Anton en Manuela met hun eerste aankoop, een Cormick uit 1962.
Anton en Manuela met hun eerste aankoop, een Cormick uit 1962. Foto: Joop Rommets

“Als kind al gek van tractortjes”

“Wat ga jij voor geks doen als je veertig wordt”, vroeg zijn vrouw hem veertien jaar geleden. Hij kocht een oud tractortje, het begin van een hobby, die zijn leven zou gaan beheersen.

Anton Bakker is jongste van acht kinderen en telg van een echte boerenfamilie. Vierenvijftig jaar geleden werd hij geboren op Westerheem, de boerderij vlak buiten Den Hoorn waar hij nog steeds woont. “Als je tot 1600 teruggaat, dan zie je dat al mijn voorvaderen aan vaders- en moederskant boer of boerenknecht waren.”

Na de lagere en de middelbare landbouwschool ging hij thuis aan de slag. Met vader Willem vormde hij tien jaar lang een firma. Daarnaast verhuurde hij zich als oproepkracht. “Ik heb bij wel dertig boeren gemolken. Ook werkte ik voor de loonbedrijven van Jos Witte en Grisnigt.”


Melkquotum kopen

Samen met zijn vrouw Manuela nam hij in 1996 de boerderij over. Ze leerden elkaar kennen toen zij stage liep bij buurman Piet Blom. De stap was niet zonder risico. “We molken maar dertig koeien, te weinig voor een gezond melkveebedrijf. Met flink investeren hebben we ons melkquotum verdubbeld. Gemiddeld kostte het 32.000 gulden om één koe meer te kunnen melken. Langzaam bouwden we het bedrijf op.” 


Vrije tijd had hij weinig. Toch kwam de vraag van Manuela als een verrassing: “Wat ga jij voor geks doen als je veertig wordt?” “Hoezo, vroeg ik haar. Maar ze hield vol: De een maakt een verre reis, de ander koopt een dure auto. Ze vroeg wat ík ging doen. Ik hield van klussen, maar dat was altijd werk-gerelateerd. Ze had wel gelijk. Je hebt hobby’s nodig om je te kunnen ontspannen.”

“De een maakt een verre reis, de ander koopt een dure auto”


Speelgoedtractortjes

Toen op Koopplein een oud tractortje werd aangeboden, wist hij plotseling ‘wat voor geks’ hij ging doen. “Een Cormick uit 1962, met een 17 PK-motor. Eigenaar was aardappelboer Sieme Wuis, bekend van de slogan Van het land naar de klant. Ik ben altijd gek geweest van zulk materieel. Als kind had ik een hele verzameling speelgoedtractortjes. Terwijl mijn vader nog heel lang met een paard werkte. Pas in 1980 kocht hij de eerste tractor.”


Het bleef niet bij die ene aankoop. Anton werd lid van de Oude Trekker en Motoren Vereniging. Samen met Manuela, die een eigen tractortje had gekocht. “Ook een Cormick, uit 1956. Die van Manuela is de beroemde tractor, die een paar jaar geleden de wagen trok waarop het fanfarekorps van DEK zit in de film Silence of the tides.”


Ook bestuurlijk werd Anton actief. Hij stopte veel tijd in de bouw van een website met foto’s en verhalen. Ook hielp hij enthousiast mee bij de organisatie van evenementen. “Niet alleen rondjes rijden, maar ook demonstraties geven. Laten zien, laten werken, dát vind ik belangrijk.”


Gelijkgestemden

Bijna vijf jaar geleden zegde hij zijn lidmaatschap op. De precieze redenen hoeven van hem niet in de krant, maar duidelijk is dat hij teleurgesteld is. Kort gezegd komt het erop neer dat hij vond dat het landelijke hoofdbestuur zich te veel met de Texelse vereniging bemoeide en dat zijn collega-bestuursleden zich daar te makkelijk bij neerlegden, zonder dit met de leden te bespreken.


De dag na zijn afscheid begon hij samen met enkele gelijkgestemden op Facebook de groep Landbouw Historie Texel. “We spraken af geen leden te werven en niet te proberen mensen naar ons toe te trekken, maar gewoon leuke dingen te doen. Als anderen het ook leuk vinden, komen ze vanzelf.”


Een paar maanden later organiseerde de groep al het eerste evenement: de Hooi-oogstdag. Op land van Anton zagen bezoekers hoe in vroeger tijden met schudders, harken en hooipersen hooi werd geoogst. Het werd een succes, maar vooraf had hij hem flink geknepen. “Zo’n evenement plannen valt niet mee. Je hebt droog weer nodig, met regen kan het niet doorgaan.”


Nostalgische Boerendag

Het jaar erop volgde de Nostalgische Boerendag. “We hadden allerlei demonstraties en vrouwen zaten wol te spinnen en te kaarden. Een smid deed zijn werk en er werden manden gevlochten. Echt landbouw-breed. Daarmee lieten we meteen zien dat we niet alleen een tractorclub zijn.”


Op advies van bevriende clubs in Friesland en Overijssel werd een stichting opgericht. “Daardoor werd het makkelijker om sponsors en donateurs te werven. We wilden pertinent geen leden. Wat heb je aan mensen die niks doen, maar wel stemrecht hebben? Dat kan alleen maar problemen geven. Het bestuur bestaat nu uit drie mensen. Ik ben voorzitter, oud-Texelaar Koos Haarsma is secretaris en Manuela is penningmeester. Groter is de club niet. Dat werkt prima, we vullen elkaar goed aan.”


Het bestuur weet zich gesteund door een ‘kerngroep’ van ongeveer tien personen. “Daaromheen hebben we dan nog mensen op wie we een beroep kunnen doen als we iets organiseren. We hebben meer tractors dan chauffeurs in onze groep, dus bij een activiteit kunnen we ook anderen vragen.”


Intussen breidt het materieel zich steeds verder uit. “We hebben nu twaalf tractors, een hooimachine, wagens, ploegjes, een kunstmeststrooier, harken, schudders en persen. Er komt steeds meer binnen. Het meeste is en blijft privébezit van de mensen van onze groep. Als er iets te doen is, dan komen ze ermee.”


Manuela vult aan: “Stiekem weg begint onze boerderij een beetje een museum te worden. Boeren die hun schuur opruimen, zetten hun spullen op ons erf. Oud gereedschap, een melkkannetje en laatst nog een houten kaastobbe. Die past weer goed bij de workshops kaasmaken die ik verzorg.” Anton: “Het gaat niet alleen om de spullen zelf, maar vooral om het verhaal dat erbij hoort.”


Onbeschrijflijk

Anton heeft een fascinatie voor de historie, maar geniet ook van alle contacten die zijn hobby oplevert. Hoogtepunten vormden de rondritten in coronatijd. Bij de laatste editie gingen ze in optocht bij de bejaardenhuizen langs. “Mensen genoten intens, we kregen prachtige reacties. Onbeschrijflijk wat ik toen voelde.”


Enthousiast vertelt hij over een bezoek aan Friesland, waar de mensen van Landbouw Historie Texel een rondrit maakten op de tractors van een bevriende groep uit Nijbeets. Andersom waren de Texelaars gastheer voor een groep uit Amersfoort, die met eigen materieel op een vrachtauto de reis had gemaakt. ‘We reden een rondje over het eiland. Helemaal niet zo bijzonder: we kozen de kleine weggetjes en deden koffie bij de ene boer en lunch bij een andere. Ze hadden ons al uitvoerig bedankt, maar bij het afscheid stapte een van die mannen nog een keer uit de vrachtauto. Hij kwam naar me toe en zei: Anton, ik heb zo genoten. Dat raakte me. Al dat enthousiasme dat we terugkrijgen is geweldig.”


Ook de komende tijd hoeven Anton en de zijnen zich niet te vervelen. Zo is er op 19 juni de Rooie Zakdoekrit langs de verzorgingshuizen, werkt de stichting op 21 juli mee aan de Landbouwdag en is het op 7 augustus weer Nostalgische Boerendag. “Met veel activiteiten, de hele dag door. Zo wordt maïs gehakseld en als het maïslandje klaar is, wordt het geploegd, mogelijk zelfs met paarden. Dit jaar komen er ook hobbyisten van de overkant om hun historische materiaal te showen.”


In het najaar staan nog wat kleinere activiteiten op het programma. “Samen maïs hakselen of aardappels rooien, bijvoorbeeld. Tussendoor drinken we koffie. Gewoon om lekker bezig te zijn en voor de gezelligheid. We geven er van tevoren niet te veel ruchtbaarheid aan en zetten na afloop alleen een foto met een verhaaltje op onze website. Het hoeft niet te groot te worden. Oud-boeren en andere geïnteresseerde bezoekers zijn hartelijk welkom. Maar we zitten niet te wachten op de gemiddelde toerist die alleen komt omdat het een gratis evenement is.”


Therapie

Op de boerderij blijft het ondertussen hard werken. Net als veel collega-boeren zijn Anton en Manuela niet zonder zorgen. Gelukkig is er dan altijd nog het historisch materieel. “Zaterdag is hobbydag, meestal samen met Koos. Om tien uur drinken we koffie en hebben we bestuurlijk overleg. Daarna gaan we klussen. Een heerlijke afleiding van al het geouwehoer dat de overheid en de steeds strengere regelgeving met zich meebrengt. Ik beschouw het als een soort therapie.”


Joop Rommets

De rondritten langs de bejaardenhuizen waren hoogtepunten in de coronatijd.