"Drie weken na mijn geboorte nam mijn vader de boerderij over en zijn we verhuisd." Foto: Joop Rommets

Na 35 jaar terug op Sint Anna

Bij Artex kreeg ze een baan in de schoot geworpen, maar in het sociale leven moet ze haar draai nog zien te vinden. Marleen Bakker keerde na 35 jaar terug naar Texel.

Hoewel ze al op haar zeventiende het eiland verliet om te gaan studeren, is ze voor haar gevoel nooit helemaal weggeweest. Zeker een paar keer per jaar logeerde ze met man en kinderen bij haar ouders, Wim Jan en Corry Bakker van hoeve Sint Anna, even buiten Den Hoorn. “De afgelopen jaren waren we hier ’s zomers steeds een paar weken. Bewust, om te kijken hoe het zou zijn om hier te wonen. Twee jaar geleden besloten we te verhuizen. We hadden zelfs al een huis in Den Hoorn op het oog. Maar toen kwam corona en werd het onzeker. Zouden we het nog wel kunnen betalen? Toen bleek dat het meeviel, waren de huizenprijzen inmiddels zo sky high geworden, dat Den Hoorn geen serieuze optie meer was. Daarna zijn we met mijn ouders gaan praten. Ze zijn 87 en 86 en waren zo langzamerhand toe aan iets kleiners. Dit is een grote boerderij, die veel onderhoud vraagt. In augustus zijn we verhuisd. Het was natuurlijk wel even wennen voor mijn ouders. Maar ze vinden het fijn dat wíj hier wonen en ze nog gewoon kunnen langskomen.”

Sint Anna

Sint Anna werd in 1926 door Marleens overgrootvader gebouwd voor haar grootvader. “Het was traditie dat boeren voor hun zoons bouwden. Mijn vader is hier geboren. Nadat hij met mijn moeder trouwde, heeft hij een tijdje in Den Hoorn gewoond. Ik ben daar in 1968 geboren. Drie weken later nam mijn vader de boerderij over en zijn we naar Sint Anna verhuisd. Ik ben de derde generatie van de familie Bakker, want ik geloof dat mijn overgrootvader hier zelf niet heeft geboerd.”


Ook voor Marleen en haar man Han is het nog een beetje wennen. “Ik wilde graag terug naar Texel, maar had ook best ergens anders dan op de boerderij willen wonen. Maar het gevoel groeit wel. De plek is natuurlijk te gek, met een prachtig uitzicht. Han vindt het geweldig. Hij geniet hier van de vrijheid en ruimte. Bovendien is hij heel handig en doet hij veel klussen zelf. Er moet best veel aan de boerderij gebeuren. Met zijn werk is het goed te doen. Hij heeft een eigen bedrijf in bodemonderzoek. Twee dagen per week is hij in Groningen. Maar verder kan hij thuis werken.” 

Ik vertrek

Hun kinderen – Laurie (24) en Thom (22) – hebben hun eigen leven opgebouwd en zijn niet meegekomen naar het eiland. “Maar onze dochter komt graag op Texel en heeft ook verkering met een Texelaar. Dat is fijn, want hoewel ik weer thuis ben, was het verder toch of we meededen aan het tv-programma Ik vertrek.”

Ook door het verdwijnen van de school is de oude structuur weg”


Marleens band met Den Hoorn begint zich langzaam te herstellen. “Het is vijfendertig jaar geleden dat ik hier wegging. En hoewel we wel veel zijn terug geweest, moet ik het dorp opnieuw leren kennen. Het dagelijks leven hier is erg veranderd. Ook door het verdwijnen van de school is de oude structuur weg. Ik heb begrepen dat inmiddels dertig procent van alle huizen in Den Hoorn tweede woning is. En het is veel toeristischer geworden. Ook door corona ben ik er nog niet helemaal thuis.”

Korte lijntjes

Wat niet is veranderd, zijn de soms verrassend korte lijntjes op Texel. “In augustus kwam ik terug, diezelfde maand had ik al werk bij Artex. Dankzij Maurice van Galerie Posthuys. Ik leerde hem een paar jaar geleden kennen en heb er regelmatig geëxposeerd. Maurice doceert beeldende kunst bij Artex. Toen hij er een andere functie bij kreeg, droeg hij mij voor om een deel van zijn werk over te nemen. Ik belandde in een gespreid bedje.” Ze heeft het er naar haar zin. “Het gaat supergoed. Ik had niet gedacht dat er zoveel animo zou zijn. Ik geef nu les aan drie groepen volwassenen, in totaal ruim twintig cursisten. Daarnaast heb ik een groep van negen kinderen van negen tot dertien jaar.”


Op een jaartje Amsterdam na, heeft Marleen de afgelopen vijfendertig jaar in de provincie Groningen gewoond. “Op zeventienjarige leeftijd ben ik HBO-J gaan doen, een opleiding voor jeugdwelzijnswerk. Ik ben in de stad Groningen blijven hangen en heb er tien jaar gewerkt. Als groepsleider in een opvanghuis werkte ik met een heel zware categorie, waaronder veel incestslachtoffers. Ook ben ik ambulant hulpverlener geweest. In die functie bezocht ik gezinnen thuis. Toen al waren er grote problemen in het jeugd- en jongerenwerk. Er was geen geld, de wachtlijsten groeiden en de bureaucratie werd steeds erger. Dagenlang zat je alleen maar rapporten te schrijven. Daardoor was er net genoeg tijd om eens in de twee weken twintig minuten met cliënten te praten. In die tijd kwamen steeds meer misstanden aan het licht. Drama’s met zwaar mishandelde kinderen. Dan werd er naar ons gewezen. Hadden die hulpverleners daar niks aan kunnen doen? Heel frustrerend! In 2000, vlak na de geboorte van ons tweede kind, was ik het helemaal zat en ben ik gestopt.”

Tekenen en schilderen

Nadat ze een tijdje bij De Bijenkorf had gewerkt, besloot Marleen een oude hobby op te pakken: tekenen en schilderen. “Ik ben aan de Klassieke Academie voor Beeldende Kunst gaan studeren. Omdat je geen recht op studiefinanciering had, zaten er vooral oude knarren en maar weinig jongeren. Maar het was een prachtige opleiding. Voor mij was het echt omscholen. Schilderen en tekenen was niet alleen voor de lol, ik wilde er op den duur ook mijn brood mee verdienen.”


Marleen en haar gezin woonden inmiddels in Sauwerd, een dorpje tien kilometer ten noorden van de stad Groningen. “Twee keer zo groot als Den Hoorn: twaalfhonderd inwoners, een schooltje, dorpswinkel, voetbalclub, gym, tennis en een snackbar. We kwamen er terecht toen ik in verwachting van onze oudste was. Tijdelijk, dachten we toen. Het platteland van Groningen is conservatief en streng gereformeerd. Wij hadden allebei gestudeerd en waren zo niet. Maar het bleek hartstikke leuk. Een deel van de inwoners was import, met een baan in de stad Groningen. Net als wij. We voelden ons er al snel thuis.”

Aan de weg timmeren

Als professioneel kunstenaar timmerde Marleen er hard aan de weg. Ze gaf les aan kinderen en volwassenen, raakte betrokken bij de exploitatie van een cultureel centrum in het naburige Winsum en werd lid van een kunstcommissie die exposities in een kerkje in het dorpje Wetsinge verzorgde. “Ik liet er mijn cursisten ook exposeren. Dat werkte goed. Hun werk was direct zichtbaar. Dat stimuleerde weer nieuwe cursisten om zich aan te melden. Op een gegeven moment had ik zestig, zeventig leerlingen. Superleuk! Ik heb er zelf ook veel verkocht.”


De coronapandemie maakte daaraan een einde. “Ik heb nog een tijdje online lesgegeven, maar dat werkte niet. Mensen misten de gezelligheid of konden niet met de computer omgaan. Een moeilijke tijd, maar het gaf wel ruimte om zelf meer te gaan schilderen en te exposeren. Een positieve kant van corona was dat mensen met hun huis aan de slag gingen. Ze hadden tijd over. En geld, want dat konden ze toch niet besteden aan dure vakanties. Ik kreeg veel opdrachten. Voor mij was dat een mooie ontwikkeling.”

Kijken en waarderen

Op Texel wil ze naast haar werk in opdracht haar lespraktijk verder uitbouwen. “Het lijkt me leuk om workshops op het strand te geven. Werken op locatie is sowieso mooi. Je leert mensen naar hun omgeving te kijken en die te waarderen. Bovendien is het een natuurvriendelijke activiteit. Ik weet niet of veel Texelaars het leuk vinden, maar ieder uur komt er een boot met mensen die iets te doen willen hebben. Ik heb er wel vertrouwen in dat mijn cursussen ook hier gaan lopen.”


Joop Rommets