Henk en Jolanda:
Henk en Jolanda: "Een keer op vakantie is ook leuk." Foto: Joop Rommets

"Af en toe iets nieuws beginnen"

Met een mengeling van trots en melancholie sloten Henk en Jolanda Knol op de tweede pinksterdag voor het laatst de deuren van Bistro 110. Tijd voor een terugblik met twee onversneden avonturiers.

Ze zijn nog druk met inventariseren, opruimen en andere laatste klusjes wanneer ik bij ze binnenloop. “Gisteren waren we voor het laatst open. We hebben ernaar uitgekeken te kunnen stoppen. Maar nu het zover is, is het gevoel wel een beetje dubbel”, zegt Jolanda. “Sommige gasten hadden speciaal een weekendje Texel geboekt om nog één keer bij ons te komen eten. Ze bedankten na afloop voor al die mooie jaren. Dat deed me echt wat. Aan de andere kant: voor zover we weten mankeren we nog niks. Mijn moeder was vroeg weg en ook de vader van Henk is niet oud geworden. Nu kunnen we nog dingen samen doen. Laten we dat maar doen ook.”


Ze zijn van oorsprong geen Texelaars, maar wonen al dertig jaar op het eiland en zijn hier stevig geworteld, dankzij hun uiteenlopende werkzaamheden, het voetbal en de biljartverenigingen waarvan ze lid zijn. Bovendien heeft Jolanda Texelse roots. “Mijn moeder is een zus van Theo en Ben Roest. Ze was twee jaar toen ze op Texel kwam wonen. Mijn opa werkte bij de garage van Rentenaar en de benzinepomp in Eierland. Mijn moeder stond achter het buffet op de boot. Mijn vader was marinier op de Mok. Ze hebben elkaar op Texel leren kennen.”

Café De Slock

Jolanda Knol-Jonkers groeide op in het Drentse Schoonoord, maar verhuisde op tienjarige leeftijd naar Texel. “Mijn vader kon café De Slock in Den Burg pachten. We gingen er zelf boven wonen. Maar mijn vader kreeg heimwee en we gingen terug. Toen we naar Texel verhuisden, vond ik het verschrikkelijk. Toen we teruggingen, vond ik het wéér verschrikkelijk. Ik wilde mijn vriendinnen niet achterlaten.”


In 1992 keerde ze terug naar Texel, samen met Henk. “Ik las altijd nog de Texelse Courant van mijn moeder. Daarin stond op een dag een advertentie van bakkerij Het Gouden Boltje. Zal ik solliciteren, vroeg Henk. Ik had er wel oren naar.” Henk: “Ik werd voor een gesprek uitgenodigd en gelijk aangenomen.”

“Corona was moeilijk, maar we proefden ook hoe het is om vrij te hebben”


Henk is een geboren en getogen Drent. Hij werd opgeleid voor slager en stond op de nominatie profvoetballer te worden. “Ik werd gevraagd door FC Emmen. Maar ze konden er geen passende baan bij leveren. Achilles’94 uit Assen bood me de kans bedrijfsleider te worden bij Scapino, de hoofdsponsor. Achilles was een amateurclub, toch heb ik voor die club gekozen. Daarmee haalde ik de krant. Maar de salarissen in het voetbal lagen nog zo laag, dat je er wel bij moest werken. Zeker omdat we toen al een gezinnetje hadden.”

Verbouwde koeienstal

Op Texel was het wennen. Jolanda: “Mijn oma vond het geweldig dat wij hier kwamen wonen. Maar woonruimte hadden we niet. We hebben een tijdje bij een oom en tante gewoond, totdat Henk een verbouwde koeienstal aan de Hoofdweg vond. Hij was er zelf erg blij mee, maar ik heb op de eerste avond zitten janken. Waar was ik aan begonnen?” Henk: “We zijn echt onderaan begonnen. Gelukkig was het werk erg leuk. Met de bakkerswagen kwam ik op het halve eiland en sprak ik heel veel mensen.”


Ook door het voetbal burgerde Henk snel in. Mede dankzij hem speelde Texel 1 de sterren van de hemel. Het team miste ternauwernood promotie naar de tweede klasse, helaas door een gemiste penalty van Henk zelf. Later combineerde hij de functies van speler en trainer bij ZDH en SV Oosterend. Ook Jolanda was vlug thuis, zeker nadat ze in Oosterend een winkeltje in snuisterijen was begonnen: Robbedoes. “Ik had het gelijk best druk. Het werd nog beter toen Tatenhove stopte met manufacturen en ik die handel kon overnemen. Later kreeg ik ook het postagentschap erbij. In die tijd hadden we ook nog een tijdje eetcafé De Plof-Inn in Den Burg. We vinden het leuk om af en toe iets nieuws te beginnen. Maar toen kregen we het wel héél erg druk.”

Terug naar Drenthe

In 1999 kwam er plotseling een kans een eetcafé in hun oude woonplaats Schoonoord over te nemen. Jolanda: “Een goedlopende zaak, voor weinig geld. Zakelijk konden we het niet laten lopen. Bovendien praatte iedereen op ons in. Leuk, dan komen jullie weer terug bij familie en vrienden. Samen met onze zoons Kevin en Michel zijn we gegaan. We hebben goed verdiend, maar het was heel hard werken.” Henk: “Er waren geen sluitingstijden, biljartclubs bleven ’s nachts net zolang zitten totdat ik ze koffie bracht om ze weg te krijgen. Jolanda kwam ik alleen op de trap nog tegen.” Jolanda: “Op een gegeven moment heb ik gezegd: Ik ga weg. Wie met me meegaat, gaat mee. En anders ga ik alleen.”


In 2002 begon een nieuwe episode, als pachters van het café-restaurant op camping Loodsmansduin. Jolanda: “Daar hebben we elf jaar gewerkt en een heel mooie tijd gehad. We hadden leuke contacten, met de campinggasten, maar ook met de Hoornders. De biljartclubs speelden in de winter bij ons. Erg gezellig! Bovendien woonden we er heerlijk. Een prachtige omgeving, vlak bij de duinen. Een paar jaar geleden zijn we op ’t Zouteland komen wonen en we genieten hier nog elke dag.”

Curaçao

Tussendoor beleefden ze een kortstondig avontuur op Curaçao, waar ze de horeca-afdeling op een resort pachtten. Jolanda: “Ik vond het wel héél ver weg, maar Henk wilde graag. Het was er inderdaad hartstikke mooi, maar er ontstonden al snel problemen.” Henk schetst de maffia-achtige praktijken waarmee ze te maken kregen. Al na drie maanden kozen ze eieren voor hun geld en vluchtten ze terug naar Texel, waar een zus van Henk de honneurs had waargenomen.


Elf jaar Loodsmansduin eindigde met een conflict met campingeigenaar RST. “Van april tot oktober was het heel hard werken, daarna waren we alleen in het weekend en voor de biljartclubs open en konden we ons weer opladen voor een nieuw seizoen. De directeur eiste dat we elke dag open waren. Terwijl er buiten het seizoen nauwelijks klandizie was en dat ook niet in het contract stond. Het kwam voor de rechter. We kregen gelijk en de RST moest ons uitkopen. Daardoor kregen we de kans dit in De Koog over te nemen.”


Samen met zoon Kevin bouwden ze Bistro 110 uit tot een populair en goedlopend restaurant. Ze genoten ervan en ook zakelijk was het een succes, maar constateerden ook dat het hun steeds meer energie kostte. “Nog niet zo lang geleden was De Koog ’s winters een spookdorp, waar bijna niks open was. Nu is het hier het hele jaar druk. Op een gegeven moment waren we alleen nog maar aan het werk. De coronacrisis was een moeilijke tijd, maar we proefden ook hoe het is om eens vrij te hebben. Uiteindelijk hebben we de knoop doorgehakt en de zaak te koop gezet.”

Nieuwe avonturen

De overdracht heeft inmiddels plaatsgevonden. Henk en Jolanda zijn er trots op dat de nieuwe eigenaren volgens hetzelfde concept en met dezelfde naam verdergaan. “Niet om onszelf op de borst te kloppen, maar we hebben iets moois neergezet.”


Inmiddels zijn vader en zoon aan een nieuw avontuur begonnen. Henk zorgt als chauffeur voor de verspreiding van kranten en magazines van Zilte Zaken, Kevin geeft met zijn bedrijf Texel Biljarts les in biljarten en verkoopt accessoires die bij deze sport horen. Jolanda houdt haar toekomst nog even in beraad. “Ik wil eerst even niks. Ik verheug me op naar het strand te kunnen en ’s avonds lekker vrij te zijn. En af en toe naar onze kleinkinderen aan de overkant te kunnen. Een is geboren op 17 juli 2012. Ik ben wel bij de geboorte geweest, maar daarna nooit meer op z’n verjaardag. Midden in de zomer hadden wij het altijd druk. Een keer op vakantie is ook leuk. Als we dat vroeger deden, waren we zo moe, dat we alleen maar sliepen.” 


Joop Rommets

Henk en Jolanda in 2013 bij de opening van Bistro 110.