Wat ik zeggen wou

Ik heb een droom


Ik heb een droom. Een droom van een eiland. Waar natuur en boerenland naast elkaar bestaan en elkaar aanvullen en verrijken.


Een droom van een brede, blonde, ruige duinenrij en een langgerekt wit strand waar de golven het land ontmoeten. Ik droom van een prachtig bos, waar je de stilte en schaduw vinden kan en lange wandelingen en fietstochten kan maken en uren kan paardrijden.


Ik droom van een eiland wat zelf voorziet in haar energiebehoefte, wat innoveert en investeert op het gebied van duurzaamheid en slimme techniek om nog duurzamer te worden. Een eiland waar iedereen zijn of haar brood goed kan verdienen, met respect voor elkaar, de natuur, de dieren. 

De rust en de stilte koesterend en beschermend waar die maar te vinden is. Waar de overvloed gedeeld wordt met hen die het door omstandigheden minder hebben. Maar waar grenzeloze groei niet bestaat. En genoeg ook echt genoeg is omdat we het goed hebben zoals het is.


Ik heb een droom, van schapen en lammetjes in de wei, ik hoor hun geblaat ’s morgens als ik wakker word. Ik droom van koeien, hun zachte ogen, hun lichamen die de weilanden kleuren met zwart- en roodbont. Ik droom van hun melk, de boter, de yoghurt, de kaas, de heerlijke karnemelk. Ik eet en drink ze graag. En ja, ook het vlees. Ik schaam me niet. Want ik weet waar het vandaan komt en hoe ze hebben geleefd.


Ik droom van bonen, van sla, van spinazie, andijvie, erwtjes. Van mais, van aardappels, van kool, van gerst, van rogge, van graan, van wortelen, bieten, rapen, knollen. Van appels, peren en pruimen. 

Van aardbeien, aalbessen, kruisbessen, frambozen. Ik droom van vlierbloesem en bramen. 


Ik droom van vers gemaaid gras en zoet hooi. Van ruig stro. Van riet. 

Van boerensloten, de vergezichten in Eierland. Van bloemrijke bermen langs de wegen.


Ik droom van weidevogels: de kievit, de bonte piet, de veldleeuwerik met haar prachtige lied. De lepelaar in een kreek of gewoon in een sloot, daar loopt ze ook. 

De stern met haar schrille roep die me zo aan de zomer doet denken en aan de zee die ons omsluit.


Ik droom van een eiland wat haar eigen voedsel zoveel mogelijk produceert. 

Groente, fruit, eieren, zuivel, vlees. Een eigen productielijn voor alle melk die er is en eentje voor de groente en het fruit. Eentje voor de wol die de schapen leveren. Die voor vlees is er al.

Lokale producten in de schappen van onze eigen supermarkt, korte geldstromen. Geen verdienmodel voor allerlei tussenpersonen. Zo min mogelijk kilometers op je bord en in je glas.

Een eerlijke prijs en goede boterham voor hem of haar die ons voedsel met veel liefde en deskundigheid heeft gemaakt. Ze zijn van levensbelang voor ons voortbestaan, onze boeren. 

Laten we ze koesteren en beschermen en voor ze vechten, samen, als eilanders! 


Ik droom van een eiland, waar iedereen welkom is, voor een dag, voor een week, of langer. 

Als je onze normen en waarden respecteert en je ernaar gedraagt. 

Als je wilt bijdragen aan onze economie en de schoonheid van ons eiland en niet komt om een dagje of een weekje rond te scheuren en de boel vervuilen of kapot maken. 


Ik droom van een eiland wat een voorbeeld is voor de rest van de wereld. 

Het kan! 


Marieke Mast, 

De Koog