Afbeelding
Foto:

De kant langs

Huize Tessel


Delft, Dordrecht, Gent, Groningen, IJsselstein, Katwijk, Leiden, Nieuw Breda, Rotterdam, Wageningen en Zeeland. Texelse boerderijnamen die doorgaans verwijzen naar de herkomst van een boer die er ooit heeft gewoond of eigenaar die de hoeve ooit in bezit had.


Ooit kwamen ze op Texel terecht en ze namen hun herkomst mee naar het eiland. Je kunt het soms ook zien aan de vorm van de boerderijen. Capni in de Prins Hendrikpolder is bijvoorbeeld een Gelderse boerderij. En zo heb je meer voorbeelden.


Andersom heb je dat ook. Tijdens een wandelingetje op de Veluwe viel mijn oog van het voorjaar op een groen/zwarte vlag die in een tuin wapperde. De bewoner was er niet, anders had ik zeker even geïnformeerd. Wat langer geleden zagen we bij een chalet op een camping in Drenthe de Texelse vlag en de woorden "Per Otium". Dat betekent “Op sien gemak”, vertelden eigenaars Annie en Martin Keijser van Polybouw.


Een stukje verbondenheid met het eiland, trots en misschien wat chauvinisme. Toen we vorige week in Slenaken in Zuid-Limburg waren, kwamen we er weer eentje tegen. “Huize Tessel” las ik op het naambord van een vakantievilla. 


De website lezende werd me duidelijk dat de naam verwees naar de afkomst van de eigenaresse en haar dochters. “Komende uit Noord-Holland (onze verre voorvader verhuisde rond 1650 van Den Burg op Texel naar Alkmaar en heette daarna “Tessel”) wilden mijn dochters en ondergetekende graag een vakantiehuis in het uiterste zuiden van Nederland. Dat is gelukt! Het is “Huize Tessel” geworden.”


Op tv heb je nu dat spotje van de Texelse Bierbrouwerij. Tientallen jaren geleden kwam Texel ook al voorbij in een bierreclame. Toen van de Zuid-Limburgse brouwerij Brand. In dat reclamespotje werd een fietser opgevoerd in een shirt van Toerclub Taxi 321000. Een acteur die zogenaamd niet wist dat Brand in Zuid-Limburg werd gebrouwen en daarmee de hele bevolking over zich heen kreeg. Het leverde Texelse toerfietsers later nog een bezoek aan de brouwerij op.


Tussen het landschap van Texel en Zuid-Limburg mag dan een wereld van verschil zitten, er is ook een belangrijke overeenkomst: toerisme. Net als hier wemelt het er van de hotels, vakantiehuizen, appartementen, vakantieparken, winkeltjes, restaurantjes en noem maar op. Ook daar volop drukte. Zoals fietsers hier elektrisch ondersteund lachend tegen wind in fietsen, zie je daar veel senioren die de heuvels trotseren op hun elektrische fiets.


Veel wandelaars ook. Zoals de twee Limburgse heren die ik sprak tijdens een fietspauze nabij wijngoed Salamander in Eyserheide. Met zachte tongval vertelden ze hoe ze de wijnboer als vrijwilliger helpen bij het druiven plukken. Wijnhuis De Kroon op Texel kenden ze van horen zeggen: “Mijn zuster komt namelijk regelmatig op Texel.”


Toerisme is er de motor van de economie. Het geld ligt er voor het oprapen. Letterlijk. Al fietsende viel mijn oog op iets wat ik herkende van lang geleden. Ik keerde om, en inderdaad: een bankbiljet van €20,-, verloren lang de kant van de weg. Contant geld. Het was lang geleden dat ik zo’n biljet in handen heb gehad. Sinds corona pin ik eigenlijk alles.


We hebben dat contante geld direct laten terugvloeien in de lokale economie. De koffie met vlaai was heerlijk. Hoef ik er ook niet mee aan te komen aan het buffet van TESO. Daar hebben ze volgens mij al genoeg aan hun hoofd.


Gerard