Larissa en Wammes, "liefde op het eerste gezicht".
Larissa en Wammes, "liefde op het eerste gezicht". Foto: Mariëlle Oranje-ten Have

"De dressuur is mijn droom"

Na een zilveren medaille in Rio en een gouden in Tokyo zou Larissa Klaassen in Parijs héél graag voor de derde keer aan de Spelen meedoen. Als baanwielrenner, maar nóg liever in de paardensport. "De dressuur is mijn droom.”

Ruim een jaar na haar glorieuze overwinning, staat het fietsen op een laag pitje. Haar piloot Imke Brommer koos voor een maatschappelijke carrière en is gestopt. De Texelse stoker gaat graag door. “Maar een geschikte opvolger vinden is lastig. Zo iemand moet hard kunnen fietsen, maar we moeten het ook samen goed kunnen vinden. Volgend jaar vallen vrouwen uit de Olympische wielerploeg af omdat ze individueel net niet goed genoeg zijn. Ik hoop dat daar iemand bij is die het op de tandem ziet zitten. Ondertussen probeer ik het fietsen een beetje te onderhouden. Trainen doe ik nog een paar keer per week.”


Ondertussen is Larissa druk met het opstarten van haar eigen bedrijf. Dat houdt zich bezig met de drempels die visueel gehandicapten tegenkomen bij het vergaren van digitale informatie. Ook verhuurt ze zich als keynote of inspirational speaker en adviseur op het gebied van topsport. “Het draait vaak om de vraag hoe je als individu of bedrijf de beste versie van jezelf kunt worden. Ik probeer daarop een antwoord te geven door al mijn ervaring in de topsport te combineren met het onderwerp waarover het die dag gaat.”

Paardensport

Hoewel ze zich niet verveelt, had ze toch het gevoel dat ze iets miste. “Ik houd te veel van de wedstrijdsport om niks te doen. Ik zoek het nu in de paardensport. Een paar jaar geleden reden mijn paard Wammes en ik nog op het laagste niveau. Dit jaar zijn we gepromoveerd naar Z2 en we zijn nog maar twee winstpunten verwijderd van ZZ-licht. Het gaat best snel, als je weet dat je tien winstpunten nodig hebt om een niveau hoger te komen. En dat terwijl Wammes zeven maanden geblesseerd is geweest.”


Haar hart ligt al heel lang bij paarden. “Er is een foto waarop ik als vierjarige op de Hoornder Donderdag op een paard zit, helemaal gelukkig. Toen ik zes was, ging ik vaak met mijn klasgenootje Emma Veeger mee. Bij haar thuis hadden ze een shetlander en een fjord. Daarna ben ik op les gegaan op manege Bornrif. Ik had een tienrittenkaart, maar al na acht lessen ben ik gestopt, omdat ik nog steeds niet mocht galopperen. Die prestatiedrang zat er toen al in.”

Na goud en zilver staat wielerkampioen nu op een tweesprong in haar leven


Veel leerde ze van Annette Hillen, die in de snoepwinkel van haar vader en moeder werkte en op Johanneshoeve in de Prins Hendrikpolder twee pony’s had. Ook had Larissa een tijdje een verzorgpony op hoeve Vrij en Blij. Op haar negende kreeg ze de pony Jane van haar moeder, op voorwaarde dat ze het dier zelf zou verzorgen. “Ik was superverlegen en had angst om mensen te bellen. Via via lukte het om een stukje land te vinden. Tegenover het luchtalarm aan de Rommelpot. Ik ging er elke dag braaf op de fiets heen. Levensgevaarlijk, want ik was een soort rijdende zadelkast en zag toen al niet zo goed. Bovendien was ik doodsbang dat het alarm zou afgaan. Uiteindelijk is Jane op de boerderij van Hans Kikkert in De Hemmer beland. Ik rijd al heel lang niet meer op haar. Ze beleeft daar een rustige oude dag tussen de koeien.”

Zadelmak

Larissa was nog jong toen ze haar eerste wedstrijden reed. “Eerst deed ik ook nog aan springen, maar door mijn slechte zicht – en ook door de super eigenwijze Jane – lag ik er bij de eerste hindernis vaak al af. Maar in de dressuur ging het steeds beter en won ik prijzen.” Als zestienjarige maakte ze samen met Hans de jonge pony Bungy zadelmak. “Maar ze bleef te klein. Daarna heb ik bijna niet meer aan wedstrijden meegedaan.”


Tot vijf jaar geleden. “Na de Spelen in Rio was ik wel een beetje klaar met het wielrennen. Ik ben weer intensief gaan paardrijden en kreeg steeds meer de drang het naar een hoger niveau te tillen.” Tekenend voor haar gedrevenheid was het gesprek dat ze al snel met de hippische bondscoach had om haar kansen in te schatten. 


Kort daarop kwam ze in contact met een Brabants echtpaar. “Ze zochten een vriendje voor het leven voor hun paard Wammes. Verkopen wilden ze hem niet, ik mocht 'm eventueel leasen. Het was liefde op het eerste gezicht, van twee kanten. Alleen viel het rijden niet mee. Tot dan had ik vooral op pony’s gereden.” Lachend: “Als ik iets heel graag wil, dan krijg ik last van grootheidswaanzin en denk ik dat ik alles kan. Een week later ging ik terug. Wammes begon gelijk te hinniken toen hij me zag. Die mensen hadden tranen in hun ogen. Hij hinnikte anders nooit.”


Een probleem was wel dat Larissa geen geld had. Maar de eigenaren waren zo onder de indruk van de bijzondere band tussen ruiter en paard dat ze Wammes aanboden voor het symbolische bedrag van één euro. “Met als enige voorwaarde dat als ik zou stoppen, zij weer eigenaar worden. Een geweldig aanbod. Tot op de dag van vandaag vind ik het zo bijzonder dat zij me dit hebben gegund.”

Schouderbinnenwaarts

Dat gebeurde in een periode dat Larissa voor de zoveelste keer werd geopereerd, gevolg van een zware val tijdens de wereldkampioenschappen baanwielrennen van 2015. “Ik moest eerst nog revalideren, maar in mei 2017 kwam Wammes naar Texel en kreeg hij een mooi plekje op de Eagles Ranch. Toen kon ons avontuur echt beginnen. Ik kon nog bijna niks. Als ik schouderbinnenwaarts moest rijden, wist ik nog net wat er bedoeld werd. Maar ik had geen idee hoe ik het voor elkaar moest krijgen. Wammes heeft het me allemaal geleerd. Hij kon al veel meer dan ik.”


Paard en ruiter werden een eenheid. “Wammes heeft een ingewikkeld karakter. Hij is eigenwijs en niet gemakkelijk in de omgang. Maar zo ben ik ook. Trainen doen we omdat het moet, maar bij wedstrijden gaat het vuur écht aan. Wammes doet dan vijf keer zo goed zijn best als thuis. Je ziet hem denken: Dit gaan we even rocken. Hij heeft een echte winnaarsmentaliteit.”


Wedstrijden werden aanvankelijk gekenmerkt door “hoge pieken en diepe dalen”. Maar mede dankzij intensieve trainingen met Tessa van Daalen en later met Diana van der Spek werd het niveau steeds constanter. Daarnaast wordt ze geregeld bijgestaan door een caller, iemand die haar vertelt wáár in de rijbaan ze zich bevindt, zodat ze zich kan oriënteren en weet wanneer het tijd is voor welke oefening.


Larissa en Wammes vielen op en werden geselecteerd voor het nationale Talentenplan. Helaas gooide een langdurige blessure van Wammes roet in het eten. Die hakte er ook bij Larissa stevig in. “Als het niet goed gaat met je paard, dan gaat het ook met jezelf niet goed. Ik miste de wedstrijdsport zo, dat ik weer ben gaan fietsen. Dat was hard werken, want ik moest me weer helemaal opnieuw bewijzen. Maar het lukte en wielrennen werd weer de hoofdmoot. Wel ben ik in de aanloop naar de Spelen de dressuur er zoveel mogelijk naast blijven doen. Dat had ik ook nodig om het fietsen leuk te blijven vinden.”

Tweesprong

Vijf jaar later en een gouden medaille rijker staat Larissa op een tweesprong in haar leven. Bij nationale para-dressuurwedstrijden eindigde ze afgelopen voorjaar op de vijfde en zesde plaats. Goed genoeg om internationaal te mogen rijden en eventueel toe te werken naar de Spelen van 2024 in Parijs. Maar dat durft ze haar paard niet aan te doen. “Wammes is al negentien, een leeftijd om met pensioen te gaan. Hij is hartstikke fit en als ik zuinig met hem omga, dan kan hij nog wel een paar jaar mee. Maar méér kan ik niet van hem vragen. Dat zou niet eerlijk zijn.”


Voor haar ambities moet er dus eigenlijk een ander paard komen. Maar hoe? “Een goed paard kost zo 50.000 euro en voor een echte topper betaal je nog veel meer. De concurrentie is groot, ook andere ruiters willen een goed paard en zó veel heb ik nog niet gewonnen. Aan de andere kant had ik ook nog nooit gefietst en tien jaar nadat ik daarmee begon, won ik goud. Ik hoop daarom héél erg dat iemand het in me ziet zitten. Iemand met passie voor de paardensport, die me vertrouwt. Helpen investeren is goed. Maar ik ben ook blij met een al wat ouder paard dat al op hoog niveau heeft gepresteerd. Of een jong dier dat alles nog moet leren. Het moet in ieder geval een paard zijn met bovengemiddelde gangen. Een goede beweger, met een werkwillig karakter. En al te braaf hoeft ook niet. Hij mag best een beetje pittig zijn. Dat ben ik ook.”


Terugblikkend is ze trots op wat ze samen met Imke heeft bereikt. “Maar de paardensport heb ik erg gemist. Het allermooiste vind ik de enorme vertrouwensband die je met je paard opbouwt, zodat ie in alles voor je door het vuur gaat. Met dezelfde drive en wilskracht die ik zelf ook heb. Samen met een paard naar de Spelen gaan is absoluut mijn grootste droom.”


Joop Rommets

Larissa en Imke Brommer, die voor een maatschappelijke carrière koos en stopte als piloot.