Afbeelding
Foto: Gerard Timmerman

De kant langs

Boeken aan de dijk


Al verkeer je in den vreemde, Texel is nooit ver weg. Ik doel niet op onze lokale brouwsels, die zo onderhand op elk terras worden geschonken. Nee, Texelaars. Of oud-Texelaars, zoals wij ondervonden tijdens een weekje aan de overkant.


Zoals in Harderwijk. Bekend van Flipper en ook van “Typisch Harderwijk”, zo mogelijk een nog grotere karikatuur van het Zuiderzeestadje dan “Typisch Oosterend”. Harderwijker Kirk van der Zwaag vindt het maar een genante vertoning. Kirk ken ik van “Boeken aan de dijk”, de schuur langs de dijk van de Prins Hendrikpolder waar hij tweedehands boeken verkocht. En van zijn gelijknamige boekenrubriek ooit in de Vakantiekrant.


Ik mag Kirk wel. Niet alleen omdat in zijn boekenschuur ooit mijn oude buurman en komvisser “Ome” Kees Dogger zijn paling vilde. Onze grote rode kater was verzot op paling. Als Ome Kees met zijn palingmand over de dijk kwam, dan huppelde de kat voor hem uit. Om tijdens het villen de ene na de ander palingvel naar binnen te werken.


Kirk is geen visser, maar scharrelde bij eb wel over het wad en sjouwde het nodige over de dijk. Zoals de schelpen voor zijn tuinpad. En op zijn tijd maakte hij in de bollenschuur een praatje met mijn broer Theo. Een poosje geleden verhuisden Kirk en echtgenote Klazien. De boeken en het naambord gingen mee naar Harderwijk, voor hun tweedehands winkel “Boeken aan de dijk”.


We liepen binnen. Nieuwtjes hoefde ik niet te vertellen, Kirk leest trouw de Texelaar. Zoals over de rattenplaag. Dat probleem hadden Kirk en Theo tijdens het roken van een sjekkie aan de bollensorteer al lang opgelost. Kirk nam ons mee naar een speciaal plekje in de winkel: de Texelse hoek. Planken vol boeken over Texel. Ook zeldzame exemplaren.


Bij de schaapskooi in Ermelo ontmoetten we een andere oud-Texelaar. Hij stelde zich voor als Kooger. Met twee o’s, want je hebt ze ook met één o. Zijn vader had een werkplaats aan de Heemskerckstraat in Oudeschild. Het idee was dat zijn zoon de zaak zou overnemen. Maar dat gebeurde niet. “We gingen trouwen”, wees de oud-Texelaar van begin tachtig jaar op zijn echtgenote die naast hem stond.


Het ouderlijk bedrijf bood te weinig toekomst. “Ik kon bij de Hoogovens aan het werk.” Zo verhuisde het jonge stel in 1964 naar de overkant. Het contact met de familie werd verbroken. “Als je van Texel gaat, dan hoor je er niet meer bij”, vertelde zijn vrouw. Bij de Hoogovens had hij het prima, al was het pensioen er na de overname door Tata er niet beter op geworden.


We keken naar het scheren van de Veluwse heideschapen. Anders gebouwd dan onze Texelaars. Daarvan kwamen we er op eerdere fietstochten onderweg altijd héél wat tegen. Op dijkjes en in weilanden passeerden we menig ooi en ram van het Texelse ras.


Ik heb de indruk dat het er dit keer minder waren. Zou komen door de wolf? Honderden schapen vielen al ten prooi aan dit teruggekeerde roofdier. Laatst zelfs “de mooiste ooi van Nederland”, schreef De Gelderlander over een in Doornspijk doodgebeten blauwe Texelaar, winnaar van het NK in 2019. Ik mag hopen dat de wolf het Marsdiep niet oversteekt. Ook zonder dat beest hebben we hier al genoeg aan ons hoofd.


Gerard