Afbeelding
Foto:

De kant langs

Muur des doods


Het was kermis! Als kind heb ik er heel wat geld dat ik met bollen pellen verdiende verbrast, met name in de botsautootjes. Kermis is een traditie die ver terug gaat. In het archief kwam ik een verslag tegen (“Kermis-krabbels”) uit 1934:


Nieuw dat jaar was de “Helleketel”. Een groot uitgevallen ton met een steile wand waarbinnen een motorrijder in razende vaart rondreed. Bovenin, op de rand, konden “sensatie beluste toeschouwers” de halsbrekende toeren van de coureurs bekijken. “Enorm, wat een waagstuk. Je rilt er van. Niet dat rijden tegen die steile wand op zichzelf is het, dat je de schrik om het hart doet slaan. Neen, het is de aan roekeloosheid grenzende vermetelheid, die de sensatie van races tegen deze “Muur des doods” uitmaakt. Het bouwwerk schudt en rilt, wanneer de motoren daar bliksemsnel tegenop jagen. Er zijn momenten dat je denkt: Daar vliegt ie er overheen."


"Stel je voor, dat zo’n man de macht over het stuur verliest, dat er een band ploft, een as breekt of een stuur defect raakt!” De Texelse kermis bleef dergelijke rampspoed gelukkig bespaard. Wat er gebeurt als het wél mis gaat, wordt in woord en beeld beschreven in de strip “in en om het circus”, in 1938 in deze krant.


Een schurk die de attractie voor een appel en een ei wil overnemen heeft de achterband gesaboteerd. Als de coureur op zijn motorfiets in vliegende vaart de bovenste rand nadert, glipt het wiel weg. De motor duikelt naar beneden, maar de coureur weet met een noodsprong de rand van de helleketel te grijpen en voorkomt zo een ernstig ongeluk.


Op de Texelse kermis was de Helleketel een “machtige magneet voor het sensatie-minnend kermispubliek”. “’t Most niet magge”, tekende de verslaggever op uit de mond van omstanders. Vele jaren later interviewde de krant A. A. Buskermolen uit Oudewetering, destijds “de man van de Helleketel”, die met zijn motorfiets in een stalen kooi halsbrekende toeren verrichtte. Hij bleek al 25 jaar als toerist op Texel te komen. Op aandrang van zijn echtgenote was hij met zijn gevaarlijke beroep gestopt.


Texel had ooit ook een stuntman die op kermissen in de helleketel reed. Het was Kees Keijser (foto), beter bekend als "Kees van Corrie”. Deze kleurrijke Texelaar was in zijn jonge jaren gek op motoren. Hij reed onder meer grasbaanraces in Alkmaar. En op kermissen raasde hij door de Helleketel. "Ik maakte handstandjes op de motor. Ja, niet voor niks. Dan moest ik van iedere boer een glaasje bier hebben. Och man, wat heb ik toen een plezier gehad”, vertelde hij in 1961 in een interview. 


Dat stuk stond integraal in het boek "Sarasani, geschiedenis van een beatlegende". Kees van Corrie stond daarin omdat hij ooit zijn schuur aan de initiatiefnemers verhuurde en daarmee de weg vrij maakte voor de beatboerderij.


Gerard

Afbeelding