Eilanddichter

Gedenkgedachten

Ik stond in de rij van de snackbar.
De man voor mij was kort van stof:
oorlog, met ui. En één zonder,
zei zijn vriendin.


Ik dacht aan een land waar oorlog
een verboden woord geworden is.
Dat ons nu laat zien hoe het toen
geweest moet zijn en hoe het nog
had kunnen zijn zonder een 5e mei.


Ik dacht aan de mensen aan wie
ik ook denk in de twee minuten:
de Joodse vrouw die zelfs
geen verre neef meer had,
de kinderen zonder vader,
de tien mannen van de Mok.
En aan mijn hoogbejaarde tante
die elke eerste maandag om 12 uur
siddert van het luchtalarm,
want dat is wat zij hoort.


Ik dacht aan de nieuwe beelden:
een hand met roodgelakte nagels,
zwartgeblakerde stenen,
een plein vol lege kinderwagens.


Oorlog, een clusterbom van daden
en gevolgen. Van narigheid en haat.
Bestaat er ‘oorlog zonder’? Van meer
dan zes miljoen verhalen is er geen
een zonder tranen of verdriet.


Ik was aan de beurt. Geen oorlog,
bestelde ik, maar friet
van zoete aardappelen.
Dat hadden ze natuurlijk niet.

Fiet van Beek,
eilanddichter


Gedicht voorgedragen tijdens de herdenkingsbijeenkomst in de Burghtkerk op 4 mei.