Afbeelding
Foto:

De kant langs

Eerste liefde…


Voor alles is een eerste keer. Ook als je, zoals ik, een keer geen onderwerp weet voor dit stukje. Gelukkig is het Boekenweek, dan bedenken zíj een thema: Eerste liefde. Míjn eerste liefde? Wacht even, heb ik daar niet al eens over geschreven? Even terugbladeren... Inderdaad. In “Achter de schermen”.


Het was in 2006. Bij het 50-jarig jubileum van de Jan Drijverschool. Voor het reüniefeest waren alle oud-leerlingen uitgenodigd, ook ik. Nu, zestien jaar later, staat de Hoornder school waar in 2013 voor de laatste keer de bel werd geluid op het punt te worden gesloopt. Ook een memorabel jaar dus. Afijn, voor één keer, zie het als kringloop, nogmaals die column. Leuker kan ik het niet maken.


“Ben je hier in functie?” Die vraag wordt mij nogal eens gesteld. Zo ook tijdens het reüniefeest van de Jan Drijverschool. Geen onlogische vraag, want als oud-leerling was ik daar als genodigde, maar als krantenman had ik de feestvreugde best kunnen combineren met het maken van een verslag.


De vraag had een duidelijke achtergrond. De vrouw die hem stelde had ik zojuist een uiterst persoonlijke vraag gesteld. Wie haar grote liefde was?, op de lagere school natuurlijk. Want is niet iedereen, al dan niet heimelijk, verliefd geweest op een jongen of meisje uit dezelfde klas? Ikzelf wel. Het meisje in kwestie was ook naar de reünie gekomen. Inmiddels natuurlijk een volwassen vrouw en, zoals dat gaat met jeugdliefdes die je uit het oog verliest - al ruim twintig jaar getrouwd. Met een ander. En moeder.


Maar oude liefde roest niet en de wederzijdse belangstelling die al die jaren een kwijnend bestaan had geleid, kwam in een vlaag van jeugdsentiment weer aan de oppervlakte. En wel tijdens een puur Hoornder traditie: de Strijd om de man en de vrouw. Temidden van het strijdgewoel was de oud-klasgenote die mij vroeger deed blozen de andere dames te snel af. Ze “veroverde” mij met een omhelzing die zó stevig was dat ik er ruim dertig jaar na dato alsnog een kleur van kreeg. Details over de rest van de avond zal ik jullie besparen. Maar om praatjes vóór te zijn: we zijn niet in het fietsenhok beland.


Die andere oud-leerlinge die ik eerder op de avond naar háár grote liefde uit de lagere schooltijd had gevraagd, keek mij bedachtzaam aan en vertelde er ten slotte openhartig over. Jullie willen natuurlijk weten wie, maar van mij zullen jullie het niet horen. Net zoals ik in deze krant geen dingen schrijf die mij in vertrouwen worden verteld. Tenzij de persoon in kwestie aangeeft dat dit juist de bedoeling is.


Vertrouwelijke mededelingen kunnen sappige krantenberichten opleveren (de suggestie voor een pagina “Privé” is mij menigmaal aan de hand gedaan), maar ze zijn ook het grootste dilemma waarmee je als lokaal journalist kunt worden geconfronteerd. Want de keerzijde is dat iemand die zijn in vertrouwen gedane mededeling maar één keer in de krant hoeft te lezen, waarschijnlijk nooit meer zijn mond naar mij open zal doen. Je zou als verslaggever nog in een isolement belanden.


Daar was die dag in Den Hoorn gelukkig niets van te merken. Het was een reüniefeest waar veel oude bekenden (foto) herinneringen ophaalden. En waarvan ik, en vele anderen met mij, met volle teugen heb genoten. Misschien nog wel meer omdat ik er geen woord over heb hoeven schrijven. Want: nee, ik was niet in functie.


Gerard