Elfride Schiemann (midden) met de familie Schoo: André, Annelies, Tilly, Ineke, Els en Rietje, bij het kerkje van De Koog.
Elfride Schiemann (midden) met de familie Schoo: André, Annelies, Tilly, Ineke, Els en Rietje, bij het kerkje van De Koog. Foto: Jutta

Vluchtelingenkind al 66 jaar "zus"

Elfride Schiemann vluchtte als kind uit voormalig Oost-Duitsland. In 1956 kwam ze met bussen vol leeftijdgenootjes naar Texel om aan te sterken. Ze logeerde drie maanden bij de familie Schoo. Er groeide een hechte band. Nu, 66 jaar later, komt ze voor het laatst.

Het was voor Elfride, toen twaalf, de tweede keer dat haar familie moest vluchten. “In 1945 moesten we weg uit West-Pruisen, toen de Russen daar kwamen.” Zo kwamen ze in de DDR (Oost-Duitsland|), dat in 1956 achter het “IJzeren Gordijn” lag. “We zijn heimelijk gevlucht. Zogenaamd op bezoek bij familie in West-Duitsland. Maar we zijn nooit teruggekeerd.” Ze kwamen terecht in een groot vluchtelingenkamp in Nordrhein-Westfalen.


Het initiatief om de gevluchte kinderen naar Texel te halen ging uit van mevrouw De Koning, echtgenote van de toenmalige burgemeester. Ze liet een oproep plaatsen in deze krant voor opvanggezinnen en bijdragen voor het vervoer van de kinderen. 


Met als resultaat dat er in januari 1956 bussen vol kinderen naar Texel kwamen. Ze kwamen uit Duitsland, Joegoslavië, Oostenrijk, Polen en andere landen en werden ondergebracht bij Texelse gastgezinnen. 

Eén van hen was Elfride. Op Texel werd ze ondergebracht bij de familie Schoo van ’t Huussie van Hannes aan de Ruijslaan bij De Koog. Toen de bus arriveerde werd ze opgewacht door Adriaan Schoo. Hij herkende Elfride aan het nummer dat ze, zoals elk kind, op haar buik had. Op de brommer bracht Adriaan haar naar huis.


“Ome Adriaan en tante Nel” werd het al snel voor Elfride. Ze had er ineens ook vijf “zusjes” bij:, Rietje, Henny, Els, Ineke en Tilly. Annelies en André waren nog niet geboren. Zij spraken geen Duits en Elfride geen Nederlands. “Communiceren was in het begin lastig, we spraken met handen en voeten. Later ging het steeds beter”, herinnert Riet zich.


Elfride: “Zulke lieve mensen. Ik heb nooit heimwee gehad. Tante Nel en ome Adriaan namen me overal mee naartoe. Als ze om boodschappen gingen, naar kennissen en noem maar op, dan mocht ik achterop de brommer mee. Voor de zusjes Schoo, die tijdens dergelijke uitstapjes op het huis pasten, wende het snel. Ze hadden er een zusje bij. Elfride: "Ik heb hier toen mijn dertiende verjaardag gevierd.” Een zwart-witfoto met Elfride (in het midden achter met baby Tilly) met de familie Schoo herinnert aan die tijd.


Elfride was met weinig meer dan de kleren die ze aan had naar Texel gekomen. De familie Schoo had het toen niet breed. Maar het ontbrak hun logé aan niets. "Tante Nel heeft bijvoorbeeld allerlei kleren voor me genaaid."


Waar andere kinderen eerder teruggingen, bleef Elfride drie maanden bij de familie Schoo. Ze keerde nadien vele malen terug naar het eiland. Een keer met haar moeder, met haar kinderen en ook met haar kleinkinderen. “Dan spraken we altijd af met de familie Schoo.” Er werden ook tegenbezoeken afgelegd. Adriaan ging er meerdere keren heen op vakantie.

Ook nu, 66 jaar later, was ze samen met dochter Jutta en kleindochter Lena op Texel. De laatste keer. “Ik ben 80 jaar en word te oud.” Een bijzonder weerzien dus, waarvoor broer en zussen Schoo en een deel van de aanhang bijeen waren gekomen in Passie in De Koog. Elfride: "Zulke lieve mensen, ze zijn allemaal gekomen."


Elfride wil graag weten of er meer vluchtelingenkinderen van toen contact hebben gehouden. Graag contact opnemen met Annelies Schoo, mail 

aetexel@gmail.com.

Afbeelding
Afbeelding