Wat ik zeggen wou

Paraplu's regeling


Afgelopen commissievergadering van dinsdag j.l. had ik het genoegen om als toehoorder aanwezig te zijn bij de behandeling van het voorstel paraplubestemmingsplan verblijfsrecreatie.


Waar ik van geschrokken ben is de angst en onzekerheid van de diverse insprekers, o.a. de kampeerboeren, L.T.O. en de kleine en piepkleine ondernemers (museumman).


In mijn ogen is het niet de paraplu regeling maar is het de paraplu’s regeling, dus meervoud.

Zo te zien deelt het gemeentebestuur 3 paraplu’s uit.


De eerste is een hele grote, gele, zonnige paraplu. Als je daar onder past ziet het er niet somber uit. Je mag hem hoog opsteken zodat er grote zomerhuizen onder passen van 100m2. (mag trouwens nu ook al)


Maar dan de tweede, dat is een gitzwarte paraplu, niet zo groot en moet laag bij de grond blijven en alles wat er dan niet onder past moet verdwijnen. Vooral bedoeld voor de kampeerboeren en de kleine logiesverstrekker.


Het klapstuk van de regeling is de derde paraplu. Dat is een paraplu waar helemaal geen dakje op zit. Dat is alleen een dikke stok met een handvat om alle pipowagens van het eiland af te slaan omdat het zogenaamd geen kampeermiddel is. Het hele mobiele kamperen is begonnen met een huifkar en later met pipowagens om ze dan maar zo te noemen.


Geachte raadsleden ga de regeling zo aanpassen dat de kleine ondernemers en de kampeerboeren niet hoeven te vrezen dat hun bestaanszekerheid in gevaar komt.


p.s. U gelooft toch zeker zelf ook niet dat de toeristische druk en verkeersintensiteit op het eiland zal afnemen met het verdwijnen van een paar handenvol pipowagens.


Daan Schilling