Afbeelding
Foto: eigen foto

Uit de school geklapt

Tijdsbesef


Soms lijkt een dag voort te kruipen en een andere keer vliegt ‘ie voorbij. Er zijn al heel wat boeken geschreven over het begrip “Tijd”. Allemaal interessant maar tegelijk abstract en zelfs mysterieus. Het alom bekende gegeven dat leuke dingen minder lang lijken te duren is handig om mee te nemen tijdens je lesvoorbereiding voor de volgende dag. Volgens Einstein bestaat er zelfs geen “Tijd” maar dat ga ik de kinderen niet vertellen, om discussies na “opschieten met aankleden na de gymles want het is tijd om terug te lopen naar school” te voorkomen. Bij binnenkomst na de zomervakantie beseft groep 3 wel degelijk dat na een aantal weken vrij het nieuwe schooljaar is begonnen en dat deze best een tijd duurt. Iets met een winter en dan weer een zomer. Ze kennen de dagen van de week en beseffen dat dit rijtje zich herhaalt tot in lengte van dagen. Hóe lang dit nog gaat voortduren is niet aan de orde, net zoals het besef hóe lang geleden de 1e dag begon. Dat past nauwelijks in mijn eigen tijdsbesef. Met het benoemen van de maanden wisselen juni en juli nog wel eens van plaats en volgt er na augustus een onduidelijk gemummel waarna er weer in koor wordt geëindigd met “…december!”. Spelenderwijs begrippen leren als minuut, uur, maand en jaar zorgt altijd voor grote betrokkenheid. Zoals heel stil, met je ogen dicht, in je hoofd de tijd voorbij laten gaan en een vinger opsteken als jij denkt dat er 1 minuut voorbij is. De vraag van een kind tijdens een zwart-wit filmpje over de allereerste fiets “Had jij die vroeger ook juf?” doet je beseffen dat jouw jeugdjaren voor deze leerling iets verder teruggaan in de tijd dan jij had gehoopt. Daar heb je het dan over. Of een ouder die, tijdens mijn beginjaren als juf (in de vorige eeuw, de tijd van het krijtbord), zijn kind ’s morgens kwam brengen en me even apart nam. Of ik liever niet meer wilde benoemen dat over 10.000 jaar de volgende ijstijd voor de deur staat. Het arme kind had die nacht geen oog dicht gedaan. Dus, we blijven maar bezig met dat begrip “Tijd” en het zal altijd interessant, abstract en mysterieus blijven. Daarentegen klinkt dat ene woordje toch heel waardevol als iemand tegen je zegt “Kom maar, ik heb tijd voor jou”. Het lijkt dan wel degelijk te bestaan waarbij iemand jou werkelijk iets geeft van zichzelf.


Marieke Rutgers

Leerkracht groep 3/4 De Vliekotter, Oosterend