene Maas, die in september vorig jaar in het blad van de Historische Vereniging samen met Stefan Boom een artikel aan de naam Jan Aye wijdde. Een interessant artikel, waarin uitvoerig wordt geciteerd uit een discussie uit 1972 tussen twee kenners van de Texelse geschiedenis: J.A. van der Vlis, auteur van het standaardwerk t Lant van Texsel, en M.D. Dijt, samen met zijn zoon J.S.M. Dijt verantwoordelijk voor de samenstelling van de twee boeken Texelse geslachten. Daarin wijst Dijt erop dat er al in de Texelse Courant van 6 september 1961 een ingezonden stuk van hem was verschenen waarin hij bezwaar maakte tegen de benaming Jan Ayesloot in een bericht van de Schouw Gemeenschappelijke Polders van vier dagen eerder. Ook Van der Vlis zou die naam ten onrechte hebben gebruikt (in zijn boek Texel: land en volk in de loop der eeuwen) en aan de Topografische Dienst van 17 februari 1962 meldde hij in een brief dat de naam steeds Aaeijsloot was geweest en dat de sloot in de 17de eeuw als Haaysloot werd aangeduid: “(…) zeer waarschijnlijk naar iemand met de voornaam Haaye, die daar land had.”

Geen uitleg

Niemand had ooit op zijn uitleg gereageerd, ook Van der Vlis zelf niet, maar in een nieuwe uitgave van de Topografische Dienst van 1972 werd opnieuw Jan Ayesloot geschreven. Daarop had Dijt zich beklaagd bij deze Dienst en gevraagd “welke zin het nog heeft opbouwende opmerkingen te maken”. Ditmaal kreeg Dijt wel een reactie, waarin de Dienst schreef dat de sloot al in 1878 Jan Ayesloot werd genoemd en dat deze naam inmiddels “volledig in gebruik” was, volgens informatie van zowel het waterschap als de gemeente.


“Wel: dit moge zo zijn, maar dan is die benaming toch historisch fout”, concludeerde Dijt. De schuld legde hij bij ‘niet-Texelaars’, schreef hij Van der Vlis. “(…) want jij bent er niet geboren en de ambtenaren van de Gemeente en de opzichter van het Waterschap ook niet”. Mokkend: “Ik heb in mijn jeugd veel gespeeld bij, gezwommen in en schaatsen gereden op de Ayesloot – ik weet en wist dus waarover ik schreef. Ik moet mij er echter bij neerleggen, dat de naam vervalst wordt en dat deze vervalsing thans ‘geëcht’ is. Maar ik krijg dan toch wel een vreemde indruk van alle gescherm met het behoud van historische en de wederinvoering van historische namen en gebruiken op Texel.”


In een reactie verontschuldigde Van der Vlis zich. Zijn boek was nooit herdrukt en dus had hij geen mogelijkheid gehad zijn fout te corrigeren. Maar hij ging ook in de tegenaanval: “Het streven om historische namen te handhaven of opnieuw in te voeren waardeer ik het wel: het is tenminste iets. Het is wel jammer dat juist de Texelaars van origine zo schandalig met de nalatenschap van hun vaderen hebben omgesprongen en dat een buitenstaander daar een halve eeuw lang de aandacht op moest vestigen.”

Handtekeningenactie

Dijt liet het er niet bij zitten en begon een handtekeningenactie. “Een aantal boeren” tekende vóór Aaysloot en tegen Jan Ayesloot. “Tot de ondertekenaars behoorden de tegenwoordige dijkgraaf van het Waterschap Texel, alsmede de secretaris Lap. Een en ander heb ik weer opgezonden aan de directeur van de TD, die daarna schreef bij een nieuwe uitgave rekening te zullen houden met mijn mededelingen (die hij ‘uniek’ noemde).”


Van der Vlis schreef hij nogmaals: “De zaak zal wel als volgt zijn verlopen: de topograaf heeft zich vergist en voor de sloot dezelfde naam gekozen als de Jan Aayweg (en het Jan Ayeslag). Niet-Texelaars zoals jij en Van der Pijl (voormalige opzichter van de 30 Polders) lazen op de stafkaart de naam Jan Ayesloot en namen die over. Andere niet-Texelaars volgden dit voorbeeld en ten slotte begonnen ook enkele Texelaars de verkeerde naam te gebruiken. “


Alle moeite was tevergeefs, concluderen Irene Maas en Stefan Boom in hun artikel: “Op de topografische kaart van 2003 staat nog steeds Jan Ayesloot.” Daarbij vragen ze zich af wie er gelijk had in deze kwestie en presenteren ze een notariële akte uit 1703 van notaris Zacharius Gravius, die laat zien dat er toen al sprake was van de Aijesloot.

Teleurstellende conclusie

De redactie van Historische Vereniging Texel meldt in een naschrift van het artikel van Irene Maas en Stefan Boom dat Sjaak Schraag in zijn boek Veldnamen in 1832 de naam Haaijsloot en in 1953 Aaijsloot (“zonder Jan”) noemt. In 1832 zijn er twee landjes met de naam Haaisloot, die in 1953 Aaislootje en Aijesloot heten en de topografische kaart van 1880 noemt inderdaad Jan Ayesloot.


De beroemde Jac. P. Thijsse (“geen Texelaar”) schrijft in 1941 in het tijdschrift De Levende Natuur over de Jan Ayesloot en ook werd iemand aangehaald die in 1954 in de Texelse Courant herinneringen ophaalde hoe hij (of zij) als kind bij Sonnevanck de schaatsen onderbond om via Jan Ayesloot en Bomendiek naar het Kil te schaatsen “en met heerlijke chocola op te warmen bij Kors List”. “Dit lijkt op een herinnering van een Texelaar.”


De redactie van de Historische Vereniging concludeert dat in alle officiële stukken inmiddels Jan Ayesloot staat. “Blijkbaar is de door Dijt genoemde tegenstelling tussen niet-Texelaars en Texelaars in dit geval in het voordeel van de eersten beslecht.” Om het stuk te besluiten met de vaststelling: “Overigens weten we niet hoe de sloot rond 1600 genoemd werd, een eeuw vóór de door Irene Maas geciteerde akte.”


Voor Luiting Maten is de conclusie enigszins teleurstellend. “Wie de Jan Aye was naar wie het slag en de weg zijn vernoemd, blijft onduidelijk. En de Aye van de sloot heette mogelijk heel anders. Ik heb dus niet meer dan een half antwoord. Ik ben benieuwd of iemand nog aanvullingen heeft.”


Joop Rommets

Suggesties?

In de nieuwe rubriek De weg op gaat de redactie op zoek naar de achtergrond van straatnamen op het eiland. Heeft u zich nu altijd afgevraagd waarom een straat een bepaalde naam heeft? Laat het ons weten en wij proberen het te achterhalen.

Zonsondergang bij het Jan Ayeslag.
De kruising van het Jan Ayeslag en de Jan Ayeweg