Schildersduo Rienk Platte en Bouk Vredevoort, jarenlang een vast koppel, zwaait gelijktijdig af.
Schildersduo Rienk Platte en Bouk Vredevoort, jarenlang een vast koppel, zwaait gelijktijdig af. Foto: Verenigde Schilders

Knabbel en Babbel uitgeschilderd

Knabbel en Babbel, Buurman en Buurman of gewoon Rienk en Bouk. In ieder geval een paar apart, schildersduo Bouk Vredevoort en Rienk Platte. Vijftien jaar waren ze onafscheidelijk, nu toch uit elkaar sinds ze met pensioen zijn gegaan.

Drie schouderoperaties, een nieuwe knie en vier omleidingen voor Bouk en ook voor Rienk een operatie aan z'n knie. Chirurgische ingrepen die illustreren dat het bestaan van een schilder niet altijd over rozen gaat. Bouk: "Het lijkt makkelijk, de kwast wat heen en weer halen. Maar neem van mij aan: schilder is een onderschat beroep. Schilderen met rechts, de linkerarm voor de balans", wrijft hij over zijn schouders. Bij Rienk precies andersom. "Ik schilder links, de rechter is mijn veiligheidsarm. Toen een steiger het begaf heb ik wel eens aan een kozijn gehangen. Bouk kon nog net naar binnen springen."

Maar gelukkig: onder de streep kijken ze terug op een mooi werkzaam leven als schilder. Rienk (64) begon in 1977 bij de Verenigde Schilders. "De eerste tijd werkte ik samen met Huib de Ridder. Ik heb vijftien jaar in het dubbel glas gezeten. Best veel sjouwen. Daarna ben ik gaan schilderen." De Verenigde is opgericht als coöperatie waarin de schilders een aandeel en zeggenschap hadden. "Vroeger werkten we met dertig man. Bij vergaderingen kwam iedereen wel met een idee. Piet van Heerwaarden hoorde het allemaal aan en nam aan het eind het woord: "Jongens, zo gaan we het doen."

Bouk (65): "Op 1 augustus was ik vijftig jaar schilder. Een jaar of veertig geleden kwam ik bij de Schilders. Ik heb ze allemaal meegemaakt. Oudgedienden en jonge gasten. Ik heb ze zien komen, opgeleid en ik heb ze ook voor zichzelf zien beginnen", zo passeren allerlei namen de revue. "Vroeger had je meer de tijd. Als je nu bij mensen komt, vragen ze eerst wanneer je klaar bent." Rienk: "Lontjes kunnen wel eens kort zijn." Bouk herinnert aan een klant die eens tegen Rienk tekeer ging na een misverstand bij een afspraak. "Ik keek naar je gezicht en ben maar even voor je gaan staan." Rienk: "Later bood ze haar excuses aan."

Een kleurrijk duo dat niet om een geintje verlegen zit. Bouk: "Dat hoort er bij. We namen eens een slaapkamer onder handen. De wekker, die om zes uur stond, heb ik op 's nachts twee uur gezet. Daarna niet meer aan gedacht. De volgende dag belden ze verontwaardigd naar kantoor. Ze waren zich midden in de nacht rot geschrokken." Rienk: "In Den Helder heb je bij twee buren, broers van elkaar, de huisnummers eens verwisseld." Bouk: "Kregen ze elkaars post. Ze snapten er niets van." En zo volgen er meer anekdotes, volgens het duo niet allemaal geschikt voor de krant. 

Hun werk was veelzijdig. Rienk: "In de tijd dat de haven nog vol lag met kotters schilderden wij de hele vloot. Drie kotters in de week. Ze kwamen er zelfs voor uit Urk. Als we aan het spuiten waren, dan belandde er wel eens wat verf in het water. Moest er eentje met een vlot de haven in, anders dreef alles de jachthaven in."

Ze schilderen veel gebouwen. Rienk: "Wat die architecten wel eens vergeten is dat er na de bouw ook nog aan moet worden geschilderd. Moesten wij op de meest onmogelijke plekken aan het werk. Niet over nagedacht. Soms was het bloedlink." Bouk: "Als schilder zit je vaak in het verdomhoekje. Uit zuinigheid schilderen mensen beneden zelf en waar ze niet bij kunnen laten ze aan ons over. Maar ze geven wel net zo makkelijk €20.000,- uit aan een keuken."

Schilder een beroep dat onderschat wordt

Maar over all veel tevreden klanten, collegialiteit. plezier en mooie herinneringen, zoals aan bedrijfsfeestjes en -uitstapjes. Nu voltooid verleden tijd. Beiden maken gebruik van de regeling dat mensen met zware beroepen eerder met pensioen kunnen.


Gerard Timmerman

Afbeelding
Afbeelding