Liliia toont aan boord van de hotelboot in Oudeschild haar zelfgemaakte kleding.
Liliia toont aan boord van de hotelboot in Oudeschild haar zelfgemaakte kleding. Foto: Jeroen van Hattum

Werken, taal leren en hopen dat oorlog in Oekraïne snel voorbij is

Meer dan honderd gevluchte Oekraïners en derdelanders wonen sinds een paar maanden op de hotelboot in de haven van Oudeschild. Zo goed en zo kwaad als het gaat, proberen ze er met elkaar het beste van te maken. Oekraïne en de oorlog zijn vaak in gedachten, maar Texel voelt wel als een veilige plek om te verblijven.

Het zijn prachtige kledingstukken die worden uitgestald in één van de gezamenlijke ruimten aan boord van de hotelboot. Ze zijn gemaakt door Liliia, één van de circa 120 bewoners van het hotelschip dat sinds maart in de haven van Oudeschild ligt. Het borduursel op de kledingstukken is fijn gestikt en de uitgestalde blouses, jurken en sjaals doen meteen aan één ding denken: Oekraïne. 

De kleding staat symbool voor de mooie kanten van het land dat Liliia een maand of zeven geleden ontvluchtte. Ze woonde in de Oekraïense stad Mykolajiv, waar ze werkte als lerares op een school. Ze vluchtte toen de bommen op haar stad begonnen te vallen. Daar heeft ze het liever niet over: graag laat ze één van de vele mooie kanten van haar land zien. En dat zit in de kledingstukken die ze maakte sinds ze op de hotelboot in Oudeschild verblijft.

Zo’n 120 mensen wonen daar op het moment. Tachtig van hen komen uit Oekraïne, veertig van hen zijn zogeheten derdelanders, mensen die niet uit Oekraïne zelf komen maar daar wel verbleven toen de oorlog uitbrak en vervolgens meevluchtten naar Nederland omdat ze niet zomaar terug konden naar hun land van herkomst. Onder de derdelanders veel mannen en onder de Oekraïners relatief veel vrouwen en kinderen. Aan boord verblijven ze gescheiden van elkaar.

De vluchtelingen wonen in de 110 tweepersoonskamers waarover het hotelschip (twee verdiepingen hoog) beschikt.  Bezoekers gaan via twee grote loopplanken aan boord en moeten zich eerst even melden bij een receptie, zodat in een groot schrift kan worden bijgehouden wie wanneer aan boord is. Op de eerste verdieping is in het midden een centrale ruimte waar gegeten kan worden en waar op dinsdagavond Nederlandse les wordt gegeven. Een aantal Texelse vrijwilligers komt daarvoor wekelijks onder aanvoering van Rianne Malschaert naar de boot. Pal naast de centrale ruimte is een kamer met een paar banken en een televisie ingericht als woonkamer. Het ziet er karig uit, al zal je de bewoners daar niet over horen.

Oorlog

Tijdens de gesprekken met meerdere bewoners van het schip valt al snel één ding op: je weet dat minstens een deel van hen na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne nare ervaringen moet hebben gehad, maar die vormen niet de hoofdmoot van hun verhalen. Het nieuws in het thuisland wordt op de voet gevolgd en er wordt onderling veel over Oekraïne gesproken, maar veiligheid is de hoofdmoot. Je merkt aan de gesprekken dat de oorlog op Texel in ieder geval fysiek ver weg is en dat de bewoners zich veilig voelen. Geen van de in totaal acht gesprekspartners had ooit van Texel gehoord of zelfs maar de zee gezien, maar de geïnterviewden zijn stuk voor stuk zeer te spreken over het eiland. “Het is hier zo schoon en mooi”, zegt Olena, een vrouw uit de Oekraïense stad Kryvy Rih. “Je ziet geen dakloze mensen en je ziet bijvoorbeeld ook geen zwerfhonden door de straten lopen.”

Werk

De meeste bewoners van de boot hebben werk gevonden op het eiland. Dat gebeurde via twee banenmarkten in Oudeschild waar diverse bedrijven zich presenteerden. Elke dag gaan de bewoners veelal via de busjes van de Texelhopper van en naar het werk. Liliia van de mooie kledingstukken werkt in de huishouding bij Greenside en Olena met een paar anderen in de wasserij van De Bolder. Daar wast de voormalige lerares van een basisschool lakens. “Het is fijn om daar met andere mensen te werken. We zijn ook erg blij met een Armeense collega die zowel Russisch als Nederlands spreekt en veel voor ons kan vertalen. En als we er echt niet uitkomen, hebben we altijd Google Translate nog.” Livia vertelt tijdens het werk de taal te leren. "Ik spreek nog geen Nederlands, maar begrijp al wel wat er wordt gezegd."

Na school hoop ik te kunnen studeren, maar het is wel de vraag of dat in Oekraïne kan

Derdelander

George uit Nigeria is één van de derdelanders aan boord. Hij studeerde medicijnen aan de Bogomolets National Medical University in Kiev toen de oorlog uitbrak. Teruggaan naar Nigeria was geen optie, waarna hij via Hongarije, Amsterdam en Wormer in Oudeschild terechtkwam. Zijn studie volgt hij nog steeds, maar nu online vanaf de hotelboot. “Tijdens corona ging ook al veel online, dus ik ben het wel gewend.” In de ochtend zit George aan de studie, in de middag werkt hij doordeweeks bij café Mans in Den Burg. Hij hoopt in juni 2023 zijn studie af te kunnen ronden. Dat zal - zoals het er nu naar uitziet - op afstand moeten gebeuren. George: “Het gaat, ik mis het alleen wel om praktijkervaring voor mijn studie op te kunnen doen." 

Leerlingen

De 16-jarige Kamila, haar tweelingbroer Slava en de eveneens 16-jarige Elena behoren tot de Oekraïense leerlingen aan boord die overdag naar het voortgezet onderwijs in Den Helder gaan. Ze zaten korte tijd op de OSG in Den Burg, maar de klas was te klein, waardoor ze sinds de grote vakantie doordeweeks elke dag het Marsdiep oversteken. Kamila: “We gaan 's ochtends om half acht weg uit Oudeschild, hebben de boot van acht uur, dan gaan we naar het station in Den Helder en vanaf daar is het nog twintig minuten met de bus naar Schakel aan Zee. Dan zijn we te laat, maar de leerlingen van Texel mogen gelukkig iets later op school komen.” 

Tolk

Kamila is tijdens de gesprekken de tolk voor de andere Oekraïners en dat doet ze goed. Ze spreekt goed Engels, zeker voor een 16-jarige, waardoor ze kan vertalen wat er allemaal in het Oekraïens wordt gezegd. Aan boord doet ze volop mee aan de taallessen en in de weekenden heeft ze een baantje bij Museum Kaap Skil, waar ze achter de balie staat om bezoekers te ontvangen. Kamila is de eerste om te erkennen dat het dapper is van het museum dat ze haar achter de balie zetten, maar ze grijpt de gelegenheid met beide handen aan, om daarmee de Nederlandse taal machtig te worden. Haar tweelingbroer Slava voetbalt sinds kort bij Texel’94 in Den Burg. Engels spreekt hij niet en Nederlands is hij aan het leren. Dat staat het voetballen echter niet in de weg; hij kijkt op het veld  wat de andere spelers doen en probeert daar zoveel mogelijk in mee te gaan. 

“Ik kijk ’s avonds ook graag naar voetbal, op televisie of op mijn telefoon.” De telefoon is aan boord voor veel mensen hét middel om contact met Oekraïne te houden, evenals met laptops in de hutten. Dat is volgens Kamila wel met het voorbehoud dat er stroom is in het thuisland. Rusland heeft de laatste tijd veel energiecentrales gebombardeerd, waardoor het niet altijd even makkelijk meer is om contact te krijgen. Contact met het thuisland is ook van belang voor Igor, één van de weinige mannen aan boord van het hotelschip. Hij komt uit Odessa en was aan het werk op zee toen de oorlog uitbrak. Hij liet zijn vrouw en kinderen overkomen naar Nederland, zodat ze veilig zouden zijn, maar zijn oudste zoon moest hij achterlaten in Odessa. 

“Hij is boven de achttien, dus hij mocht de grens niet meer over. Dat geldt voor alle mannen boven de achttien in Oekraïne.” Dankzij de contacten met zijn achtergebleven zoon weet Igor in ieder geval dat zijn zoon er nog is en dat hun huis nog overeind staat in de meermalen gebombardeerde havenstad aan de Zwarte Zee. Igor werkte een tijdje bij Kaap Skil en is nu aan het werk bij Ecomare, waar hij elke dag op de fiets heen gaat. Net als meerdere mensen aan boord van de hotelboot wil hij graag terug naar Oekraïne zodra het weer kan. 

Bombardementen

De 16-jarige Elena staat in eerste instantie niet te springen om geïnterviewd te worden, maar schuift later op de avond alsnog aan. Als ze begint te vertellen, wil ze ook vertellen over de oorlog. Zij komt uit een stad ten noorden van Kiev die een aantal weken door het Russische leger bezet is geweest. “We hebben drie weken met twee families in een kelder gezeten, terwijl boven ons de hele tijd vliegtuigen overvlogen en bombardementen werden uitgevoerd. Op de paar momenten dat er wel stroom was, werd er eten gekookt voor meerdere dagen en dat bewaarden we in bakken, zodat we gelukkig wel iets te eten hadden.” 

Daarna schakelt ze over naar voetballen op het plein van De Bruinvis in Oudeschild en het ontmoeten van andere jongeren op Texel. “Ik heb hier al een stel vrienden gemaakt en zou ook wel willen blijven.” De 5-jarige Myroslava en de 9-jarige Polina schuiven, gekleed in pyjama, nog even aan voordat ze naar bed gaan. Zij vertellen op De Bruinvis te zitten en bij hen kan het gesprek in het Nederlands worden gevoerd. Het is uiteraard leuk op school, de juffen zijn aardig en de twee vertellen dat ze na school bij andere kinderen uit de klas spelen. 

Tolk Kamila laat tijdens de gesprekken geen gelegenheid onbenut om aan te geven dat de bewoners dankbaar zijn dat ze opvang hebben op het eiland en dat ze veel steun van de gemeente krijgen. De gemeente liet in maart de hotelboot naar het eiland komen om gevluchte Oekraïners op te vangen (zij worden verwezen via Alkmaar), de raad stelde eind mei bijna €3 miljoen beschikbaar voor de opvang en vorige maand werd nog eens €2,5 miljoen beschikbaar gesteld voor het komend halfjaar. Dan gaat het om voorfinanciering door de gemeente; de kosten worden uiteindelijk vergoed door het Rijk. Het beschikbaar gestelde geld is voor de huur van de boot, een leefvergoeding en voor de maaltijdvoorzieningen. 

De boot zou er aanvankelijk een halfjaar liggen, maar die periode is inmiddels verlengd tot maart 2023. De kans bestaat dat de boot daarna nog langer in de haven blijft. De verwachting is dat het Rijk dan ook doorgaat met financiering van de kosten. Bedoeling is dat vanaf januari 2023 de Oekraïners die nu nog op vakantiepark De Driehoek verblijven ook naar de hotelboot gaan. Het contract dat de gemeente daarvoor heeft met Europarcs wordt na 31 december 2022 niet verlengd. Een uitdaging wordt de status van de derdelanders. Vanaf 4 maart 2023 worden zij door het Rijk niet meer gezien als vluchteling, waardoor ze geen onderdak meer krijgen. Idee is dat ze veilig naar hun eigen land zouden moeten kunnen terugkeren.

Studeren

Kamila laat weten dat ze na school hoopt te kunnen studeren, maar het is vooralsnog de vraag waar. Het liefst in Oekraïne, maar daar ziet ze op het moment te weinig perspectief na meer dan zeven maanden oorlog. Tijdens een rondje door de eetzaal vertelt ze dat de bewoners drie keer per dag te eten krijgen. Dat is op vaste tijden en het staat altijd voor ze klaar. Klinkt ideaal, maar gewoon zelf eens de maaltijd kunnen bereiden wordt soms gemist. Bij Kamila echter geen verkeerd woord over de hotelboot. “Ik varieer dan maar in het beleg op mijn brood om wat afwisseling te hebben.” 

Betekenis

Liliia legt, voordat ze haar zelfgemaakte kleding weer opbergt, uitvoerig uit welke betekenissen alle geborduurde afbeeldingen hebben. Wuivend graan op de blouses staat symbool voor geluk, de afbeelding van brood staat symbool voor voorspoed. Onuitgesproken blijft het beeld hangen dat de situatie in het thuisland op het moment verre van gelukkig en voorspoedig is. In de uitgestalde kledingstukken zit echter de hoop verpakt dat het op een dag allemaal anders zal zijn en dat de kleding ook weer gedragen kan worden in Oekraïne. Bij een feest, een bruiloft of een ander heuglijk moment en dan vooral zonder de oorlog.

Jeroen van Hattum

Elena en Kamila.
Taallessen aan boord gecombineerd met het proeven van bitterballen.