Wethouder Remko van de Belt neemt bij de boet tegenover de Leemkuil de notitie in ontvangst van de vertegenwoordigers van de instanties.
Wethouder Remko van de Belt neemt bij de boet tegenover de Leemkuil de notitie in ontvangst van de vertegenwoordigers van de instanties. Foto: Gerard Timmerman

Reddingsplan voor behoud schapenboeten

"Naar een vernieuwd beleid instandhouding schapenboeten op Texel." Het is de titel van de notitie waarin zeven Texelse instanties een bijdrage willen leveren om de typerende Texelse schapenboet voor "uitsterving" te behoeden. 


De schapenboet mag voor Texel dan van iconische allure zijn, tot het historisch erfgoed behoren en zijn uitgegroeid tot "unique sellingpoint" voor de BV Texel, de revenuen vloeien niet naar de eigenaars (boeren, particulieren en instanties) van de boet. Zij zitten wel met de financiĆ«le lasten opgescheept. "Steeds meer eigenaren voelen die lasten als een moeilijk te accepteren kostenpost voor iets waar ze zelf geen economisch belang bij hebben. Dat heeft gevolgen voor de onderhoudstoestand van de boeten en soms leidt dat er toe dat gebrek aan onderhoud ineenstorting van de boet veroorzaakt. Het Texelse erfgoed wordt daardoor bedreigd", melden de organisaties. 

Volgens een inventarisatie zijn er nog 99 boeten en stolpschuren. 40 daarvan zijn gemeentelijk-, 21 rijksmonument. Alleen die komen in aanmerking voor de zogeheten boetenregeling van de gemeente, al gelden er uitzonderingen en maken niet alle eigenaars er gebruik van. Volgens de zeven organisaties is er wel wat af te dingen op die regeling. Eigenaren van een waardevolle boet voor wie de monumenten een te grote hobbel is, zouden wel in aanmerking moeten komen voor een bijdrage. Geen subsidie (wat niet-monumenten niet is toegestaan), maar als tegemoetkoming in de kosten voor het vervullen van een maatschappelijk relevante functie. 

Voor zes tot tien boeten (monumenten en boeten zonder die status) zou een nadere inspectie moeten uitwijzen of het beter is om eerst te restaureren dan wel groot onderhoud te doen, alvorens deze boet wordt opgenomen in de nieuwe regeling. Eigenaren van boeten die in aanmerking komen voor een onderhouds- en/of restauratiesubsidie krijgen krijgen 60 procent van die kosten vergoed, waarbij het budget ook nog beperkt is. Wat de animo voor zo'n opknapbeurt niet ten goede komt. 

"De allerbeste borging voor  instandhouding van de boet is de eigen motivatie van de eigenaar. Die moet het belang er van  inzien, de wil hebben er aan mee te werken en een zekere mate van trots uitstralen dat hij/zij zo'n bijzonder echt Texels bouwwerk bezit." Een grotere bekendheid met de historie kan die trots voeden." Ook het toestaan van ander gebruik dan agrarisch kan helpen. Bij menig boet gebeurt dat al, maar het mag het karakter van de boet niet schaden. Voorstel is dat voor boeten binnen 50 meter van de openbare weg minder strikte voorwaarden te laten gelden. Wel worden woon- en recreatief gebruik uitgesloten.  

Voorgesteld wordt de huidige stimuleringsregeling uit te breiden met aanvullingen voor verzekeringskosten, onderhoud rieten daken en compensatie van  gederfde inkomsten of extra kosten voor de boer. Ook een nieuwe regeling waarbij de gemeente een langjarige overeenkomst sluit met de boeteigenaren. De jaarlijkse bijdrage zou maatwerk moeten zijn, omdat geen boet hetzelfde is. Onderhoud moet worden vergoed, uitgevoerd door een aannemer in opdracht van Dorpsherstel. De boeteigenaren worden daarin volledig "ontzorgd". In de uitvoering van regelingen is ook een rol weggelegd voor De Lieuw.

Wethouder Remko van de Belt toonde zich ingenomen met het rapport en de uitkomsten te gebruiken in beleidsvoorstellen naar de raad.