Afbeelding
Foto: Evalien Weterings

De Eilandadvocaat en de republiek Texel

Na twee jaar coronavakantie kon dit jaar op 24 juni ook de jaarlijkse Rede van Texel weer plaatsvinden. Het Zeemanskerkje in Oudeschild meende er echter nog een extra redeloos jaar aan vast te plakken, wegens een grootschalige verbouwing en gooide bijna roet in het eten. Waarom immers maar twee jaar de deuren sluiten als het er ook drie kunnen zijn? Om die reden werden spreker en publiek door de heren in kledij uit de achttiende eeuw aan de poort van de Maartenskerk in Oosterend welkom geheten. En het mag gezegd, een van binnen en buiten minstens zo inspirerende plek voor een jaarlijkse rede waarin heden en verleden, Texel en de wereld en eilanders en Overkanters worden verbonden. Dit jaar was de eer aan Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam. Halsema startte haar rede met zichzelf welkom te heten op de “Republiek Texel”. Een stukje Nederland waar alles anders is, dan in de rest van ons land.


Femke Halsema hield een sterke rede over de alsmaar vervagende verbinding tussen overheid en burgers. Het weg-etterende wederzijdse begrip, door onlogische regels en hoge dagelijkse lasten. Ook benoemde zij de toenemende verschillen tussen burgers onderling. Een steeds breder wordende scheidslijn tussen rijk en arm. Met een duidelijk sociaal maatschappijbeeld pleitte Halsema voor het verschuiven van de inning van belasting van het Rijk naar de gemeentes. Je hoeft het met haar visie niet eens te zijn, maar de invalshoek was verfrissend en stemt tot nadenken. De huidige vervreemding van landelijk beleid en de onmacht van de lokale bestuurder (zoals de woningnood op Texel), komt voort uit taakstellend beleid dat bedacht wordt in Den Haag of Brussel. Vervolgens mogen de gemeentes met beperkt budget of menskracht dat gaan uitvoeren. Het resultaat is dat iedereen doet wat hij of zij doet omdat dat nou eenmaal zo gedaan wordt. Een afstandelijke bureaucratische samenleving is het schurende gevolg.


Na de Rede van Femke mochten de aanwezigen vragen stellen. Als hekkensluiter stelde ik de laatste vraag. Ik wilde de vergelijking zoeken tussen Amsterdam en Texel, zonder omvang van het aantal inwoners bepalend te laten zijn. “Texel heeft net als Amsterdam een vliegveld, een haven, grootschalig toerisme en een sterke economie. Wat denkt u dat Amsterdam van Texel zou kunnen leren?”, legde ik de burgemeester van Amsterdam voor. Instemmend gemompel klonk uit de zaal voor dit verrassende perspectief. In de Gouden Eeuw kon Amsterdam immers als vooruitgeschoven haven al niet zonder Texel. Maar Femke, zichtbaar blij met deze vraag, antwoordde resoluut. In haar ogen kon Amsterdam als hoofdstad met meer dan negenhonderdduizend zielen daadwerkelijk iets leren van de kleine stad Texel. Haar mening over het noodzakelijk beperken van massatoerisme in Amsterdam steekt zij dan ook niet onder stoelen of banken. Ieder keer als zij de oversteek naar Texel maakt merkt zij, dat al op de boot er een zekere rust over je komt. Het is die rust die veelzeggend is voor de balans die wij op Texel hebben weten te behouden. De beperkingen aan het toeristische eilandbezoek is gelegen in de capaciteit van de Teso en de op Texel beschikbare slaapplaatsen. Wellicht dat hierdoor de balans tussen werken en leren met natuur en ontspanning voor een ieder zo zichtbaar is. Die balans is er in veel steden op de vaste wal niet meer. Halsema heeft hierin een punt. Wat je dagelijks ervaart lijkt soms zo zelfsprekend, maar kan ook ongemerkt als water tussen je vingers wegglippen. Die balans is misschien wel de kernwaarde van het leven op ons eiland. Laten wij er met zijn allen naar blijven streven om deze balans van de “Republiek Texel” ook voor toekomstige generaties te behouden.


Vincent van der Velde,

De Eilandadvocaat