Harry de Graaf doet stapje terug bij Stichting Nieuw-Guinea
Harry de Graaf (81) is gestopt als bestuurslid van de Stichting Nieuw-Guinea waarvan hij meer dan dertig jaar een drijvende kracht is geweest.
Harry, die aanblijft als adviseur, heeft jongere opvolgers gevonden om het werk van de stichting voort te zetten. Dat is kinderen en jongvolwassenen in Nieuw-Guinea naar school laten gaan, zodat ze de kans krijgen werk te vinden en een inkomen te verwerven. Het nieuwe bestuur van de Stichting Nieuw-Guinea bestaat uit Evert-Jan Bakker uit Renkum (voorzitter), Corinne Weeda uit Utrecht en Marijke Werimon-Bakker uit Papoea zelf.
De stichting werd in 1990 opgericht, nadat Harry in 1988 een bezoek had gebracht aan Papoea Nieuw-Guinea (een provincie van Indonesië) waar hij tussen 1961 en 1962 diende als luchtmachtmilitair. Hij bleef zich daarna betrokken voelen bij de bevolking. Bij het bezoek in 1988 schrok Harry van de achterstandsituatie waarin een hoop armlastige jongeren in Nieuw-Guinea zich bevonden, waarna hij in Nederland in actie kwam om hun kansen te vergroten. Via de stichting wordt sinds 1990 geld ingezameld om Papoea's een studie te laten volgen. Dat moet - zoals Harry het altijd verwoordt - dan wel een studie zijn die daadwerkelijk kans biedt een baan waarmee iemand zich in zijn of haar eigen levensonderhoud kan voorzien. "Dit gebeurt onder de hoede van betrouwbare tussenpersonen die de in aanmerking komende kinderen en jongvolwassenen selecteren en controleren." De tussenpersonen zijn Marijke Werimon-Bakker en Anton Tromp (ook wonend in Nieuw-Guinea) die beiden van Nederlandse afkomst zijn. Volgens Harry zijn sinds 1990 inmiddels honderden kinderen en jongvolwassenen geholpen werk en inkomen te verwerven. De benodigde donaties komen merendeels van Texelaars en Texelse organisaties, vaak als ‘honorarium’ voor een lezing of presentatie die Harry - oud-hoofdredacteur van de Texelse Courant - ergens hield.
Volgens Harry is de economie in Indonesië groeiende, maar zijn verschillen tussen arm en rijk vooral in de achterstandsgebieden nog altijd groot waardoor het nodig blijft om jongeren in Nieuw-Guinea te helpen een studie te kunnen volgen. "De stichting blijft zich daarom inzetten voor het bieden van hulp." Het nieuwe bestuur wil zich onder meer richten op promotie van de stichting om de inkomsten te verhogen, zodat jongeren in Nieuw-Guinea geholpen kunnen blijven worden.