Een jaar of tien maakten Freya (links) en Sarah locatietheater.
Een jaar of tien maakten Freya (links) en Sarah locatietheater. Foto aangeleverd

“Wij praten veel in de wij-vorm”

Sinds hun geboorte 44 jaar geleden zijn ze bijna onafscheidelijk. Op school werd de tweeling wel eens uit elkaar gehaald. Maar zelfs vriendjes moeten uiteindelijk accepteren dat Freya en Sarah graag en heel veel samen zijn.

“Wij praten veel in de wij-vorm”, vertelt Sarah. “Toen ik op de theateropleiding zat, zei ik wel eens: Dan kunnen wij niet. Je zag mensen dan heel raar kijken, alsof ik een meervoudige persoonlijkheidsstoornis had. Maar ik kan er niks aan doen. Ik praat ook wel eens in de ik-vorm. Maar dat voelt best egoïstisch.”

Freya knikt bevestigend, maar nuanceert tegelijk. “Wij weten niet anders, we zijn dit gewend. Maar hoe zouden gewone broers en zussen dat hebben? Misschien voelen die het ook wel zo. We hebben twee vriendinnen die geen tweeling zijn en zelfs geen zussen. En toch doen ze heel veel hetzelfde. Ze hebben zelfs op dezelfde dag een kind gekregen.”

Onderlinge band

Freya en Sarah Eshuijs woonden de eerste vijf jaar van hun leven aan het Mienterglop, net buiten De Koog, maar staan toch vooral bekend als ‘die tweeling van Hotel Den Burg’. Op een zonnig terras met uitzicht op de Wezentuin vertellen ze over hun bijzondere onderlinge band. Daarbij vullen ze elkaar voortdurend aan. Een enkele keer maken ze zelfs elkaars zinnen af. “Freya is vijf minuten ouder”, zegt Sarah. Freya: “Bijzonder is dat mijn vriend Alexander Hillen er ook een van een tweeling is. En ook hij is vijf minuten ouder dan zijn broer.”


“We zijn opgegroeid in het hotel”, vertelt Sarah. “Hoe het is om in een gewoon huis te wonen, wisten we nooit. Nadat onze vader is overleden, hebben we het hotel in 2019 verkocht en zijn we in een rijtjeshuis in de Wilsterstraat gaan wonen. Daar wonen we nu met z’n drieën, samen met mama. We hebben allebei een vriendje, maar die hebben hun eigen plek.”

De nieuwe woonsituatie was in het begin flink wennen. Freya: “In het hotel was geen scheiding tussen werk en privé. Gasten konden elk moment binnenkomen om iets te vragen.” Sarah: “Wij waren altijd gekleed om aan het werk te gaan. We vonden het ook vreemd als je bij mensen thuiskwam en ze vroegen of je je schoenen wilde uitdoen.” Freya: “In een gewoon huis wonen is een beetje saai.” Sarah: “Voordeel is wel dat je niet altijd hoeft aan te staan.”

Vriendjes past een zekere mate van bescheidenheid

Gedrild door mams

Al van jongs af aan hielp de tweeling mee in het hotel. Freya: “We hadden onze eigen bedrijfjes. De FOD bijvoorbeeld, de Flessen Ophaal Dienst. Afgeleid van de FIOD, de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst.” 

Sarah: “We zijn door mams gedrild in de keuken. Alles was daar altijd hygiënisch schoon. Met aparte afdelingen om komkommers te snijden en voor de warme kant. Het was heel gestructureerd.” Freya lacht: “Nou ja, chaotisch gestructureerd. Onze moeder pakt van alles tegelijk aan, waardoor ze nog wel eens druk kan overkomen.”


Ook hielpen ze al vroeg mee in de bediening. Sarah: “Ik vind het prettig om achter de bar te staan. Je hebt altijd de bar tussen jou en de gasten. Als je normaal met mensen praat, zijn er allerlei omgangsvormen. In een hotel is de rolverdeling duidelijk. En iedereen accepteert het als je even wegloopt om iets anders te doen. Ik vond het heel leuk om in een hotel op te groeien.”

Niet alleen thuis, maar ook op school waren de zussen altijd samen. Pas op de middelbare school scheidden hun wegen. Sarah ging naar de mavo, Freya naar de havo. “Maar Freya bleef zitten, waarna we toch weer bij elkaar in de klas kwamen.”

Uit elkaar halen

Hun onafscheidelijkheid werd door niet iedereen geaccepteerd. Freya: “Leraren probeerden ons soms uit elkaar te halen. Omdat ze dachten dat dat goed voor onze persoonlijke ontwikkeling was. Maar dat werkte nooit. We konden niet goed zonder elkaar.”

Wel kozen ze allebei een eigen studie: Sarah de theaterschool, Freya de kunstacademie. Maar bij projecten voor hun studie werkten ze weer regelmatig samen. Sarah: “En daarna hebben we allebei nog een opleiding aan het Grand Theatre in Groningen gedaan. De docent vond dat we apart van elkaar aan het werk moesten. Idee was dat we afzonderlijk zouden ontdekken waar onze kracht lag, zodat we elkaar zouden kunnen verrassen. We vonden dat allebei lastig. Het is toch de samenwerking die ons het verst brengt.”

In 2018 belandde Freya met een geperforeerde blindedarm in het ziekenhuis. Sarah: “Ze werd bijna tien dagen in een kunstmatige coma gehouden. Dat was héél gek. Normaal hebben we bijna dagelijks contact, toen plotseling helemaal niet meer. Ik vond dat heel moeilijk.”

Met z’n drieën op vakantie

Ook in de liefde speelt hun verbondenheid een belangrijke rol. Partners past een zekere mate van een bescheidenheid. Sarah: “Ik heb al twintig jaar dezelfde vriend. Mark woont in Groningen. We latten, misschien dat het daarom zo goed gaat. Maar hij kan het ook echt aan. We zijn zelfs een keer met z’n drieën op vakantie geweest.” Freya: “Alexander heeft een tweelingbroer, hij weet hoe het werkt. Maar mijn vorige vriendje vond het lastig.” Sarah: “Hij moest accepteren dat het hotel altijd voorging.” Freya, droog: “En mijn zus.”


Ondanks al hun overeenkomsten zijn er ook verschillen, al moet je de zussen beter kennen om die te ontdekken. Sarah: “Freya bedenkt dingen, ik moet ze uitwerken.” Freya lacht: “Dat is toch goed?” Sarah: “Ook met onze kunstprojecten werkt het zo. Freya heeft iets in haar hoofd, ik werk het uit en moet daarna ook voor de camera. Freya is wel eens wat verstrooid. Daarom ook beheer ik onze agenda. Aan de andere kant: zij bedenkt het allemaal. Haar opleiding in de kunst was op het niveau van HBO of universiteit. Dat zou ik niet kunnen. Ook is ze heel goed in het maken van gestructureerde lijstjes, die ik moet uitvoeren.” Lachend: “En ondertussen rebbel ik maar door. Freya is veel rustiger.”

De Vriendschap

Freya en Sarah verdienen hun brood als matrozen op De Vriendschap, het schip dat in het voorjaar en de zomer passagiers tussen Texel en Vlieland vervoert en tochten over het wad maakt. Leuk werk, waarin hun liefde voor Texel en de zee samenvalt met hun gevoel voor gastvrijheid. Maar steeds meer begint het te kriebelen om weer iets voor zichzelf te doen en dan het liefst iets in de kunst. En uiteraard samen. 


Een voorstelling geven op De Vriendschap lijkt ze prachtig, maar ze zien ook de beperkingen. Freya: “Het hotel was altijd onze basis, maar dat is niet meer zo. We moeten dus geld met ons werk verdienen. We kunnen veel leuke dingen verzinnen, maar weten ook wat de gasolie kost om de boot te laten varen. Dat verdien je niet terug met een paar bezoekers die je een tientje laat betalen.” Sarah: “Dat maakt het lastig om iets uit te proberen. Want het kan en mag natuurlijk ook een keer misgaan.” 

Freya lacht: “Ik probeer soms iets uit op de kinderen van mijn vriend. Als zij het leuk vinden, kunnen we er misschien iets mee.” Sarah: “Het is echt een droom om samen aan de slag te gaan met een eigen onderneming, net zoals vroeger met onze FOD. Met kleine groepjes op pad gaan en cultuur en natuur samenbrengen in een soort spel, dat zou fantastisch zijn.”

Een jaar of tien maakten ze locatietheater en traden ze veel op festivals op, vooral in Groningen en Drenthe. Sarah: “Publiek speelt een belangrijke rol in onze voorstellingen. Mensen hoeven geen hoedje op of zo. Maar ze zijn wel onderdeel van het stuk. Een paar keer hebben we meegedaan aan het Texelse eenakterfestival en één keer aan Broadway. Prachtig dat organisator Cor van Heerwaarden ons die kans bood. Maar het publiek begreep ons niet helemaal. In de bollenschuur van Arie Lap zaten de toeschouwers in een labyrint. Op een gegeven moment ging de windturbine aan waarmee de bollen worden gedroogd. Sommige mensen liepen tijdens de voorstelling weg. Ze wilden gewoon lachen en verder niks. Dat is toch anders op een festival als Oerol. Daar weten bezoekers dat ze iets experimenteels kunnen verwachten.” Freya: “Dat is ons grote doel: een keer optreden op Oerol. Maar dat wordt lastig. De programmering is een kwestie van vriendjespolitiek. Dat klinkt onaardig, maar zo bedoel ik het niet helemaal. Er wordt daar veel gevist in dezelfde vijver.”

Stuurman of fokkenmaat

Een ander doel is nog eens mee te doen aan de Ronde om Texel. Sarah: “We hadden vroeger een eigen boot en in het hotel logeerden altijd veel zeilers. Papa was bij de wedstrijd verslaggever voor Radio Texel en heeft ook zelf meegedaan.” Lachend: “Bij het allereerste Rondje waren wij net geboren. Hij moest kiezen: meevaren of bij ons in het ziekenhuis zijn. Hij koos voor meedoen. Maar bij Oudeschild stopte hij om op kraamvisite te kunnen.”

Over één ding zijn ze het nog niet eens: wie stuurt en wie wordt fokkenmaat? Sarah: “Gezien onze normale rolverdeling, denk ik dat ik het wel weet wat het wordt.” Freya: “Maar Sarah kan heel goed sturen. Ik denk te veel na, zij doet het gewoon. Misschien is het toch beter dat ik in de trapeze ga. Kan ik daar rustig nadenken. Mijmeren over nieuwe ideeën.” Ze lachen opnieuw.


Joop Rommets

Freya en Sarah met hun boxer Onyx.