Op De Léégkógen is glas half vol
De mest ligt op het land, straks ploegen, spitten, frezen en harken. En dan kunnen de tuinders van volkstuinvereniging De Léégkógen weer zaaien en planten. Voor liefhebbers zijn op het complex aan de westkant van Den Burg nog enkele tuinen beschikbaar.
Volkstuinder Gerrit Verhoeven heeft nu al voorpret. "Je stopt in het voorjaar een zaadje in de grond en na verloop van tijd komt er iets tevoorschijn, dat gaat groeien. Daar verwonder ik me nog steeds over. Ik kan daar heel erg van genieten. Zo'n plezier moet je jezelf gunnen."
Gerrit is één van de circa veertig leden van De Léégkógen en zit ook in het bestuur van de volktuindersvereniging. Net als Jan Zijm. "Als jongen was ik hier al vaak. Mijn vader (Dirk) had hier zijn bollenbedrijf. Ik hielp vaak, ook later toen de bollen verdwenen en plaats maakten voor volktuintjes."
Zoals zijn vader destijds het land ploegde, doet Jan dat nog steeds, met dezelfde trekker. Niet het hele complex, want de trekker komt niet overal. Waarmee het onderscheid tussen spit- en ploegtuinen is verklaard.
Van enkele grote tuinen is het complex toe gegroeid naar vele tientallen kleinere tuinen, met wat oudgedienden met grotere tuinen. Jan: "Veel tuinen zijn 150 tot 200 vierkante meter." De vereniging huurt het land van Charitas en regelt de onderverhuur met de volkstuinders. Aan huur worden de tuinders niet arm: jaarlijks een dubbeltje per vierkante meter.
Gerrit en Jan behoren tot de meer traditionele tuinders. "We telen allerlei soorten kool, sla, peultjes, aardappels en dat soort zaken. Leuk is ook dat allerlei vergeten groenten (pastinaak, etc) weer op de tuin verschijnen." Er staan ook fruitbomen. Jan: "Vorig jaar viel de oogst wat tegen. Er zat veel bloesem in, maar dat is er tijdens een storm te vroeg uitgewaaid."
Hij kan er niet echt mee zitten. Gerrit: "Elk jaar is er wel wat: te nat, te droog, het waait te hard, er is vreterij door aaltjes, mieren of wat anders. Je kunt je er druk over maken, maar kunt ook zeggen dat het glas halfvol is. Dat je toch nog héél wat hebt kunnen oogsten."
Als er kan worden geoogst, dan is het vaak zóveel tegelijk dat de tuinder het zelf niet op kan. "Wat wij doen is oogsten, inmaken en invriezen. En wat we zelf niet kunnen opeten, dat leg ik in ons stalletje aan De Zes. De opbrengst doneren we aan Stichting Studiefonds Dana."
Tuinieren biedt plezier, ontspanning en, als het een beetje meezit, voldoening. Jan: "Zelfgeteelde vers spinazie, peultjes of kool, daar kan geen supermarkt tegenop." Je moet er wel wat voor doen. "Onkruid groeit sneller dan het gewas." Gerrit: "Als je een week niet naar de tuin omkijkt, dan loop je achter de feiten aan."
Uitsluitend groente telen is niet verplicht, bloemen, planten en andere variaties mogen ook, evenals een bankje of een schuurtje. Stroom, leidingwater en toilet zijn er niet.
Wie interesse heeft in een volkstuin van zo'n 100 tot 150 vierkante meter op De Léégkógen (ingang Westerweg, tegenover de Waterzuivering), kan contact opnemen met de volkstuinvereniging. Aanmelden kan via www.leegkogen.nl.
