Meierblis De Koog.
Meierblis De Koog. Foto: Paul van Dijk

De kant langs

Femke


Het is vrijdag 24 juni. We zitten in de Maartenskerk. Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam, staat op het punt haar Rede van Texel uit te spreken. Waar zou haar redevoering over gaan? Wat zou haar hebben geïnspireerd? In gedachten dwaal ik af.


“Oh jongens, wat heb ik me nu weer op m’n hals gehaald? Al zóveel aan mijn hoofd en nu dit er ook nog bij. Sinds ik vier jaar geleden als burgemeester van Amsterdam aantrad is er gesodemieter. Het ene moment een relletje, het andere een schandaaltje. De Telegraaf is er als de kippen bij om het breed uit te meten. Wat heb ik de pest aan die krant!


Waar moet ik het op Texel in vredesnaam over hebben? Eens kijken, wat zei mijn voorganger Eberhard van der Laan ook alweer toen hij in 2013 de eerste Rede van Texel uitsprak? “Amsterdam heeft heel veel wat Texel niet heeft, maar dit geldt ook andersom. Amsterdam heeft bijvoorbeeld geen natuur, rust en ruimte.”


Natuur, rust en ruimte… Dat wil ik met eigen ogen zien. Daarom meteen met het gezin de boot naar Texel gepakt. Een lang weekend, te beginnen op Koningsdag, ben ik meteen ontsnapt aan die Oranjegekte in de stad. Want als er iets is dat ik de afgelopen jaren níet heb gemist, dan is dát het wel. Als meisje heb ik nog op het eiland gekampeerd. Hoe zou het er nu uitzien?


Nou, ik weet niet wat Eberhard hier destijds heeft uitgespookt, veel ruimte heb ik nog niet kunnen ontdekken. Vanaf de boot belanden we meteen in de file, bumper aan bumper kruipen we naar Den Burg. Op naar Oudeschild. De Rede van Texel wil ik wel eens met eigen ogen zien. Krijg nou de klere! Het Schilderend is opgebroken. Omrijden via de Hallerweg gaat ook niet, verboden in te rijden. Mijn humeur is niet beter als ik eindelijk op de dijk sta. In de verte zie ik alleen maar zee. Is dat het nou? “De wrakken uit de VOC-tijd liggen op zeebodem ma”, vertellen de kinderen.


Door naar de Wezenputten. Ik lees het verhaal over het ijzerhoudende water voor de VOC. De opbrengst was voor het weeshuis in Den Burg. Daar heb je nog het park de Wezentuin. Een mooie plek om tot rust te komen. Had je gedacht. Het is me daar toch een mensenmassa. Overal Oranjeklanten, ruuge monniken, sloten bier en een hoop kabaal. Hier kan Amsterdam nog een puntje aan zuigen.


Op zoek naar een camping om onze tent op te zetten. Verrek, het zijn allemaal huisjesparken geworden. Maar geen huisje meer te huur. Gelukkig kunnen we nog bij een boer terecht. Eindelijk rust.


Wat zijn dat eigenlijk voor stapels hout overal in het land? “Dat is de meierblis”, vertelt de boerin. Nooit van gehoord. Ze heeft er zelf ook eentje. “Zaterdag steken we hem in de fik. Jullie komen toch ook? Gaan we samen lekker irrepel poef en Tessels bier drinken.”


Texel is erg veranderd sinds mijn eerste kampeervakantie. Ik denk wel meer Groen Links, maar het is er niet groener op geworden. Eberhard had wel gelijk. Ook voldoende mooie en rustige plekjes om in alle rust ideeën op te doen voor mijn Rede van Texel. En wat hebben we genoten van de meierblis! Gezellig samen bij het vuur, de geur van rook, allemaal een zwarte toet en een stuk in ons kraag. Over inspiratie gesproken.


Ik schrik overeind. Femke Halsema begint aan haar Rede van Texel…


Gerard