Wat ik zeggen wou

Stikstofverwarring


Op de voorpagina van de TC van 6 september stond “Natuurgebieden nog gevoeliger, “schijnoplossing” Lindeboom. Beide roepen vraagtekens op.

De Horsmeertjes, De Schorren en De Slufter blijken nog gevoeliger dan gedacht. Maar dit zijn stuk voor stuk habitattypen waarvan je dat niet verwacht. Zeker voor de Slufter en de Schorren, die hun habitattype mede te danken hebben aan het wisselend zo nu en dan overstromen met zout water is het niet logisch dat die zo gevoelig zouden zijn voor stikstofdepositie. En de Horsmeertjes? Wat is daar mis mee en waar komt de stikstof dan vandaan. Het ziet er naar uit dat iemand achter zijn bureau het plantenlijstje voor die gebieden heeft bestudeerd, geconcludeerd dat er een paar gevoelige tussen zitten, en vervolgens de KDW heeft verlaagd, zonder zich te realiseren om wat voor gebieden het gaat. Dit mag nog wel eens kritisch bekeken worden.

En de “schijnoplossing” van Lindeboom gaat niet over mijn kritiek op de ammoniak uit zee, die je volgens mij weg kunt laten waarna Texel aan de normen voldoet, maar over ideeën van collega-hoogleraar Johan Sanders, die inmiddels 13 technieken propageert om de ammoniak uitstoot vanuit individuele boerderijen te halveren. Omdat ik eerste auteur van dat rapport ben, maken de criticasters die zo snel mogelijk van de dierhouderij af willen mij verwijten, maar alle eer en ook kritiek komt Johan toe. Johan en ik schrijven daar nog een stuk over. Ondertussen blijf ik voor aanpak van het RIVM-model staan. Mijn nieuwste aanbeveling is om de meetcorrectie nu weg te laten (heel goed voor Natura 2000 kustgebieden in Noord-Holland en de eerste 4 Waddeneilanden) en pas weer toe te voegen als het RIVM heeft aangetoond dat die extra ammoniak er echt is. En dat gaat ze niet lukken. Hopelijk eind goed al goed.

Han Lindeboom