Anders bekeken...

De Lokroep…


Een mooie pluim als staart, een trouwe, werklustige maat, waaks en eenkennig. Met de pluim werden, worden de eenden in de kooi gelokt.

De baas, eendenkooihouder blijft achter de schermen, de rietmatten en met een gebaar stuurt hij het afgerichte hondje, het kooikerhondje naar de kant van het water. Wat lekker voer en de eend is in het midden van de prachtige natuur, inwoner van een zogeheten eendenkooi. Een makke eend, heel veel makke eenden in een hok zorgen voor aanwas. Ja, het echte werk kan gaan beginnen, andere eenden worden gelokt en er worden nesten gecreëerd in rieten korven.

Een interessante vertelling van Gerrit Visch bij de eendenkooi van Spang Dijkmanshuizen.  De familie was over uit Amerika, een nichtje kwam met prachtige oude foto’s en er werd na het nuttigen van een pan aspergesoep een bezoek gebracht vlakbij het geboortehuis. Mijn schoonmoeder is er geboren en getogen en liep toentertijd op klompen naar school door het land naar Oosterend. Het huisje dat er nu nog staat, het kooikerhuisje als richtpunt.

Ze was blij verrast om na tachtig jaar dit gebeuren te aanschouwen. “Nooit geweten dat die eenden hier zaten”, sprak ze turend door de verrekijker en strunend door het hoge gras. De Amerikaanse oom met echtgenote was ook “surprised” door dit oude natuurlandschap middenin een landbouwgebied en kwam tegelijkertijd weer terug in de Hollandse uitdrukkingen. De vangpijpen waar de eenden vroeger in terecht kwamen monden uit in een soort van houten bak.

“Hier gaan ze de pijp uit!”, sprak Gerrit en keek er lachend bij. Schoonmoeder schoot in de lach: "Nee toch?” “Bij wijze van spreken natuurlijk.” Ze had liever dat hij floot, dat was ook een mooi geluid.

Op een bepaalde manier maakte hij de wangen bol en creëerde een bijzonder geluid. De lokroep. En natuurlijk was dat mooi, de vrouwelijkheid gestreeld, helemaal als je moeder Lock heette. Door het voeren en de lokroep te combineren ontstaat het Pavloveffect, de eenden komen op het geluid af en vinden het voer.

De vanginrichting voor waterwild dateert uit de Middeleeuwen en is door de eenvoud en goede techniek en zeker ook door het mooie hondje nog steeds een lust voor het oog. Eigenlijk mag je er niet praten, het moet in een grote cirkel stil blijven, zo luidt de boodschap. Maar ja de oren worden wat staffig. “Ik kan hem goed verstaan Jozien!”, sprak schoonmoeder zeer luid en blijde. 

Gerrit sprak inderdaad zeer duidelijk en dat was heerlijk, zelfs de Amerikanen verstonden hem, ondertiteling was overbodig en dat was best bijzonder als vreemde eenden in de bijt.


Jozien