Sophie Brasseur op zoek naar uitwerpselen van walrussen bij Spitsbergen.
Sophie Brasseur op zoek naar uitwerpselen van walrussen bij Spitsbergen. Foto: Susanne Kühn

Op zoek naar poep van walrus in ijszee

Een week lang vertoefde Sophie, samen met eilandgenoten en collega's Suzanne Kühn en Hans Verdaat, in de omgeving van Spitsbergen. Vijftig wetenschappers, van wie zeven van Wageningen Marine Research, deden er onderzoek op en rond het onbewoonde en afgelegen eiland Edgeøya in de Noordelijke IJszee aan de oostkant van Spitsbergen. Een eiland even groot als de provincie Gelderland. Het ging om de SEES-expeditie 2022 met het expeditieschip Ortelius. In totaal waren honderd mensen mee; vijftig wetenschappers en vijftig betalende medepassagiers. De SEES-expeditie 2022 was de opvolger van twee poolexpedities die in 2015 en 1977 al eens naar Spitsbergen werden gehouden voor onderzoek naar de gevolgen van klimaatverandering. Alle keren werd hetzelfde gebied bezocht en onderzocht.

Walrussenpoep

Voor Sophie stond de expeditie in het teken van het vinden van walrussenpoep om daar onderzoek naar te kunnen doen. Dat was tweeledig; dat ging om onderzoek naar wat de walrussen gegeten hebben en om verbetering van een nieuwe onderzoeksmethode waarbij op basis van DNA de aanwezigheid van diverse voedselresten in de uitwerpselen één keer tegelijk kan worden aangetoond (‘environmental DNA’). Het geheel is bedoeld om te zien wat walrussen op het moment eten in de omgeving van Spitsbergen, zodat gezien kan worden of daar veranderingen in zitten ten opzichte van de vorige keren.

Rubberboot

Het was voor Sophie echter eerst bijna een expeditie op zich om de uitwerpselen te pakken te krijgen. Doel was tien verschillende walrusdrollen te verzamelen, maar daarbij was ze afhankelijk van anderen. Tijdens één van de eerste dagen was Sophie mee in een rubberboot op zee in de buurt van een groep walrussen op Kapp Lee (een landtong van Edgeøya), maar het was die dag niet de bedoeling om daar aan land te gaan omdat er onderzoek op zee moest worden verricht. Meespelend was dat op Kapp Lee een ijsbeer rondliep waarvoor een paar andere wetenschappers zich net hadden teruggetrokken. Een dag later kon ze wel aan land komen op Kapp Lee en zich naar de groep walrussen begeven. Dat moest secuur en beheersd gebeuren; de groep mensen met wie ze aan land was gezet mocht haar niet volgen om te voorkomen dat ze de rustende walrussen zouden verstoren. Behendig en ongemerkt maakte ze zich los van de groep, waarna ze via een omweg bij een strandje aan de kust kon komen waar uitwerpselen lagen en waar ze ook meteen voldoende afstand van de dieren kon houden. 

In beeld

Nadat ze twee voor onderzoek geschikte drollen te pakken had, was het echter onverwacht gedaan met de werkzaamheden. Vijf walrussen kwamen aan land en begonnen een plekje te zoeken op het gedeelte waar Sophie aan het zoeken was. Om de dieren niet te verstoren, ging ze rustig op een boomstam zitten, maar daarna diende zich een volgend probleem aan. De groep waarmee ze aan land was gekomen, wilde graag foto’s maken van de groep walrussen, maar er bleek vanuit hun standpunt een dame op een boomstam nogal pontificaal in beeld te zitten. Sophie had een blauwe jas van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) aan, waardoor ze voor de fotografen extra opvallend aanwezig was. “Plotseling kwamen de gids en Suzanne op me af, waarna de gids me van de boomstam aftrok om achter een rotspartij te gaan zitten. Daar zijn we een tijdje blijven zitten totdat alle fotografen moesten terugkeren.” Sophie had daarna welgeteld tien minuten over om nog een aantal geschikte uitwerpselen te vinden. Zo snel als ze kon ging ze aan de slag en had ze uiteindelijk liefst dertien walrusdrollen te pakken voordat ze terug moest zijn in de rubberboot naar de Ortelius. “Dat waren er drie meer dan ik me voorgenomen had, dus daar was ik erg blij mee.”

Tellingen

De rest van de tijd werd besteed aan het helpen van de collega’s. Dat was onder andere het meehelpen van Susanne Kühn uit Oosterend bij het tellen en waarnemen van zeevogels- en zeezoogdieren vanaf het voordek van de Ortelius. Volgens Susanne was dat noteren van de aantallen vogelsoorten en het beschrijven van hun gedrag, zoals bijvoorbeeld 'foeragerend' of 'rustend'. Dat gebeurde volgens een methodiek met de naam 'Seabirds at Sea' die mede door Kees Camphuysen uit Den Hoorn is ontwikkeld. "Door deze tellingen leren we meer over de verspreiding van soorten. Als er voldoende data beschikbaar zijn, kunnen we op die manier veranderingen in soortsamenstelling en aantallen onderzoeken, die bijvoorbeeld door klimaatverandering ontstaan.” Volgens Susanne was het waarnemen erg leuk om te doen, vooral omdat ze veel buiten kon zijn en mooie zeevogels mocht observeren. Eilandgenoot Hans Verdaat was tijdens de expeditie actief als gids en bezig met het verzamelen van mariene monsters. Ook daarvoor wordt de nieuwe onderzoeksmethode, waarbij op basis van DNA de aanwezigheid van diverse soorten in een monster in één keer tegelijk kan worden aangetoond (‘environmental DNA’) verder ontwikkeld.

DNA

Sophie: “Voorheen deed je vaak eerst onderzoek naar de aanwezigheid van het ene organisme in een monster en daarna naar de aanwezigheid van een ander organisme in hetzelfde monster. Met enviromental DNA kun je in één keer de aanwezigheid van meerdere restanten tegelijk onderzoeken. Dat is een techniek die nog verder moet worden ontwikkeld en dat kunnen we mooi doen aan de hand van wat we tijdens de expeditie naar Spitsbergen hebben verzameld.” 

Het leek net op een varend symposium aan boord van schip


De meeste wetenschappers die mee waren naar Spitsbergen, zijn nu bezig met het uitwerken van het onderzoeksmateriaal dat ze hebben verzameld. Bedoeling is dat de resultaten worden vergeleken met eerdere bevindingen van 2015 en 1977 om uitspraken te kunnen doen over veranderingen in het klimaat. Volgens Sophie was het tijdens de expeditie een voorrecht om met honderd wetenschappers en belangstellende passagiers aan boord van de Ortelius te zijn. "Het was net een varend symposium van een aantal dagen. Onder de passagiers zaten veel mensen die deskundig waren in geheel andere zaken en daardoor ergens ook heel anders tegenaan konden kijken. Dat was zeer interessant om mee te maken."