Afbeelding
Foto:

De kant langs

In de prijzen      


Eén van de hoogtepunten van de Texelse Schapenfokdag is de uitreiking van de Bronzen Texelaars. Een moment dat je ook als verslaggever van de fokveedag niet mag missen. “Het koningsnummer”, warmde speaker Carlo Veeger, de fokker die onlangs emigreerde maar nu weer even terug was, de toch al oververhitte keuringsring nog verder op.


De loodzware muurplaquette is de bekroning op vele jaren inspanning van de schapenfokker die hem ontvangt. Beschikbaar gesteld door de gemeente en traditioneel uitgereikt door de wethouder van dienst. In dit geval Rikus Kieft. Hij bekende toen hij ervoor werd gevraagd nog nooit te hebben gehoord van de Bronzen Texelaar, die toch alweer sinds 2000 wordt uitgereikt voor de beste eenjarige ram.


Vorig jaar ging de wisseltrofee naar Cees Commandeur, de topfokker die een poosje geleden overleed. Terwijl de juryleden in de ring hun bordjes met de cijfers in de lucht staken, maakten fokkers en publiek de optelsommetjes. De vrij unanieme jury wees de ram van Ido Altenburg en Kees Bakker aan als winnaar. “Heeft ie een naam?”, wilde Rikus weten. Nee, wel een nummer: 6618-64036.


Minder unaniem was de vijfkoppige jury bij de keuring van de oudere rammen. Tot verbijstering van toeschouwers liepen de voorkeuren hier ver uiteen. Dat had volgens jurylid Bart Mol wel een reden. "De kampioen en de reservekampioen (een dubbelslag van het duo Koos Tjepkema en Henk Zoetelief) zitten heel dicht bij elkaar."


Mol: “Er stonden in deze groep sowieso drie potentiële beste rammen, waarvan één A-ram en een potentiële nieuwe A-ram. Terecht dat de tweede ram reservekampioen werd, omdat er met de kampioen maar weinig verschillen zijn. Beide universeel beste rammen. Waarschijnlijk zal de reservekampioen in de toekomst zelfs nog wat beter worden.”


En zo werden op de Schapenfokdag meerdere prijzen uitgedeeld. Oud-wethouder Annie Hin was er ook. Of zij in haar tijd ook wel eens de Bronzen Texelaar had uitgereikt? Nee, maar ze had in Den Hoorn wel eens de prijzen op de koeienkeuring overhandigd. “Ik liep er gewoon rond. Frans Bakker, toen de man van de Landbouwdag, vond dat ík het wel kon doen.” Frans had dat goed gezien. Als oud-boerin had Annie er immers wel kijk op.


Zo worden er jaarlijkse heel wat prijzen uitgereikt. Bakkers voor hun mooiste, lekkerste taart, brood of ander product. Slagers in hún categorie, visrokers strijden zaterdag om de Arie Ellen Bokaal, brouwers winnen geregeld prijzen met hun bier, de beste cafés halen de Horeca Misset Top 100, voor restaurants een Michelinster of de Gault Millau en vele anderen. Jongste eend in de Texelse bijt is de Food 100, een lijst van “changemakers en gamechangers” in de voedselketen. En ik zal vast nog wel wat prijzen zijn vergeten.


Ze zijn een erkenning dat de winnaar goed bezig is en, misschien wel belangrijk, een pr-moment. Voor de ondernemer die in de prijzen is gevallen en voor de (branche)organisatie die de prijs uitreikt. Er gaat bijna geen week voorbij dat we niet zo’n persbericht ontvangen.


Nu weer eentje. De Arie Keppler Prijs 2022. Het persbericht miste z'n effect niet, getuige het royale artikel hiernaast, niet van mijn hand overigens. Ik hoef dat hier dus niet verder toe te lichten. Ook niet hoe menig Texelaar tegen De Tuunen aankijkt. Al kan ik me niet voorstellen dat de opmerking daarover uit het persbericht komt.


Gerard