Strandwachten van de Texelse Reddingsbrigade geven ter hoogte van De Koog een workshop muizwemmen.
Strandwachten van de Texelse Reddingsbrigade geven ter hoogte van De Koog een workshop muizwemmen. Foto: René Knegt

Workshop TRB: Hoe red je jezelf uit een mui?

Wat doe je als je in een mui terecht komt? Goeie vraag, want wie in zo’n verraderlijke stroming haaks op de kust belandt, kan in een levensgevaarlijke situatie komen. “Probeer niet tegen de stroming in naar de kust te zwemmen, maar laat je met de stroom meedrijven. Tot je voelt dat de stroom afzwakt. Zwem dan een stukje opzij, naar de zandbank, dan drijf je vanzelf terug naar het strand.”


Verstandig advies van Gerard Kleis al zeventien jaar strandwacht op Texel en lid van de Texelse Reddingsbrigade (TRB), die de slagen van paal 19, 20, 21 en 28 verzorgt. Op de overige stranden gebeurt dat door het Utrechtse Studenten Werkkamp.

“Het is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. 99 procent van de tijd voelt als vakantie, maar die ene procent, wanneer de nood echt aan de man is, moet je er wel staan. Ook als het niet leuk is.”

Een gewaarschuwd mens telt voor twee. De strandwachten steken veel tijd in preventie. Voorlichting aan de badgast. Zoals deze maandag op het strand van De Koog met de workshop muizwemmen. Een kleine twintig deelnemers hebben zich er voor aangemeld. Toeristen, maar ook Roy, Maria en Emma, werkzaam in strandpaviljoen Beachclub Texel op paal 19,5.

Een mui is in feite een geul dwars op het strand, die ontstaat op de plek waar het water vanaf de kust terugstroomt naar zee. De sterkte verschilt per dag, het tijdstip van de dag en de breedte en diepte van de geul. Vaak wordt gedacht dat een zee met hoge golven gevaarlijk is. Maar als er bij dertig graden geen golven staan, kan de zee veel gevaarlijker zijn. De stroming is er nog steeds en als de wind aflandig is, stroomt het bij afgaand water harder dan met hoge wind en golven vanuit zee. 

Om de plaats en de sterkte van de stroming te peilen duiken de strandwachten elke morgen in zo’n mui, soms meerdere keren per dag. Zo voelen ze de sterkte van de stroming. Dan bepalen ze welke kleur vlag we hijsen. Rood/geel betekent geen gevaar, maar de brigade is aanwezig, geel betekent gevaarlijk zwemmen en de rode vlag extreem gevaar, met het advies: ga niet zwemmen.

En dan het water in. De mui, afgebakend met vlaggen, ligt bijna recht tegenover het paviljoen op paal 19,5. In groepjes van vier tot vijf duiken we onder begeleiding van een strandwacht de zee in. Wij met Yonec, al een jaar of tien strandwacht. Vandaag staat er geen sterke stroming, met als voordeel dat de cursisten niet snel in de problemen komen. Mocht dat toch gebeuren, dan zijn de twee vaartuigen met patrouillerende strandwachten snel ter plekke.

Drijvend op onze rug merken we dat we langzaam van de kust en ook naar het zuiden afdrijven. “Sinds vanmorgen heeft de mui zich alweer een stukje verplaatst”, vertelt Yonec. Zodra we het gevoel hebben niet meer af te drijven, zijn een paar zwemslagen zijwaarts voldoende om ons naar de tweede zandbank te brengen, waar het ondieper is. Daar drijven we, precies volgens de theorie, in omgekeerde richting. Terug naar de kust... Dat herhaalt zich een paar keer. Tot  Maria Yonec wat ondeugend vraagt. “Wat is nu het plan? Word ik nog gered?”, duikt ze de golven in. De strandwacht begrijpt de hint en demonstreert haar hoe je een drenkeling in veiligheid brengt.

Haar collega Emma: ‘Wat moet ik doen als ik zie dat iemand in de mui in de problemen zit. Moet ik er dan ook in duiken?” Yonec resoluut: "Nee, absoluut niet doen. Dan loop je het gevaar ook zelf in de problemen te komen. Als je ziet dat iemand in moeilijkheden is, bel dan direct 112 voor hulp. Maar blijf zelf op het strand.”

Gerard Timmerman